De gastvrouw
ook al ben ik betrekkelijk nieuw in Ghana, ik heb toch al een aantal keer mogen optreden als gastvrouw. Zo nam ik het afgelopen jaar een Nederlands echtpaar een avond mee uit eten, trok ik een week op met een groep collega-journalisten uit de naburige landen Liberia en Sierra Leone, en heb ik een weekend lang reisgids gespeeld voor een goede vriendin van mijn moeder. Vooral het laatste voorbeeld komt met mooie herinneringen. Mijn gast was een Surinaamse dame op leeftijd, die – zonder al te veel angst – in haar eentje de reis naar Afrika durfde te maken. Met rollator en al heb ik haar meegenomen naar een van de dichtstbijzijnde slavenforten, enkele uren van de hoofdstad. We hebben overnacht bij de zee en lange gesprekken gevoerd over onze familiegeschiedenis.
Het blijft heel bijzonder om AfroSurinamers hier te mogen ontvangen. Waarschijnlijk omdat ons leven in de Cariben ooit op dit continent is begonnen. Dus ik was ook erg opgetogen toen ik hoorde dat een groep spiritisten op missie was naar Ghana. Ze kwamen voor het uitvoeren van een aantal verzoeningsrituelen, voor het herstellen van de banden tussen de verschillende voorouders. Ik was vooral benieuwd hoe ze het land zouden ervaren, wat het met ze deed om op Afrikaanse bodem te zijn. En of ze dezelfde gedachten en gevoelens zouden hebben als ik. Natuurlijk hadden ze net als ik tranen geplengd bij de historische plekken waar de slavenhandel zich had afgespeeld. En ik kon voorspellen dat de armoede onder de lokale bevolking hen diep zou raken. Maar ook al bezoeken we dezelfde plaatsen en zien we dezelfde mensen, hoe iemand reageert en wat die persoon daar vervolgens mee doet, is toch individueel bepaald. Vol belangstelling ging ik dan ook in gesprek met de Ware Tijd-journalist Euritha Tjan A Way, die haar eerste indrukken van het land met mij deelde. Zo was ze niet te spreken over de manier waarop sommige bedienden in het hotel voor de blanke gasten holden en de bruine gasten links lieten liggen. Ik bleef de voortgang van hun reis naar Europa volgen in haar artikelen en moest hardop lachen toen ze in een van haar columns schreef: ‘Waarom heeft Afrika zo weinig en Nederland zo veel!?’ Ik lachte zeker niet uit leedvermaak, maar omdat ik die woede en frustratie zo goed ken.
Elk mens die zijn hoofd gebruikt én zijn hart laat spreken, zou dezelfde prangende vragen stellen en inzien dat de armoede in het ene land samenhangt met de welvaart in het andere. Daar komt bij dat de ongelijke verdeling van de welvaart óók een erfenis is uit de koloniale tijd. Wat dat betreft hebben we meer gemeen met de Ghanezen dan we op het eerste gezicht zouden denken. Niet alleen hebben we dezelfde voorouders, maar ook dezelfde overlevingsopdracht. Een opdracht die we nog moeten zien waar te maken. We worden al decennialang voor de gek gehouden met het idee dat de huidige wereldhandel ten goede komt aan alle landen en volkeren. Terwijl in de praktijk een handvol mogendheden nog altijd de regels bepaalt voor een grote groep kleinere spelers, met alle zichtbare gevolgen van dien. ook de Caribische gasten hier werden tijdens hun verblijf geconfronteerd met kinderen die honger hadden en om eten kwamen vragen. Suriname kent misschien geen jonge bedelaars, omdat de schaal van de problemen minder groot is dan in Ghana, maar beide landen voeren dezelfde strijd. Net als Ghana probeert Suriname zijn sociaal-economische positie in de wereld te verbeteren. Ze staan voor dezelfde uitdagingen. Het was hoopgevend om op deze reis ook een aantal regeringsvertegenwoordigers te zien die zaken kwamen doen met lokale autoriteiten. onze overzeese banden zijn niet alleen cultureel en historisch, maar hebben ook politieke en economische waarde. Het lijkt mij de hoogste tijd om die relaties verder uit te diepen. Ik hoop dan ook dat de eerste belofte snel wordt ingewilligd: het leggen van een directe luchtverbinding tussen Accra en Paramaribo. Als dat gebeurt, ben ik meer dan bereid om gastvrouw te spelen.