Verscholen achter het IMF
Achter geld aan zitten schijnt het belangrijkste te zijn voor onze leiders, ook als het er niet is. Maar is dat wel mogelijk als het belang van de menselijke capaciteit in alle plannen genegeerd wordt, de belangrijkste factor in ‘what it takes to do right’?
In een interview van journalist Wilfred Leeuwin met banktopper Sigmund Proeve werden we er nog eens met nadruk op gewezen: ‘We moeten produceren en geld verdienen.’ Prima, maar aan het belang van goed leiderschap voor productie en het daarbij behorende verdiende geld, wordt geen aandacht gegeven. Vreemd. Elke ondernemer ontslaat de werknemer die een potje van zijn werk maakt, door middel van een nette ontslagbrief waarin staat dat hij zijn taken verzaakt en niet voldoet aan de benodigde eisen. De werknemer die zijn taken zodanig uitvoert dat het bedrijf bijna failliet gaat, wordt zelfs op staande voet ontslagen. Wie kent niet de advertenties uit de krant in de trant van: ‘de heer X werkt niet meer voor het bedrijf Y, elke handeling is niet meer in naam van…’ enzovoorts? Geld maken is voor iedere ondernemer belangrijk, maar sinds wanneer is geld een doel geworden? Trouwens, is er niet reeds veel geld verdiend dankzij jarenlange productie van rijst, bauxiet en goud? Waarom wordt er nauwelijks gesproken over de capaciteit die nodig is om deze productie naar behoren te managen? Het land moet het doen met het Internationaal Monetair Fonds, IMF.
‘Yu sa poti puspusi fu luku merki’, zou een tante van mij zeggen. Nee toch. Of laten we Einsteins woorden nemen: ‘We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt’. Maar wie stoort zich in de hitte van de strijd om geld nog aan de teksten van een man met een warrige haardos of aan mijn tante? Heeft het IMF een profielschets waaraan degene aan wie het een lening verstrekt, moet voldoen? Als het om de mens zou gaan, zou dat zeker het geval zijn. Echter, het gaat niet om de mens.
Ook de interviewers zijn in deze geld- en productiediscussie zo verblind, dat zij de mens zijn vergeten. Jammer, misschien hadden zij anders tijdens de persconferentie met het IMF en de minister van Financiën, deze heren met hun prachtige woorden achter de tafel, compleet van de tafel kunnen vegen. Hoe is het namelijk mogelijk dat je een lening toegeschoven krijgt, ondanks het feit dat je eerder niet de capaciteit bezat de verdiende miljoenen in te zetten voor de toekomst van de mensen van jouw land? Miljoenen die zonder enige transparantie zijn uitgegeven of verdwenen en waarvan niets gespaard is? Is het IMF zo blij dat zij hun werknemers weer goed kunnen betalen om de benodigde intensieve controle uit te oefenen, het ‘de een zijn dood is de ander zijn brood’-principe? Dat geld zonder het centraal stellen van de mens als drijfzand is, dringt blijkbaar nog niet tot iedereen door. Het begint al bij onze vakbonden binnen het onderwijs. Zij gaan niet de straat op voor beter onderwijs voor onze kinderen, maar zodra er geld in het gedrang is, zijn ze als de doden weer herrezen.
Het geldprobleem is helaas een mensprobleem. Het schijnt een nare ‘spin Anansi’-karaktertrek te zijn van onze samenleving, de verwarrende perceptie wie de eigenaar is van een probleem en daarmee de ontkenning van eigen verantwoordelijkheid. Verschuiven van verantwoordelijkheden is zo gewoon geworden, dat degene die er iets over roept nog eens dubbele schuld in de schoenen geschoven krijgt. Zoals dit ook weer gebeurde tijdens een etentje met vrienden, waarvan een de pech had kok te zijn. Een opmerking tegen de eigenaar dat het wel erg lang duurde voordat het eten opgediend werd, was volgens hem te wijten aan onszelf. Ten eerste omdat we rijst hadden besteld en ten tweede omdat er een kok in ons midden was aan wie hij nog had gevraagd of die hem anders niet even wilde helpen in de keuken (die natuurlijk had geweigerd, het was zijn feest!). Tekortschieten is de schuld van de ander. Het zijn de wereldmarktprijzen, het is de vorige regering, het is zelfs uiteindelijk het volk dat op te grote voet leeft. De schouders van onze samenleving worden in deze crisis zwaar belast. Zij moeten planten, productie leveren, goed omgaan met stroom en water en, niet te vergeten, veel geld verdienen zodat zij alles kunnen betalen dat twee keer zo duur is geworden. Zolang het kan, blijft men verschuiven en verschuilen met als doel gevrijwaard te blijven van alle blaam. De blaam dat je als regering bent tekortgeschoten in de zorg voor je land en eenieder die er woont: ‘Vang die klap maar op voor mij. Ter voorkoming dat ik mijn hand in eigen boezem steek, neem ik mijn hand en klap ik jou, MENS. Jij die mijn onkunde, onmacht en falen door vragen zichtbaar maakt.’ Hoe safe kan een toekomst zijn met dit verschuilgedrag?