Zakelijk en betrokken?
Hij was door het parlement pas herkozen, dus president Desi Bouterse straalde. Dat zou je voor minder doen, natuurlijk. Ondanks zijn besmette verleden – dictator, Decembermoorden, drugs – mag hij nogmaals vijf jaar lang als democratisch gekozen staatshoofd over ons land regeren. Maar niet tot vreugde van de Hollandse politiek.
Ook al had president Bouterse die 14 net verteld dat de bodem van de juli het parlement onze schatkist nu wel écht in zicht is, en dat we heel, héél zware tijden tegemoet gaan, niettemin werd hij overstelpt met felicitaties. Zijn paarse achterban feliciteerde hem. Oud-president Jules Wijdenbosch feliciteerde hem. Bankpresident Gillmore Hoefdraad feliciteerde hem. De oppositie feliciteerde hem – en beloofde eensgezind ‘constructief’ oppositie te zullen voeren, al willen we dat eerst zien voor we het geloven.
Ja, zelfs de ambassadeurs in ons land feliciteerden Bouterse. De ambassadeurs van Venezuela en Cuba deden het met een dikke brasa, die door onze president lachend in ontvangst werd genomen. Marcelo Baumbach, de ambassadeur van Brazilië en Shubashini Murugesan, de ambassadeur van India, haalden hun beste Nederlands naar boven. “Hebben jullie les gevolgd?”, antwoordde het staatshoofd innemend. Ambassadeur Jay Anania van de Verenigde Staten deed het zonder omhelzing, maar wenste Bouterse met een handdruk toch succes toe. Op zich al opvallend, aangezien Bouterse anderhalf jaar geleden nog had gedreigd Anania het land uit te schoppen.
Hoewel, alle ambassadeurs? Nee, toch niet. Ernst Noorman, vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden, feliciteerde Bouterse niet, terwijl hij gewoon bij de herverkiezing aanwezig was. De moeilijke relatie tussen ons land en Nederland is intussen wel bekend. Echt vlekkeloos is die natuurlijk nooit geweest, maar sinds het presidentschap van Bouterse in 2010 kan gerust van een bilateraal dieptepunt worden gesproken.
Akkoord, de Nederlanders hebben hun redenen. De amnestiewet uit 2012, die Bouterse vrijwaart van vervolging om zijn aandeel in de Decembermoorden, is een aanfluiting van alle internationale rechtsregels. En Bouterse heeft in Nederland inderdaad nog een celstraf uit te zitten wegens drugssmokkel. Maar wanneer Nederland bij hoog en laag blijft beweren dat het Suriname als een bevriende natie ziet, dan moet het ook het democratisch gekozen hoofd van die bevriende natie kunnen feliciteren met zijn herverkiezing. Al was het maar uit respect voor die 120.000 Surinamers, inwoners van een bevriende natie, die op de partij van Desi Bouterse hebben gestemd. Wat hun volste, democratische recht is.
“Felicitaties zijn niet aan de orde, wegens de gekende redenen”, volstond de officiële reactie van Noorman achteraf. Waarna de intussen grijsgedraaide mantra volgde over de zogezegd ‘zakelijke en betrokken relatie’ die Den Haag met Paramaribo probeert te hebben. Hoe geloofwaardig is die diplomatieke spreidstand nog? Als je écht een zakelijke relatie nastreeft, dan moet een zakelijke handdruk na de herverkiezing van het staatshoofd toch wel kunnen, niet? Zo’n handdruk kon een jaar geleden nog wel, toen Bouterse de geloofsbrieven van Noorman in ontvangst nam. Waarom dan nu niet meer?
Natuurlijk waren ze in Den Haag dolblij geweest indien Bouterse de verkiezingen had verloren. Met deze president nog minstens vijf jaar langer aan de macht, blijft de relatie een erg ongemakkelijke. Al heeft Nederland dat met dit soort kinderachtige (re) acties ook voor een deel aan zichzelf te danken. Want had Noorman kort maar krachtig de hand van Bouterse geschud, dan had daar amper een haan naar gekraaid.
Twee jaar geleden interviewde Parbode ambassadeur Noorman, die toen net in Paramaribo was aangekomen. “Mocht ik president Bouterse tegen het lijf lopen, dan ga ik hem niet uit de weg”, zei de diplomaat toen. Nu blijkt het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag – van wie Noorman zijn instructies krijgt – daar toch niet zo makkelijk over te denken.