On the natural history of Guiana
Een van de belangrijke doelstellingen van deze rubriek is om u kennis te laten maken met onbekende boeken uit de Surinaamse bibliotheek. Deze is uitgebreider en diverser dan doorgaans wordt aangenomen. An essay on the natural history of Guiana’s is zo’n titel die door wetenschappers en verzamelaars vaak over het hoofd is gezien. Auteur Edward Bartholomew Bancroft werd geboren in Westfield, Massachusetts, in 1745. Hij werd opgeleid tot arts en chemicus, maar liep weg van zijn baantje als leerlingarts. Over zijn rol als dubbelspion voor de Amerikanen en Engeland is al veel geschreven. Wij beperken ons hier tot zijn tijd in Nederlands-Guiana en zijn boek.
Op 19-jarige leeftijd kwam Bancroft in de Nederlandse koloniën terecht, waar hij in 1763 als arts op een suikerplantage werd aangesteld. Hij verliet Zuid-Amerika weer in 1766. Drie jaar na zijn vertrek publiceerde hij zijn boek An essay on the natural history of Guiana. Bancroft schrijft over de Nederlandse bezittingen in Zuid-Amerika, die zich uitstrekken van het stroomgebied van de rivier de Pomeroon, in het huidige Guyana, tot aan onze eigen Marowijnerivier. Het boek is een bundeling van vier brieven die Bancroft in 1766 stuurde aan zijn broer Daniël. In de eerste brief schrijft hij vooral over de bomen en gewassen (cacao, koffie, katoen, cassave en bananen bijvoorbeeld). In zijn tweede brief gaat hij vooral in op de fauna in het gebied. Hij schijft over vogels zoals papegaaien en valken, maar ook over tijgers en vleermuizen. Daar zullen vooral biologen, ornithologen en andere liefhebbers van genieten. Maar in de derde brief zijn de oorspronkelijke inwoners aan de beurt. Hij beschrijft de ‘indianen’ van de Guiana’s en onderscheidt vier stammen: de Carribbees, Accawaus, Worrows en Arrowauks. De inheemsen hebben vele weggelopen slaven gedood en werden door het koloniaal gezag rijkelijk beloond voor elke afgehakte hand die getoond kon worden. Daaraan voegt hij toe dat de inheemsen de gewoonte hadden om de vijanden die zij in de strijd gedood hadden, op te eten. Tot dan toe was er over het leven van Inheemsen weinig geschreven. Bancroft weet veel te vertellen over de gebruiken en gewoonten van de inheemse bevolking.
De slavenopstand in Berbice in 1763 wordt eveneens uitvoerig behandeld. Honderden van de opstandige slaven werden verbrand of geradbraakt, met alle verschillende vormen van wreedheid waarom de Nederlanders bekendstonden, zo schrijft Bancroft. Net als in de andere West-Indische koloniën neemt de slavenstand snel af als deze niet wordt aangevoerd met aanvoer van nieuwe tot slaaf gemaakten uit Afrika. De zware arbeid en de onderdrukking zijn de belangrijkste redenen daarvoor, volgens de auteur. Als laatste gaat Bancroft in op verschillende ziekten die zich voordoen, zoals lepra. Om de geschiedenis van Suriname te kunnen begrijpen, is het belangrijk om het ook in de bredere context van de Nederlandse koloniale politiek in de Guiana’s te bekijken. De geschiedenis van Demerara, Essequibo en Berbice kunnen niet los worden gezien van die van Suriname.
www.buku.nl
An essay on the natural history of Guiana, in South America: containing a description of many curious productions in the animal and vegetable systems of that country. Together with an account of the religion, manners, and customs of several tribes of its Indian inhabitants. Interspersed with a variety of literary and medical observations. In several letters. London: Edward Bancroft. T. Becket and P. A. de Hondt, 1769