De smoesjes van Hira
Desi Bouterse en Sandew Hira zijn in het weekend van 28 november op zoek gegaan naar de waarheid rond de Decembermoorden. Morgen brengt Hira verslag uit. De kans dat Bouterse schoon schip maakte, is erg klein. En wie is die Hira trouwens? We zochten het uit en onze conclusie is verbijsterend. De man gaat gebukt onder een groot ego en kijkt niet op van een dode meer of minder. Ze liggen elkaar wel, deze heren.
Sandew Hira (60), opgegroeid in Suriname, woont vanaf zijn vijftiende in Nederland – een Surinaamse Nederlander dus. Hij is econoom, studeerde rond 1980 af met een scriptie over ‘de geschiedenis van het verzet in Suriname, 1630 tot 1940’. In de inleiding schrijft hij mee te willen helpen aan ‘de ontwikkeling van een marxistische traditie in Suriname’. Hij is supporter van Maurice Bishop (zie kader), de leider van de marxistische revolutie op het Caribische eiland Grenada, en Hira wordt om dat gedachtengoed te verbreiden voorzitter van het Grenada-comité in Nederland. Hira is dus marxist te noemen, een belangrijk punt om hem beter te begrijpen.
Sandew Hira heet eigenlijk Dew Baboeram en is de jongere broer van advocaat John Baboeram, die nu 64 jaar oud zou zijn geweest. Omdat hij opkwam voor herstel van de democratie is hem een groot deel van zijn leven afgenomen, want hij was nog maar 31 jaar toen hij werd geëxecuteerd op 8 december 1982. Na het openen van de lijkzak in het mortuarium bleek hij bovendien ernstig te zijn mishandeld: hij had gebroken kaken en zijn tanden waren naar binnen geslagen.
Zoals Hira een nabestaande van John Baboeram is, zo zijn er meer. Niet in de laatste plaats zijn weduwe en zijn zoon, die allebei woedend zijn vanwege de huidige acties van Hira. In een persbericht verklaren ze dat zijn gesprekken met Bouterse niets anders dan ‘een kromme waarheid’ zullen opleveren. Hira’s argument dat rechtspraak dertig jaar lang tot niets leidde, vegen ze van tafel: ‘De rechtsgang in deze zaak kwam niet op gang omdat de situatie in Suriname toen nog erg fragiel was. Bij toenmalige regeringen heerste angst om tot onderzoek naar de mensenrechtenschendingen over te gaan’. Dat Hira het resultaat van zijn gesprek met Bouterse nota bene op 8 december wil openbaren, getuigt opnieuw van weinig respect voor de nabestaanden. Het is hun dag de vijftien slachtoffers te gedenken.
Waar komt deze ongevoeligheid vandaan? Lees het complete doopceel van Hira in het decembernummer van Parbode…