Repelsteeltje
eindelijk, toen alle gasten vertrokken waren en we in het licht van de bijna volle maan met de honden nog even struinden over dit gigantische erf, hebben we haar dan ten langen leste betrapt terwijl zij schielijk maar in al haar schoonheid bijna lichtgevend stond te bloeien in de diepdonkere nacht. Verlegen, want maagdelijk, niet voor een mensenoog bestemd, slechts voor die ene mot die zo door haar geuren en schoonheid bedwelmd zou worden dat hij bereid zou zijn om haar stuifmeel ter meerdere eer en glorie te verspreiden. ademloos hebben we de bloem bewonderd, gefotografeerd en – ten slotte – geplukt om haar binnen in een vaasje te koesteren. tot ze in het licht van de morgenzon verlepte als een frêle diva waar alle leven uitgezogen was.
Goed, goed, deze intro is wellicht een tikkeltje hoogdravend. Maar het was verrassend en heel cool om opeens te zien hoe die dooiige plant haar geheimen zo onwillig prijs gaf aan die volslagen argeloze passanten die kwispelend dan wel lichtelijk aangeschoten op weg waren naar de laatste appartementen om de hydrofoor uit te zetten.
We hebben de twee vetplanten een jaar of wat geleden van vriendin en schrijfster ellen Ombre gekregen, met de verzekering dat ze ‘s nachts zouden bloeien. Maar verder dan een handvol verlepte dweiltjes in de vroege morgenzon zijn we nooit gekomen. ellen had haar perceel aan de anton Dragtenweg verkocht toen ze bijna opgeslorpt dreigde te worden door een giga hotel met casino en aanverwanten. Haar beeldige tuin, die tot aan de surinamerivier reikte, gaf ze dus prijs, maar haar potplanten wilde ze van de ondergang redden en dus bedacht ze ons in haar vegetatietestament.
toen de lading (ik geloof vier potten met piëdestal) wuivend in de laadbak van onze Hilux vanaf ellen arriveerden, verklaarde Bloemendaalgastvrouw anoeska, vervuld van afgrijzen, dat ze een jeugdtrauma aan de soort had overgehouden. ‘Voor biologie moesten we hem stekken door een blad ervan in een boek te leggen en het zo te drogen. Vanaf de uiteinden van het blad zouden dan wortels gaan groeien, daarom wordt hij Wonderblad genoemd. Maar op de een of andere manier mislukte het project bij mij en kreeg ik een 2 van mijn biologieleraar. Bovendien had ik dat stomme blad in een van mijn schoolboeken gelegd, en dat werd een ongelofelijke smeerboel. Dus kreeg ik ook nog eens op mijn kop van het schoolhoofd, en moest ik alle schade van mijn zakgeld betalen!’
Dus wat die klere-planten dan eigenlijk in die veel te chique potten op van die sierlijke pilaartjes moesten…? Maar nu zij haar oogstrelende en neuskietelende geheim heeft prijsgegeven, zijn we allemaal als een blad aan de boom omgeslagen. repelsteeltje is de oogappel van het terrein geworden!
Zo heeft Dino vanmiddag de potten en hun zuiltjes opnieuw geschilderd in prachtig crème-wit. en nu ons dak vernieuwd en verstevigd wordt (voor de op handen zijnde zonnepanelen; Bloemendaal goes solar!) en er van de oude vliering zakken en zakken vleermuisstront zijn weggeschept, worden de twee troetelplantjes daarmee bemest. Want vleermuizen zijn een regelrechte ramp, maar hun stront mevrouwtje, oh la la! Crème de la crème!
elke nacht, zo tussen elf en één uur, (wanneer onze gasten zich te slapen hebben gelegd), gaat een van ons de lichten in en rondom het zwembad uitdoen. Doorgaans met onze twee teefjes die ‘s avonds binnen mogen blijven, de andere honden slapen in hun kennel. Maar nu schuifelt rené opgewonden met zijn hondjes naar buiten: ‘noor, noor, we gaan even Malediefjes plukken hoor, of kijken of de lelietjes van Dames nog bloeien‘ (oudgehuwden als we zijn, verhaspelen we over en weer vrijwel elk zelfstandig naamwoord).
Maar goed, we noemden de bloem dus nog steeds repelsteeltje.
Want Google geeft op Wonderblad geen sjoege, en als je Queen of the Night intikt (dat was de naam die ellen Ombre ze meegaf) krijg je een paarse tulp, een zwarte chowchow en een paar bloeiende cactussen die niet in de buurt komen van onze Parel van de nacht.
Dus hebben we de bloem op de Facebookpagina van Bloemendaal gezet, met als gevolg een hele stroom likes (waar we op dat moment dus niet veel aan hadden) en – ten slotte – de bevrijdende mail van Marieke Visser. in ruil voor een stekkie (moeten we weer een van onze dure boeken gaan bevlekken!) gaf zij de identiteit van onze bloem prijs: een link naar de night Blooming Orchid Cactus, Cereus, epiphyllum oxypetalum, ‘also known as Dutchman‘s pipe or queen of the night‘.
en als je erop klikt, blijft er niks geheimzinnigs meer van de magische bloem over: hoe je hem moet stekken, verzorgen, dat ie binnen en buiten kan gedijen, de hele santenkraam!
Dat was nou ook weer niet de bedoeling. Dus houden wij het, hier op Bloemendaal, gewoon stiekem op repelsteeltje, onze eigen heimelijke nachtbloeier.