Voorwoord: Staatshorror Lenleni Libi
Het Bouterse-regiem heeft in de afgelopen periode in een duizelingwekkend tempo de ene miljoenenschuld na de andere gemaakt. Parbode geeft inzage in het leningenregister, en het ziet er niet fraai uit. Bedenkelijke kredieten met woekerrentes, ongebreidelde uitgifte van schatkistpapier, een staatshuishouding op imploderen: de economische leleku wordt met de dag ellendiger. Goed geld achter slecht geld aangooien en financiële aapjes uit de mouw toveren, daar is Paars master in. Dat geld een middel is en geen doel op zich, lijkt niet aan deze regering besteed. Want hoe de op de pof genomen miljoenen ingezet zullen worden, is net zo transparant als het water in ons gemolde Brokopondostuwmeer.
Bovendien, prudent budgetteren en de staatsinkomsten op een ethische manier aanwenden behoren niet bepaald tot de kwaliteiten van deze monetaire heersers die met hun krabita anu en langa finga ongestoord toegang hebben tot de kluis van Mama Sranan. De torenklok van Financiën wijst misschien wel vijf voor twaalf, maar het paarse sebrefata avontuur heeft meer weg van een dollemansrit, waarbij de ene financiële debacle na de andere uit de achtbaan schiet. En of het nu gaat om het meki nyan project Naschoolse Opvang of de failliete
cassaveverwerkingsfabriek: als een struisvogel met de kop in de tokotoko worden alle gemaakte schulden opgeschoven naar volgende generaties. Meki paiman is een ding, terugbetalen een ander chapiter. Vooral als de staatssoap ‘Lenleni Libi’ bandeloos wordt voortgezet. De trailer een lustrum graaien en Gudu Pa uithangen hebben we al gehad, a ekte horror movie musu kon ete. We vrezen echter met grote vreze dat we pas uit deze nachtmerrie zullen ontwaken als het al te laat is.