Het rommelt in het westen van ons land. Houtkapbedrijf Greenheart werd onlangs gekocht door een van de rijkste mannen ter wereld, en de nieuwe bedrijfsleiding probeert alle lokale werknemers op straat te gooien. Aziatische arbeidskrachten staan al klaar om over te nemen. Met mogelijk rampzalige gevolgen voor mens en natuur.
Wie de afgelopen jaren na minstens acht uur lang hossen en hobbelen over de bauxietweg achter Zanderij eindelijk in Apoera was beland, kon bijna niet geloven welke bedrijvigheid er plots heerste. In het eens zo afgelegen, zelfs comateuze dorp – tweeduizend inwoners die tientallen jaren amper wat omhanden hadden – was sinds augustus 2012 de grootste zagerij voor tropisch hardhout van heel ZuidAmerika verrezen. Het Hongkongse Greenheart had die er neergepoot. Een monsterachtig grote collectie concessies van samen maar liefst 405.000 hectare voorzag het van boomstammen die in alle vormen en maten werden verzaagd, vooral voor de export naar China.
De hele operatie stelde zo’n 350 à 400 mensen te werk, van houthakkers met snerpende kettingzagen, bestuurders van bulldozers en vrachtwagens tot de vele mannen én vrouwen die in de zagerij zelf werkten. Voornamelijk lokale werkkrachten. Het gebied leefde na decennia van mislukte projecten daardoor eindelijk op, de welvaart nam er zichtbaar toe. Aan lonen alleen al pompte Greenheart maandelijks meer dan een half miljoen Surinaamse dollar in het dorp. Een plek waar bijna niemand voor de overheid werkt, ook al uniek in ons ambtenarenland.
Verder lezen? Koop dan nu de Parbode. Nog tot eind deze maand in de winkel en daarna verkrijgbaar via de redactie.
Nu populair
