Wachten op betere tijden
President Desiré Bouterse garandeert dat hij ons land tegen eind 2017 uit de ellende heeft gehaald. Wie gelooft echter de man nog die na zijn aantreden in augustus 2010 gouden bergen beloofde, maar ons land vervolgens in een diepe financiële crisis stortte waardoor nu vrijwel iedere inwoner het water tot aan de lippen is komen te staan?
Dat Bouterse en de zijnen het volk voorafgaand aan de verkiezingen van vorig jaar hebben bedrogen, is inmiddels wel bij iedereen bekend. De zaken werden destijds veel rooskleuriger voorgesteld dan ze in werkelijkheid waren; vooral via InfoAct werden we doodgegooid met leugens over de zeldzame verworvenheden van regering Bouterse-I. De steeds duidelijkere aanwijzingen dat de staatskas leeg was, werden door het staatshoofd verwezen naar het rijk der fabelen. Wel gaf hij toe dat de situatie precair aan het worden was. Dat was uiteraard niet zijn schuld, dat lag allemaal aan de economische crisis in de wereld, de dalende olieprijzen en het vertrek van bauxietgigant Alcoa.
Na de verkiezingen kwam de echte waarheid snel aan het licht: Bouterse moest wel toegeven dat de bodem van de lanti-kas was bereikt en dat de overheid echt niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen. Aannemers, bushouders, ziekenhuizen en al die andere schuldeisers die al maanden, soms zelfs jaren, op hun geld wachtten, wisten dat natuurlijk al lang. De tarieven voor elektriciteit en water werden drastisch verhoogd, een devaluatie van de Surinaamse munt volgde kort daarna.
Vage speculanten
Het bood weinig soelaas om de rust te herstellen en dus toverden het ministerie van Financiën en de Centrale Bank van Suriname (CBvS) de valutaveiling uit de hoge hoed. Daarvoor moest wel geld worden geleend van onder meer staatsbedrijven. En het werkte bovendien averechts, omdat vooral vage speculanten de keiharde Amerikaanse dollars opkochten en de koers verder omhoogstuwden.
Hoe nijpend de situatie van de overheid is, illustreerde minister Jennifer van Dijk-Silos van Justitie en Politie naar aanleiding van de groeiende onrust binnen het politiekorps. Haar ambtenaren zijn de gebrekkige werkomstandigheden zat. Zo werkt de airconditioning in de Centrale Meldkamer, een van de meest essentiële schakels binnen het korps, al tijden niet. Maar zelfs voor de reparatie is er geen geld, zo beaamde de bewindsvrouw. En dus moet worden gezocht naar sponsors. Hoe veel dieper kan lanti nog zinken…
‘Believe me’
Gelukkig is er, als we Bouterse moeten geloven, licht aan het eind van de tunnel. De situatie is ‘heel moeilijk en precair’, zo zei hij op een persconferentie begin april, maar ‘die koers ga ik naar beneden krijgen, believe me’. Daarvoor moet wel eerst bijna een miljard US-dollar worden geleend van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en andere instellingen en zal de toch al geteisterde bevolking de broekriem nog strakker moeten aantrekken.
Wat Bouterse bij die gelegenheid zelf niet wilde aantrekken, was het boetekleed. Hij gaf weliswaar – heel bijzonder – toe dat de afgelopen jaren fouten zijn gemaakt waarvan men heeft geleerd, maar door het stof gaan was en is er nog altijd niet bij. Dat er sinds 2010 bijna tienduizend ambtenaren zijn bijgekomen, wuifde hij min of meer weg door te stellen dat het niet goed is, maar eigenlijk een Surinaamse traditie is. Over het afslanken van het overheidsapparaat repte hij niet. En dat zijn kabinet veertig keer zo veel geld uitgeeft dan bij zijn aantreden, ziet hij ook niet als een probleem.
Nu het IMF moet inspringen om met honderden miljoenen ons land te redden van de ondergang, is het ondenkbaar dat snijden in het overheidsapparaat niet als eis op tafel wordt gelegd. Dat staat haaks op de bewering van Michael Miskin, bestuurslid van de Centrale van Landsdienaren Organisaties (CLO), dat de ambtenaren ontzien zullen worden. Waar het IMF komt, vallen vooral binnen de overheid de hardste klappen. Sterker nog, in ruil voor de steun komt ons land in feite onder curatele te staan: over iedere cent die de overheid wil uitgeven, zal verantwoording moeten worden afgelegd. Waarschijnlijk is dat gezien het verkwistende gedrag van Bouterse en consorten het beste nieuws.
Alternatief
De aan de zijkant staande oppositiepartijen willen doen geloven dat zij het beste alternatief zijn. Maar ook zij weten geen pasklare oplossing te presenteren om de problemen op te lossen, het is ze uiteindelijk alleen te doen om de macht. En wat valt er te verwachten van de twee hardst schreeuwende partijleiders, Paul Somohardjo (Pertjajah Luhur) en Ronnie Brunswijk (ABOP), die onophoudelijk roepen dat Bouterse zijn mandaat moet teruggeven? Zijn zij vergeten dat ze medeverantwoordelijk zijn voor de huidige chaos, omdat ze deel uitmaakten van de regering Bouterse-I? In de ogen van veel kiezers hebben ze hun geloofwaardigheid al lang geleden verloren.
De oppositie is bovendien zo verdeeld, dat ze er niet in zal slagen Bouterse en zijn club naar huis te sturen. Daarvoor is immers een twee derde meerderheid nodig in De Nationale Assemblée, waar de Nationale Democratische Partij (NDP) de touwtjes stevig in handen heeft. Als Bouterse binnen eigen gelederen iedereen tevreden houdt, dan is er voor hem geen vuiltje aan de lucht.
Het echte verzet zal vanuit het volk moeten komen. De protestgroep ‘Wij zijn moe’ kon in de eerste maanden op weinig steun rekenen, maar nu de gevolgen van de crisis steeds meer mensen naar de strot grijpen, zwelt de groep aan. Ze hopen dat de regering zwicht en vervroegde verkiezingen uitschrijft, zoals protesterenden dat ook in 1998 voor elkaar kregen en Jules Wijdenbosch op de knieën kregen. Maar die had in het parlement de steun van zijn eigen NDP verloren. Zover zal het met Bouterse niet komen. Dat hij de rit niet zal uitzitten en er vóór 2020 verkiezingen komen, ligt dus niet voor de hand. We moeten daarom door de zure appel die hij ons heeft geserveerd heen blijven bijten. Die appel zal bovenal eind 2017 niet zoeter zijn geworden, zoals de president tegen beter weten in heeft beloofd. Want wat je in zes jaar tijd tot aan de grond hebt afgebroken, bouw je in ruim anderhalf jaar niet zomaar weer even op. Zeker niet met een team dat de slopershamer onbeschaamd en naar hartenlust heeft gehanteerd.