Parbode Sneak Peek – Stilte voor de storm in Saramacca
Al bijna twee jaar zwaait Laksmiepersad Doebay de scepter als districtscommissaris van Saramacca. Onder zijn bewind is er veel gebeurd afgelopen jaar, want 2017 moet een wonderjaar worden, geen crisisjaar. Doebay: “Het woordje crisis maakt mensen bang. In de jaren tachtig en negentig was er ook een crisis, en toen is alles doorgaan.” De dc is hoopvol gesteld over de mogelijkheden van ‘zijn’ Saramacca. “Ik hoop, ik droom en ik probeer mijn droom ook te verwezenlijken.”
Het is niet voor het eerst dat de NDP’er Doebay aangewezen werd als districtscommissaris; eerder was hij al dc van Nickerie. “Op een dag kreeg ik een telefoontje dat ik moest komen bij de aanstelling van mevrouw Samsoedien als dc. Prima, ik ging daarheen en dacht helemaal niet aan een functie als commissaris. Plots kreeg ik te horen: je blijft hier zitten als stagiair voor aankomend dc.” De in Nickerie geboren Doebay zat echter niet te wachten op een functie als districtshoofd. Hij ambieerde een functie bij de overheidsmedia of als jong lid van De Nationale Assembleé. Hij legt uit dat de functie als dc hem werd opgedragen door de president, en elke opdracht van het staatshoofd moet strikt opgevolgd worden. Het zaadje was geplant. Doebay volgde diverse trainingen en opleidingen in bestuurskunde en psychosociaal counseling om zoveel mogelijk kennis op te doen en ging aan de slag in Nickerie.
Burgerparticipatie
Zijn opgedane kennis bleek goed van pas te komen toen hij het district ter beschikking kreeg. “Want”, verklaart Doebay, “de functie is in principe politiek ingegeven, maar het is geen politieke functie. Je moet de politiek tevreden houden, maar in de eerste instantie een burgervader zijn. De burgers die partijen aanhangen die opposant zijn moet je met evenveel warmte en liefde ontvangen en ook met hen moet je kunnen praten.” Dit kan best moeilijk zijn in tijden van crisis, waarbij het financieel moeilijk is om het hoofd boven water te houden. In de districten is er financiële decentralisatie.
Het hele artikel is te lezen in het decembernummer van Parbode.