‘De getuigenis van president Bouterse’ gecrasht
Historiografie (geschiedschrijving) geeft, als een discipline van de maatschappijwetenschappen, met feiten als bouwstenen vorm aan de collectieve herinnering. Collectief geheugen is onmisbaar voor een nationale identiteit en het daarbij horend rechtsgevoel. Wat we goed of fout vinden, wordt in belangrijke mate bepaald door de betekenissen, ontleend aan de nationale ervaringen. Tegenover de historiografie staat het historisch revisionisme, of negationisme, de quasiwetenschappelijke pogingen historische misdrijven te ontkennen of te bagatelliseren. ‘Feiten’ vormen van die quasi-geschiedschrijving niet de bouwstenen, maar rookgordijnen voor ideologische manipulatie en narratieve misleiding.
Marx schreef dat de heersende ideologie die van de heersende klasse is. De leidende partij van de zittende politieke klasse in Suriname, de Nationale Democratische Partij (NDP) van de hoofdverdachte in het 8 decemberstrafproces, Desiré Bouterse, heeft door een valse voorstelling van de staat van de overheidsfinanciën en misbruik makend van staatsmiddelen, de absolute macht in De Nationale Assemblée veroverd. Bij het ernstige tekort aan integriteit van het openbaar bestuur, impliceert dit feitelijk het bestaan van een eenpartijstaat.
Macht corrumpeert, absolute macht corrumpeert absoluut. Echter, hoewel de NDP op genoemde wijze een grote minderheid van het electoraat voor zich heeft weten te winnen, bleef zij in de ogen van de democratische mensen en staten, moreel besmet door de historische misdrijven van de militaire dictatuur, haar erflater. Een morele besmetting die wordt onderhouden door de voortzetting van de schending van de mensenrechten van slachtoffers en nabestaanden, door de cultuur van de straffeloosheid.
Theo Para bespreekt ‘De Getuigenis van President Bouterse’ (met hoofdletters!) van Sandew Hira. Deze maand in Parbode.