Suriname ziet door de (palm)bomen het bos niet meer
Al jaren bevindt de palmolieproductie in ons land zich in een grijs gebied. Ondanks allerlei mooie plannen, is er de afgelopen twintig jaar geen druppel olie geproduceerd. Volgens sommigen ligt er nu dan toch echt een overeenkomst klaar om ondertekend te worden. Andere partijen zeggen daarentegen dat ook dit project in de ijskast ligt. Parbode brengt de geschiedenis en huidige situatie van de palmolieindustrie in kaart.
In het verleden waren er in ons land op verschillende plaatsen palmolieplantages. De belangrijkste was de fabriek bij Patamacca, eens een prachtig dorp, omringd door eindeloze velden met palmoliebomen. Het dorp had uitstekende voorzieningen, zoals elektriciteit, schoon water, een poli en een school. De palmoliebomen stonden in rechte rijen op de plantage, het gras eronder was altijd kort gemaaid en er waren eindeloze wegen die het gebied doorkruisten. Dit is helaas verleden tijd, evenals de algehele productie van palmolie.
De productie van palmolie begon in de jaren zeventig op de Victoriaplantage in het district Brokopondo. Victoria was een houtplantage van tweeduizend akkers aan de Surinamerivier. Door het aanleggen van de Afobakadam moesten veel mensen uit het stuwmeergebied vertrekken, maar zij zouden in het nieuwe palmoliebedrijf werk kunnen vinden. Na vijf jaar werd een palmoliefabriek in gebruik genomen, en niet veel later werd ook een raffinaderij neergezet voor de verwerking van ruwe palmolie.
Verder lezen? Koop dan nu de Parbode. Nog tot eind deze maand in de winkel en daarna verkrijgbaar via de redactie.