Succesfilosofen
Onlangs sprak ik een dame die in ons land op vakantie was. Ze vertelde mij dat ze tijdens haar omzwervingen door stad en land nogal wat succesfilosofen was tegengekomen. ‘Succesfilosofen?’ vroeg ik, want ik kende het woord niet. Die uitdrukking wilde ze maar al te graag uitleggen. Een succesfilosoof, zei ze, is een man, meestal is het een man, met prachtige plannen. Hij kan die plannen uitstekend onder woorden brengen. Hij gaat podosiri planten, of cassave, of kersen, of markusa. Hij kan je ook haarfijn voorrekenen welke enorme opbrengsten er per hectare binnenkort te verwachten zijn, indien hij die plannen daadwerkelijk zou verwezenlijken. Hij heeft die hectaren niet hoor, maar die kan hij eenvoudig aanvragen, want hij kent iemand bij het Domeinkantoor en die helpt hem zo.
Vervolgens is het nog maar een kwestie van planten, ontspannen wachten, oogsten en verkopen. Bigi moni! De cassavefabriek is een mooi voorbeeld van een succesfilosofie. Uitgebreide plannen werden gepresenteerd. Geïnteresseerde boeren hebben een cursus gevolgd om op een verantwoorde manier cassave te verbouwen. Die boeren gingen daarna vol enthousiasme aan het werk om cassave te planten en te oogsten. En hoe staan de zaken nu? Produceren we al cassavemeel, exporteren we al naar de landen van de Caricom? Helaas, de fabriek is met grote woorden geopend, heeft een keertje of twee cassave verwerkt en is sinds een aantal maanden buiten gebruik of uitgeschakeld.
In de afgelopen weken kwam ik nieuwe mooie plannen tegen. We gaan kokosnoten verbouwen in Coronie. Het idee komt van mijnheer Khodabaks. Hij is werkzaam bij het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. topideetje hè? Hadden we vijftig jaar geleden ook al kunnen bedenken, maar te laat is het nooit. Hoever staan de zaken nu, wilt u weten? Ze hebben nog niet geplant. Er is wel een inventarisatie gehouden. Daarna hebben ze onderzocht wat de problemen van de mensen zijn in Coronie. op schema staat nu een bezoek aan India, om te zien hoe ze daar kokos telen, welke rassen ze gebruiken en wat we nog meer van hen kunnen leren. Hoe ze kokos telen, weten ze dat dan nog niet in Coronie? Misschien niet meer. De laatste aanplant dateert van vijftig jaar geleden.
Ander voorbeeld. onlangs vertrok een handelsdelegatie, bestaande uit afgevaardigden van Handel en Industrie, Suriname Business forum en de Associatie van Surinaamse fabrikanten, naar trinidad en tobago, in het kader van de ‘voedselschuur’ zullen we maar zeggen. De delegatie onderzocht welke producten men op die eilanden van ons zou willen afnemen. Uiteraard wilde men ook weten aan welke regels en voorschriften men moest voldoen. ten slotte vroeg men advies over de verpakking. Suriname is sinds 1995 lid van de Caricom. Dat is ruim twintig jaar geleden. Jammer dat ze op trinidad en tobago evenals in India geen internetverbinding hebben. In dat geval had je via de mail en via Skype kunnen afstemmen. Konden we eerder tot actie overgaan.
Heeft u weleens gehoord van de Dominicaanse Republiek? De Dominicaanse Republiek staat op plek 90 als grootste exporteconomie in de wereld en Suriname staat bijna vijftig plaatsen verder op plek 138. Suriname exporteert per jaar 67,5 miljoen US-dollar aan bananen. om u een idee te geven: de Dominicaanse Republiek exporteert 429 miljoen US-dollar aan bananen. op de Nederlandse markt kost de Surinaamse kousenband 8,95 euro per kilo. De Dominicaanse kost iets minder, 7,50 euro. De Surinaamse boulanger kost 10 euro, de Dominicaanse 3,95 euro. De Surinaamse sopropo kost 10 euro, evenals de oker en de antruwa. De Dominicaanse sopropo kost 2,95 euro, de Keniaanse oker 4,95 euro. Natuurlijk, onze groente is zo veel mooier, zo veel smakelijker, maar twee, drie, vier keer zo mooi en smakelijk?
Het zal ongeveer vijftig jaar geleden zijn toen ik voor het eerst het volgende sprookje hoorde over het vruchtbare Suriname waar alles vanzelf groeide: je hoefde maar een tomatenzaadje uit je kukru fensre te laten vallen en zie daar, een maandje of twee later groeiden er tomaten. En niet zomaar tomaten, nee, bigi tomaten, helemaal vanzelf. De man die de legende vertelde, gaf met zijn twee handen aan hoe groot die tomaten werden. En ik, jong en onnozel, zette grote ogen op, zulke kolossale tomaten! Maar het was nog mooier, stak je bij wijze van spreken een wandelstok in de grond, dan begon die te spruiten. Hij kon niet helpen. Een mooie tori, maar iedereen die op kleine of grote schaal heeft geplant, weet dat het absoluut niet vanzelf gaat. Een eerste vereiste is dat de waterhuishouding in orde is. Niet te veel water in de regentijd, niet te weinig in de droge tijd. Moet ik u nog vertellen hoeveel hectare grond de afgelopen maanden onder water stond, hoeveel hectare aanplant verloren is gegaan vanwege defecte pompen en gemalen en hoeveel moestuintjes zijn verzopen?
De tijd van filosoferen over succes is voorbij. De realiteit is dat plannen uitvoeren hard en efficiënt werken vraagt, willen we kunnen concurreren, willen we kwaliteit leveren en continuïteit kunnen garanderen. Het wachten is nu op de eerste kokosnoten uit Coronie.