Geruisloos… Of toch een loszittende plank?
Langzaam gaat een deur open. Het is donker, iemand komt op zijn tenen binnengeslopen. Het kraken van de houten vloer doet even de pas inhouden, om daarna stilletjes de kamer uit te sluipen…
Het is een clichébeeld uit een willekeurige film waarin ‘geruisloosheid’ zich in de spanningsboog bevindt, met een piepende deur, krakende vloeren, een opwaaiend gordijn tegen een bijna omvallend glas of klapperende ramen. Kleine onderbrekingen die het geheel ‘zonder ruis’ nog net niet in de war brengen, maar wel zeer typerend zijn om aan te geven dat het om een geforceerde stilte gaat. Ruis die er moet zijn, omdat de stilte onnatuurlijk is. Is deze onnatuurlijke stilte ook te merken bij gebeurtenissen die geruisloos in onze samenleving plaatsvinden? En waar zit dan het kraken van de vloer, of hebben we daar geen aandacht meer voor?
Geruisloos zijn ze er weer. Auto’s met donkere ruiten die zich een weg banen over onze wegen, zonder enig zicht op de inzittenden. Voorin, achterin, niemand is zichtbaar. Ik betrap mezelf erop dat ik zo’n auto het liefst geen kans geef om in te voegen. Alsof ik daarmee deel zou worden van het grote geheim achter die ruiten. Hoe zinloos is het knikje dat ik toezend, zonder dat ik iemand zie? Het lijkt immers zo langzamerhand op een legioen zelfbesturende auto’s. Mysterieus bewegen ze zich door het verkeer, zelfs taxi’s doen mee; de voorruit, de zijruiten, de achterruit.
Mysterieus is het eveneens dat het blijkbaar oké is en we geen discussie over het toegestane percentage ‘donker’ voor onze ruiten voeren, zoals die er eens was. Is die instantie geruisloos verdwenen, wie neemt de functie van de krakende vloer over?
Misschien is het ontbreken van de spanningsboog van wat onnatuurlijk stil is een prachtig teken dat wij deel uitmaken van een supersamenleving, eentje die zich met gemak wentelt in veranderingen, die geen enkele spanning hoeft te ondervinden van wat plotseling anders is dan voorheen. Die wat hij ziet zonder tegenstribbelen voor de nieuwe norm aanneemt. Vervolgens passen we ons ofwel stoïcijns ofwel met grote glimlach aan de nieuwe positie aan.
Het is als de ‘smooth’ overstap van de televisiezenders op een digitaal systeem. Hier en daar wat reclame over het aanschaffen van kastjes, aangevuld met veel reclame over het aanschaffen van een nieuwe televisie en de verandering is doorgevoerd. Compleet met bijkomende extra kosten die er blijkbaar niet veel toedoen voor deze geweldige ‘veranderingslievende’ samenleving. Bewust of onbewust?
Maar staat deze geruisloosheid in het verlengde van veranderingsgezindheid, het anders willen doen, handelen of zijn? Wanneer wordt geruisloosheid niet meer geaccepteerd en ziet een samenleving het veranderen van alles om haar heen of met haar samen toch als een onnatuurlijk gegeven? Geruisloos is vooral ‘bewust geen geluid maken’ of, zoals het woordenboek aangeeft, zonder dat het opvalt. Met andere woorden: de spanning van het klapperende raam is wel aanwezig, maar wanneer en hoe zorgt dit ervoor dat iedereen verschrikt wakker wordt en zich afvraagt of de omstandigheden waarin hij zich bevindt kunstmatig in balans gehouden worden?
tradities zouden ons een goed beeld kunnen geven van onze natuurlijke samenleving en hoe wij daaraan invulling geven. op zoek naar een traditie die voor vrijwel heel Suriname zou kunnen gelden, is nog niet zo gemakkelijk. Maar na even zoeken kom ik terecht bij verjaardagen, met gebruiken en gewoonten die zich generatie op generatie hebben voortgezet. De traditie van het geven en ontvangen van het cadeau vind ik daarvan het meest intrigerend. Wie namelijk wacht op een warme omhelzing van blijdschap nadat het cadeaupapier enthousiast van het presentje wordt afgerukt, zal lang wachten. niet omdat men niet tevreden is, ook niet omdat men niet aardig of liefdevol is. nee, op een ‘goede’ Surinaamse verjaardag worden cadeaus niet in bijzijn van de gever opengemaakt. Wie dat wel doet, heeft niet al te veel kennis van de Surinaamse verjaardagstraditie. Wie geeft, verwacht namelijk niet dat het cadeau ter plekke wordt opengemaakt en wie ontvangt zal het geschenk zo gauw mogelijk laten verdwijnen naar een moment, lang nadat alle gasten zijn vertrokken. Het cadeau verdwijnt geruisloos. Dat is beleefd, het andere is onbeschoft en – nog erger – het verstoort de balans van beleefdheid.
In de meeste gevallen hoort de gever nooit meer wat over het cadeau (en dat is ook niet de bedoeling). Dat er wel becommentarieerd wordt in de late uurtjes na de verjaardag, hoeft geen betoog. ‘Wat, van wie heb je dit gekregen?’ gevolgd door een tyuri. ‘Hmm, zo veel geld heeft hij, maar wat is dit, zeker bij de Chinees gekocht.’ of: ‘nee, dit shirt draag ik echt niet, wil jij die hebben?’
Zo geruisloos zitten we dus eigenlijk niet in elkaar. En wat erop lijkt dat we ons makkelijk aanpassen aan wat op ons afkomt, is eerder een met de jaren gegroeid handigheidje dat bij ons binnen is geslopen. Het wegduiken wanneer we niet goed weten wat we moeten doen met de gedachten, meningen en gevoelens die we hebben over wat we ontvangen, geven en meemaken. Stel je voor dat de plank los zit, dat het raam zodanig gaat klapperen dat we er zelf wat aan moeten doen, dat de wind zodanig waait dat alles van de tafel geveegd wordt en ‘het huis wakker schrikt’. Wat dan? Het lijkt alsof we proberen aardig te blijven om ons te kunnen wentelen in een kunstmatige zelfgekozen balans, zonder de werkelijke aandacht die een samenleving nodig heeft.
Kinderboekenschrijver Guus Kuijer noemt balans een zeer onnatuurlijke staat. Zijn kinderboeken gaan noch over balans, noch over voorzichtigheid en al helemaal niet over ‘beleefde kinderen’. Daarmee breekt hij een lans voor dynamische kinderboeken, verhalen die de denkwereld openen door aandacht te vragen. ‘Het leven houdt niet van balans’, zegt Kuijer. Waar zou het leven van onze samenleving van houden?
Als we dat willen beantwoorden, helpt het misschien om zichtbaar te zijn, niet te blijven steken in die achterkamer na het feest, maar te proberen iets van onszelf te tonen, zonder de angst om uit balans te raken. Misschien als we onze zwarte ruiten eens omlaaghalen, zal het huis eindelijk bewust wakker worden uit zijn onnatuurlijke stilte. En voor die mysterieuze auto’s, ach, daar hebben we nog altijd de film voor.