Voorwoord: Seva (dienstbaarheid)
Een bekend Sanskrietwoord is seva, een begrip dat omschreven zou kunnen worden als ‘onbaatzuchtige dienstbaarheid’. Er zijn verschillende soorten seva te onderscheiden. Het eerste type, waarbij men niet eens weet dat men aan seva doet, omdat het de aard van de persoon is geworden, is seva van het hoogste niveau. Sommigen doen echter aan seva, omdat het nodig is in een bepaalde situatie, anderen omdat het vreugde geeft of omdat ze enig voordeel in de toekomst verwachten. De kwalitatief minst goede vorm van seva is als men goede daden verricht om te pronken, om zijn imago te verbeteren en om erkenning te krijgen. Dergelijke seva is gewoonweg vermoeiend, terwijl het eerste type helemaal geen vermoeidheid met zich meebrengt.
Het is evident, dat er in Suriname een grote behoefte is aan sevaks en sevika’s. Mannen en vrouwen die aan seva van de hoogste kwaliteit doen en die weten dat dienende handen heiliger zijn dan biddende lippen. Het is sowieso hartverwarmend om te zien hoeveel personen en organisaties in Suriname aan seva doen, door zich belangeloos dienstbaar te stellen aan medemens en leefomgeving. In dit nummer plaatst Parbode er enkelen voor het voetlicht. Het gaat om een slag idealisten die zich ondanks alle at’ede in ons land, dienstbaar blijven stellen. We spraken met onvermoeibare voorvechters die zich inzetten voor het wel en wee van verwaarloosde dieren, idealisten die de nood van achtergestelden in het binnenland lenigen, en conservatoren van onze Surinaamse geschiedenis. Deze idealisten verdienen onze bewondering en ondersteuning. En ook dankbaarheid, want niets is ontmoedigender dan gebeten worden in een uitgestrekte hand. Het zou goed zijn als we het goede voorbeeld van deze geëngageerde geesten volgen en zelf seva hoog op onze agenda plaatsen.