leemte van de Surinaamse muziekhistorie gevuld
Top Notch, bedankt. Kees de Koning, bedankt. Edgar Burgos, bedankt. Diederik Samwel, ook bedankt. Het is misschien een ietwat klef begin voor een artikel in een opiniemaandblad, maar voor deze ene keer zijn we best bereid een uitzondering te maken. Met het eind november uitgebrachte boek Sranan Gowtu, Iconen uit de Surinaamse muziek is het meer dan twee jaar durende project van de Nederlandse platenmaatschappij Top Notch om de Afro-Surinaamse muziek te conserveren en opnieuw onder de aandacht te brengen namelijk tot een einde gekomen. En dat vraagt wat ons betreft om een dankwoord.
Want wie had in juni 2013 nou kunnen bevroeden dat de operatie Sranan Gowtu zich zou ontwikkelen tot zoiets groots? Wie had destijds gedacht dat Nederland de Surinaamse sterren van toen en nu zo ruimhartig zou omarmen? De afgelopen 2,5 jaar zijn er verzamelalbums uitgebracht van onder anderen Lieve Hugo, Oscar Harris, Max Nijman, Papa Touwtjie en de beide Max Woiski’s. Er zijn concerten georganiseerd, bezoeken afgelegd aan belangrijke radio- en televisieprogramma’s, en vele krantenkolommen zijn aan Sranan Gowtu gewijd. Kenny B. fietste nog even tussendoor met zijn megahit Parijs, Typhoon brak door met zijn plaat Lobi da Basi, Sranan Gowtu opende de Uitmarkt op het Museumplein in Amsterdam en er werden negen miljoen blikjes Fernandes van het Sranan Gowtubeeldmerk voorzien. En nu, als slotstuk, is er dus ook nog eens een boek dat geheel in het teken van Surinaamse muziek staat.
Dit alles heeft de Surinaamse poku meer dan ooit zichtbaar gemaakt voor een breed publiek. En daarmee heeft het een bijdrage geleverd aan de beeldvorming van Suriname in Nederland. Langzaamaan, stapje voor stapje, kentert het frame over Suriname. Dankzij projecten als deze ziet men meer en meer ook de hippe, de kleurrijke, de veelzijdige en de talentvolle kant van Suriname. Het is fijn om te merken dat Nederland mede dankzij Sranan Gowtu voor een langere periode op regelmatige basis een ander Suriname te zien heeft gekregen dan het beeld dat het doorgaans voorgeschoteld krijgt.
En nu dus, na alle verzamelalbums, een boek. Want de Surinaamse artiesten hebben niet alleen prachtige muziek gemaakt, ze hebben ook roerige levens geleid, zowel in Suriname als in Nederland. Levensverhalen die rondzingen, die verspreid worden van mond tot mond, maar waarvan nog nooit iemand de moeite had genomen om deze verhalen te structureren en op te schrijven. In een zekere zin is het dus een simpele optelsom dat Top Notch schrijver Diederik Samwel in de arm nam om samen een lijvig boek te produceren. Het was nodig, zei Samwel tegenover Starnieuws. ‘Lang niet iedereen kent de achtergronden van kaseko, kawina en kaskawi. Tegelijkertijd zijn de verhalen van de muzikanten, zeker van de vorige generaties, vaak alleen mondeling overgeleverd. Met Sranan Gowtu hopen we daar verandering in te brengen. Voor een ander deel van het publiek vormt het hopelijk een eerste kennismaking met dit deel van het Surinaamse én het Nederlandse culturele erfgoed.’
Het resultaat mag er zijn. Het boek bestaat uit biografieën in verschillende lengtes van meer dan veertig bands en artiesten die zowel in Nederland als in Suriname een belangrijke rol in de muziek hebben gespeeld. Je leest alles over grote namen van de Surinaamse muziek. Je leest over het leven op plantages, over hoe Kid Dynamite eind jaren twintig als verstekeling met de SS Cottica naar Nederland vertrok, hoe Max Woiski sr. in 1936 dezelfde route aflegde om zich overzee te bekwamen in het accountantsvak, maar uiteindelijk vooral in de Rotterdamse club Negro Palace Mephisto belandde en uiteindelijk in de inner circle van prins Bernhard terechtkwam. Of hoe Stan Lokhin, ook wel de godfather van de Surinaamse muziek genoemd, met de Resurrection Singers gastoptredens verzorgde tijdens concerten van Stevie Wonder, Celine Dion en Mariah Carey.
En zo staat het boek bol van interessante verhalen en boeiende anekdotes. Het boek is niet allesomvattend en mensen zullen misschien artiesten als Denise Jannah en Typhoon missen – dat geeft Samwel in het voorwoord ook toe: het was simpelweg onmogelijk om alle Surinaamse artiesten te portretteren – maar toch kan gesteld worden dat Samwel in iets meer dan tweehonderd pagina’s de ziel van de Surinaamse muziek heeft weten te vangen. Want naast de biografieën wordt er ook aandacht besteed aan de ontstaansgeschiedenis van de Surinaamse muziek en de verschillende stromingen die daaruit zijn ontsproten. Dat maakt dit boek geschikt voor de kenner die op zoek is naar verdieping en verbreding van zijn kennis, maar het boek is evenzogoed geschikt voor de totale leek op het gebied van de Sranan poku. De eerste pagina’s zijn een stoomcursus Surinaamse muzikale geschiedenis, waarbij in heldere taal wordt uitgelegd wat bijvoorbeeld kawina, kaseko en kaskawi is. Verderop in het boek wordt ingegaan op de Amerikaanse invloeden en ook de Javaanse, Hindostaanse en Chinese muziekstijlen worden besproken.
Resumerend kunnen we helder zijn: we zijn uitermate positief over dit boek. In één keer uitlezen kan, daarvoor is het boeiend genoeg, maar net zo goed leent Sranan Gowtu, Iconen uit de Surinaamse muziek zich ervoor om zo nu en dan eens lekker door te bladeren. Het geheel is gedrukt op mooi papier, voorzien van een harde kaft en prachtig vormgegeven. Een must read voor iedere muziekliefhebber en voor iedereen die ook maar iets met Suriname heeft. Maar behalve dat heeft het vooral een leemte gevuld in de overlevering van de Surinaamse muziekhistorie.