Abortus en het zikavirus
‘Vier dagen geleden heb ik zika gekregen en vandaag heb ik ontdekt dat ik zwanger ben. Ik houd van kinderen, maar ik wil geen baby baren die zal lijden. Ik heb een abortus nodig, maar ik weet niet naar wie ik toe moet. Help me alsjeblieft.’ Het is een van de ruim duizend e-mails die de organisatie Women on Web heeft ontvangen sinds de uitbraak van het zikavirus in Latijns-Amerika vorig jaar, vertelt oprichtster Rebecca Gomperts in een interview met de Washington Post. ‘We helpen vrouwen met medicatie die een abortus opwekt, zoals mifespriston, om te voorkomen dat ze hun toevlucht zoeken tot onveilige abortussen.’
En dat is niet denkbeeldig, omdat de meeste Latijns-Amerikaanse landen een zeer restrictieve abortuswetgeving kennen (zie kader), die varieert van ‘onder alle omstandigheden illegaal’ tot ‘alleen toegestaan om het leven van een vrouw te redden of om haar lichamelijke gezondheid te beschermen’. Alleen in Cuba, Guyana, Frans-Guyana en Uruguay is abortus legaal.
Nadat in mei vorig jaar de eerste gevallen van besmetting met het zikavirus in Brazilië bekend werden, is er in korte tijd een ware epidemie ontstaan in een groot deel van Latijns-Amerika. De ziekte die wordt overgebracht door de gelekoortsmug – dezelfde mug die ook dengue overbrengt – kan bij zwangere vrouwen leiden tot het baren van baby’s met een te kleine schedel, waardoor de hersenen zich niet voldoende kunnen ontwikkelen. Veel onderzoekers achten een verband tussen zika en microcefalie, zoals deze aandoening heet, zeer waarschijnlijk.
Meerdere regeringen hebben vrouwen oproepen voorlopig niet zwanger te worden, om zo te voorkomen dat ze baby’s ter wereld brengen met de hersenafwijking. Het heeft het abortusdebat een nieuwe impuls gegeven, en draagt zo misschien bij aan de broodnodige verbetering van de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen op het continent.
Zika vanuit een andere invalshoek, deze maand in Parbode.