De devaluatie en de halve waarheden
Dat het niet goed gaat met de financiële huishouding van de overheid, is inmiddels wel duidelijk. Als het om het zoeken naar de oorzaken gaat, struikelen vooral politici jokkend en met de beschuldigende vinger wijzend over elkaar heen. Feit is dat de chaos heeft geleid tot een devaluatie met verstrekkende gevolgen, die door de regering schaamteloos worden gebagatelliseerd. Het volk moet in ieder geval de torenhoge rekening betalen, die wordt gevoeld in de portemonnee.
Op 29 december 2014 verzekerde Gillmore Hoefdraad, governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), tegenover Starnieuws: ‘Er is geen enkele conditie die op dit moment een devaluatie staaft’. Dat had hij in de maanden daarvoor ook al geroepen, nadat duidelijk was geworden dat onder de regering Bouterse-1 de bodem van de staatskas in zicht dreigde te komen, steeds meer rekeningen niet betaald konden worden en de valutatekorten opliepen. Hoefdraad wist toen natuurlijk ook dat de situatie veel ernstiger was dan hij zei, maar om geen roet te gooien in het op handen zijnde verkiezingsfeestje van de Nationale Democratische Partij (NDP) op 25 mei 2015, verdoezelde hij de waarheid en hield de kaken stijf op elkaar.
Zelfs op 21 juli, dus bijna twee maanden na de verkiezingen, hield Hoefdraad de NDP-fractie tijdens een presentatie nog voor dat er geen devaluatie op komst was. Tenminste, als we de woorden van de NDP’ers André Misiekaba en Amzad Abdoel mogen geloven. Het duo riep een dag later verongelijkt tegenover de media dat een verkeerd beeld werd gegeven over de financiële situatie van het land. ‘Het is geen doembeeld, er worden allerlei donkere wolken gepresenteerd’, zei Misiekaba. En als er al slechte financiële vooruitzichten zouden zijn, dan kwam dat door de verminderde staatsinkomsten, niet door de spilzucht van de regering en de wijdverbreide corruptie.
Verder lezen? Koop dan nog snel de Parbode!