Anyway …
Het eerste wat je denkt als je dit boek over de Curaçaose vrouwenarts Sergio Leon ter hand neemt, is: waarom dit boek? Is het leven van deze (voor de buitenstaander onbekende) arts zo boeiend dat er een boek over moet komen?
Dit moet de schrijfster ervan, Jeannette van Ditzhuijzen, ook gedacht hebben. Haar eerste hoofdstuk heet ‘Waarom dit boek’: ‘Anyway is een initiatief van gynaecoloog Hajo Wildschut. […] Hij promoveerde in 1988 en droeg zijn proefschrift […] aan dokter Leon op.’ Wildschut deed namelijk in 1974 zijn coschap gynaecologie bij dokter Leon, en ontwikkelde daar zijn liefde voor het vak. Het hoofdstuk meldt verder: ‘Dokter Leon zelf wilde niets van een boek weten. Hij vond het allemaal onzin.’
We komen hierop terug. ‘Dokter Sergio Leon werd op 6 juni 1932 geboren als jongste kind in een gezin van vijf. Zijn vader was zakenman, zijn moeder Carmen was de dochter van de Venezolaanse consul op Curaçao.’ Op zijn achttiende vertrekt hij naar de VS om medicijnen te studeren. Als dertigjarige keert hij in 1962 met zijn vrouw terug naar Curaçao en gaat daar werken als gynaecoloog. Een van de mensen met wie hij nauw gaat samenwerken is de inmiddels overleden zuster Gladys Martina, het eerste gekleurde afdelingshoofd in het ziekenhuis. Een van de voor dit boek geïnterviewde artsen herinnert zich haar als ‘een zeer indrukwekkende, begerenswaardige vrouw’. ‘Als coassistent aanbad je haar, maar net als Hajo Wildschut was ik tegelijkertijd ook bang voor zuster Gladys.’ Over haar had ik best wat meer willen lezen.
Leon heeft zich altijd ingezet voor family-planning: ‘Voor velen op het eiland is de stichting Famía Planiá synoniem met dokter Leon. Leon was niet alleen de grote motor achter deze Stichting voor Verantwoord Ouderschap, zoals de officiële naam luidt, hij wás de stichting. Ruim dertig jaar zat hij in het bestuur van Famia Plania en was hij actief op het gebied van geboortebeperking.’
Leon steekt zijn kritiek op veel Curaçaose mannen niet onder stoelen of banken: ‘In interviews en ingezonden stukken heeft hij menigmaal laten weten hoe hij denkt over de macho’s die de vrouw zien als “een procreatieapparaat – een baarmachine”, terwijl zij zelf fungeren “als nooit falende fokstier”, die eerder een auto koopt met zo veel mogelijk chroom dan geld te geven aan de vrouw met wie hij samenleeft.’ ‘Ik heb ooit bedacht,’ aldus Leon, ‘dat het beter zou zijn wanneer vrouwen eieren leggen en dat hun mannen die dan uitbroeden. Toen wist ik nog niet dat de pinguïns dat al zo doen.’ Ook zet Leon zich in voor het legaliseren van abortus (onder voorwaarden). ‘Uiteraard kon je je heil zoeken bij een illegale aborteuse. Die haalde voor 150 tot 200 gulden in een smerige “behandelkamer” de vrucht weg.’ ‘Abortus is anno 2014 op Curaçao nog steeds niet legaal en [dus] niet opgenomen in het ziektekostenverzekeringspakket.’ We leren Leon verder kennen als niet te stoppen verteller (‘het woord dat telkens terugkeert en waarmee hij steevast de losse zinnen verbindt: anyway…), opleider, manager, gedreven onorthodoxe vrouwenarts, liefhebber van American football en restaurateur van meubelen. In 1997 ging hij met pensioen.
Maar: waarom dit boek? Wat duidelijk wordt – de schrijfster Jeannette van Ditzhuijzen, die vaker over Curaçao schrijft, kun je om een boodschap sturen – is dat Sergio Leon een bijzondere man is. Maar de urgentie van dit boek komt toch niet helemaal uit de verf. Al gaat Leons mening hierover (‘allemaal onzin’) beslist te ver, toch zou naar mijn idee een andere invalshoek boeiender zijn geweest: hoe is het sinds, pakweg, 1960 op Curaçao gesteld met de opvattingen en de praktijk op het gebied van geboortebeperking, abortus, met niet alleen meningen van artsen, maar ook van vrouwen die op dit terrein ervaringsdeskundigen zijn – juist hun stem mis ik in het boek.
Anyway… Sergio Leon, vrouwenarts en eilandskind, Jeannette van Ditzhuijzen, 2015, LM Publishers, ISBN 978 94 6022 394 5