Sibibusi
Sibibusi Een prachtige dichterlijke metafoor voor de heeft me als woord altijd geïntrigeerd. harde regen die bij ons in de tropen valt, de bezem door het bos die alles schoon wast. En om als bezem door ons Amazoneregenwoud te gaan, ik geef het je te doen. flink en stevig moet je zijn om door dat dichte oerwoud heen te zwiepen, een stevige regen waarna het bos zich vast als herboren voelt.
Wanneer deze sibibusi echter in de straten van Paramaribo valt, is het een en al ellende. Alles wat vuil is of niet in de straten thuishoort, verzamelt zich in het grote waterpad dat geen uitweg kent. Het frisse en herboren gevoel is ver te zoeken, terwijl we het goed zouden kunnen gebruiken.
op school bijvoorbeeld, wanneer het erom gaat onze kinderen als ‘mensen’ te zien in plaats van wezens die wel even geleerd wordt wat het betekent om je aan regels te houden. ook zou ik wel een sibibusi wensen bij verschillende overheidsdiensten, zodat mensen als herboren hun werk kunnen oppakken. Maar vooral de verwensingen en hatelijkheden die verschijnen op facebook zou ik graag door een sibibusi willen ontkleden, zo’n heftige sibibusi die ook de ongefundeerde beschuldigingen krachtig wegspoelt, tezamen met alle narigheid van beledigingen die geen grenzen kennen.
Dat het kan helpen om als herboren een betere manier te vinden om wat ontoelaatbaar is aan het licht te brengen, brengt me bij de krachtige woorden van de dichter Slory in zijn gedicht orfeu Negro:
Ik zal zingen om de zon te laten opkomen,
wanneer de sterren weggewassen zijn uit de lucht.
Ik zal zingen in wolken van oranje, bespikkelde lendendoeken van roodblauw, zwart, dat zich niet langer kan staande houden wanneer mijn zon aankomt;
een gele boodschap voor allen die nog in hun kampen liggen, voor allen die blind zijn van slaap… Ik zal zingen om de zon te laten opkomen, vanuit het water dat zo eindeloos breed is,
totdat jullie naar buiten komen om te luisteren naar het bericht dat vanuit mijn hart naar buiten breekt:
enkele druppels van morgenzon.