Ingeborg Vonsée-Raillard
Paramibo
07/07/1935 – 06/10/2015
Inge werd geboren aan de Gravenstraat, als kind van Johannes Raillard en Margarete Schütz uit Zwitserland. Zij werkten als zendelingen van de Evangelische Broedergemeente in Suriname (EBG). Samen met de andere kinderen Heinz, Kurt, Karl en Heidi kreeg Inge een sobere opvoeding: ‘Jullie hoeven niet alles te hebben, want jullie zijn zendelingskinderen.’ Vanwege een oorziekte van Inges moeder, werd Anita Berggraaf als hulp in huis gevraagd, om tussen moeder en de kinderen te bemiddelen. Zij werd een tweede moeder en is voor Inge altijd heel belangrijk geweest.
Op haar veertiende werd ze naar Zwitserland gestuurd om een opleiding te volgen. Eerst met de KNSM-stoomboot naar Nederland, daarna met de trein naar Basel in Zwitserland. “Ze was nogal onzeker, ook omdat er voornamelijk mannen aan boord waren”, vertelt Andre Vonsée, haar latere echtgenoot. In Basel werd ze opgehaald door een bijna onbekende tante en ze miste haar familie en Suriname.
Vader Raillard werd in 1953 geroepen voor een taak in Zürich en de rest van de familie verhuisde daar naartoe. Inge was heel blij daarover. In juli van het jaar daarop zou hij zich bij zijn gezin voegen. Helaas overleed hij plotseling op 23 april 1954, en hij werd in Suriname begraven aan de ingang van het Jeugdcentrum van de EBG. Overigens is de weg die naar dit centrum leidt, naar hem vernoemd.
Inge studeerde fysiotherapie en werkte in een ziekenhuis in Zurich. Ze worstelde innerlijk met geestelijke zaken en besloot in 1964 Roomskatholiek te worden. Na tijdelijk arbeidsongeschikt verklaard te zijn, besloot ze op haar 32ste een reis naar Suriname te maken. “toen zij op Zanderij uit het vliegtuig stapte en de Surinaamse lucht ademde, had ze het gevoel van thuiszijn”, weet haar man. Ze zei aan de bekende tandarts Desi Polanen: ‘Als je me kan helpen om Anita Berggraaf te vinden, is alles goed!’ Er voltrok zich een mooie hereniging met haar tweede moeder. Inge besloot voorgoed naar Suriname te komen, waar ze in het ’s Lands Hospitaal en de Annie Creche werkte. Ze had ook een clubje van seniore burgers met wie ze lichamelijke oefeningen deed. Voorts zong ze jarenlang in het kerkkoor van de Heilige familiekerk.
Andre Vonsée, mijn directeur en docent Spaans op het Christelijk Pedagogisch Instituut, ontmoette haar op een bruiloftsfeest. “Deze kennismaking leidde tot een hechte vriendschap en na een korte verkeringstijd trouwden we op 23 april 1992. Zij was toen 58 en ik 68 jaar oud.”
Helaas manifesteerde zich vier jaar geleden de eerste verschijnselen van geheugenverlies, in de vorm van symptomen van een beginnende dementie. Later verloor ze ook haar spraakvermogen. Ze was een eenvoudige, zorgzame vrouw met een blijmoedig, vriendelijk karakter en een gedreven beroepsliefde.