De Blauwe Neger
Jarenlang verbleef de Nederlander Theo Ruyter in Afrika, onder meer als correspondent. Omdat Nederland hem na zijn terugkeer niet beviel, ging hij eind 2014 een nieuw avontuur aan in Suriname, waar hij eveneens als journalist werkt. Hier vond hij de tijd om zijn liefde voor Afrika te verwerken in een roman die onlangs bij Ralicon verscheen.
De Blauwe Neger is fictie, maar de auteur heeft er tussen de regels door ook zijn eigen ervaringen in verwerkt. Duidelijk is dat hij het niet zo op heeft met de zogenaamde goedbedoelende ontwikkelingswerkers, zoals hij dat in 2005 in zijn boek Requim voor de Hulp al eens uiteenzette. Eigenlijk is zijn boodschap dat al die hulpverleners, en met name de organisaties door wie ze worden ingezet, vooral in den vreemde aan de slag gaan om hun eigen ego en status te strelen en vaak ook om er zelf, over de ruggen van de mensen die ze zouden moeten helpen, financieel beter van te worden. Daar kennen we in Suriname ook genoeg voorbeelden van.
Het verhaal draait in hoofdzaak rond Geert van Pinxteren, een ambitieuze landbouwkundige met de nodige Afrika-ervaring. Tijdens een eerder langdurig verblijf op het continent trouwt hij met Haimi, die min of meer tegen de wens van Van Pinxteren zwanger van hem wordt. Ze weet hem over te halen om samen naar Nederland te vertrekken en zet vervolgens nog een kind op de wereld. Het huwelijk strandt en als zich de gelegenheidheid aandient om in Tanzania aan de slag te gaan, hoeft hij niet lang na te denken. Hij weet zich ogenschijnlijk goed aan te passen, boekt grote zakelijke successen, vindt een nieuwe vrouw, neemt zelfs de Tanzaniaanse nationaliteit aan en belandt in de politiek. Van de lokale bevolking krijgt hij de naam Dokter Blue toebedeeld, wat de titel grotendeels verklaart. Zijn geboorteland is voor hem steeds minder belangrijk, maar met het verleden wordt hij toch keer op keer geconfonteerd, zo blijkt naarmate het verhaal vordert.
Hoewel Van Pinxteren een centrale rol speelt, is hij slechts in eenderde deel van het boek de ik-persoon. Zijn nieuwe vrouw Vicky, van wie hij later ook scheidt, komt in het tweede deel op de proppen als de ik-figuur, een rol die in het derde deel is weggelegd voor zijn zoon uit zijn eerste huwelijk, Mees. Om het allemaal nog wat ingewikkelder te maken, spelen de episodes van de ik-figuren zich in verschillende periodes af: van Van Pinxteren in 1998, van Vicky in 2002 en van Mees zelfs pas in 2018, als hij al lang en breed volwassen en het lot van zijn vader onzeker is. Dat vergt het vermogen en geduld van de lezer om te kunnen omschakelen.
Gelukkig is de schrijfstijl van Ruyter vlot en boeiend genoeg om je bij de les te houden en je in te leven in de uiteenlopende situaties waarin de ik-figuren manoeuvreren. Daardoor ontstaat een haast onbedwingbare drang om te weten te komen hoe het verdergaat en afloopt. Dat er enkele taal- en typefoutjes in staan, is jammer maar stoort niet echt. De finale correctie van het boek werd overigens gedaan door de onlangs overleden Els Moor, aan wie het boek ook is opgedragen. Wel is het zo, dat het drukwerk van Multiforms nogal slordig is: het plastic dat de omslag beschermt, blijkt niet tropenbestendig en de teksten zijn hier en daar schots en scheef afgedrukt. En gevreesd moet worden dat door het gebrekkige lijmwerk de pagina’s niet lang op hun plaats zullen blijven zitten. Dat is jammer, De Blauwe Neger had beter verdiend.
De Blauwe Neger, Theo Ruyter, 2016, Ralicon, ISBN 978 94 92169 28 0