Wachten op Bojangles Uw kwaliteitsboekwinkel Cabellstraat 10 (zijstraat Kwattaweg) Tel. 530653 e-mail farlit@sr.net FARANAZ literair
In Frankrijk is Wachten op Bojangles een groot succes. Volgens de uitgever stonden in de metro van Parijs lezers beurtelings te huilen en te lachen om dit boek, waarvan inmiddels meer dan tweehonderdduizend exemplaren verkocht zijn. De recensenten zijn laaiend enthousiast en schrijver Olivier Bourdeaut (1980) ontving meerdere literaire prijzen. Al die lofuitingen verhinderen niet dat dit vermakelijke boekje bij lezing toch een beetje tegenvalt. De naamloze hoofdpersoon is een jongetje dat met zijn ouders in een appartement in Parijs woont. Hij doet in dit boek verslag van het uitbundige, uitgelaten leven dat het gezin leidt. Feesten met bijzondere gasten, met veel drank en tot diep in de nacht, een Afrikaanse loopvogel als huisdier en een enorme berg ongeopende post. Voor de ongeremde, rusteloze mama kan het niet gek genoeg zijn. De vader, die zijn vrouw iedere dag een andere naam geeft, is gefascineerd door die tomeloze vrouw en neemt de problemen die ze veroorzaakt als ze winkelt zonder te betalen of brand sticht in de woonkamer op de koop toe. Wanneer de problemen te groot worden, leggen ze de plaat Mr. Bojangles van Nina Simone op de grammofoon en dansen ze hun zorgen weg. Het jongetje ziet alles als een groot sprookje en dat is de charme van dit boek. Moeder drinkt de hele tijd cocktails omdat ze dorst heeft, zorgt ervoor dat hij niet meer naar school hoeft en prikt de belastingambtenaar met een paraplu. Vader ziet geamuseerd toe en grijpt in als het echt te gek wordt.
De tekst waarin het jongetje aan het woord is, wordt afgewisseld met het perspectief van de vader, in cursief. In die passages wordt al snel duidelijk dat het leven van het gezin niet alleen maar leuk is. Moeder is manisch, misschien schizofreen en moet af en toe tegen zichzelf in bescherming genomen worden. Na de brand in het appartement wordt ze zelfs opgenomen in een gesticht, waaruit vader en zoon haar bevrijden door middel van een hilarische kidnap. Dat de lezer dat alles ook door de ogen van het jongetje ziet is ontroerend, maar zeker niet origineel. In de verfilmde De jongen in de gestreepte pyjama werd deze truc al eerder uitgehaald. Wachten op Bojangles onderscheidt zich door de hilarische, bijna melige sfeer, die het boek licht maakt, maar soms echt te flauw is. Een voorbeeld: ‘Papa schreeuwde: “Pauline, waar zijn mijn espadrilles?” En Mama antwoordde: “In de prullenbak Georges! Daar komen ze nog het best tot hun recht!” En Mama riep: “Georges, vergeet uw rare fratsen niet, die konden nog weleens van pas komen!” En mijn vader antwoordde: “Maakt u zich geen zorgen, Hortense, ik heb altijd een extra paar bij me.”’ Natuurlijk krijgen die flauwiteiten een extra lading door de schrijnende omstandigheden, maar om er nu van te huilen of te lachen in de metro, nee.
Het sprookje wordt steeds gekker en uitbundiger. De lezer, die zich mee laat slepen in deze draaikolk, is zonder twijfel een paar uurtjes in een andere, vreemde wereld. Het einde komt onverwacht. De beslissing van de ouders is wel erg drastisch en lijkt niet te passen bij het voorafgaande. Het jongetje vindt vervolgens de aantekeningen van zijn vader, die hij naar een uitgever stuurt, die er vervolgens een boek van maakt: Wachten op Bojangles. Nog een literaire truc in een boek dat inderdaad soms grappig is en soms ontroert, maar helaas ook vaak te flauw voor woorden
Wachten op Bojangles, Olivier Bourdeaut, 2016, Uitgeverij Wereldbibliotheek, ISBN 9789028426719