Stonfutu:Cobi Pengel-Krauwel (78) – Parbode Sneak Peek
‘Het doet er niet toe wie je bent of hoe je er uit ziet:‘vriendschap is universeel’’, is een van de levenslessen uit het fantasierijke kinderboekenoeuvre van Cobi Pengel. Al haar boeken, zoals De Gele Papegaai en Knorina, de zingende pingo, zijn geïnspireerd op haar eigen dromen en ervaringen. Pengel is inmiddels 78 jaar, maar moet er nog niet aan denken om te stoppen met schrijven.
Cobi werd in 1938 geboren in Gorinchem in Nederland, waar ze haar eerste kinderjaren beleefde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog ging ze naar de basisschool en daarna naar de Middelbare Meisjesschool (MMS), waar talen en literatuur diepgaand aan de orde kwamen.“Deze opleiding is achteraf bezien van veel nut geweest voor mijn latere schrijfhobby: ik haalde toen al hoge cijfers voor opstellen.”
Hoe kwam ze hier terecht? “Toeval”, zegt Pengel. Ze solliciteerde bij eenNederlandse omroep voor de functie productieassistente, wat toen nog ‘scriptgirl’ werd genoemd. Tot haar verbazing werd ze gekozen uit honderden sollicitanten. Eenmaal aan het werk leerde ze haar Surinaamse man Frits Pengel kennen, die later in Suriname de STVS heeft opgezet.
Het klikte enorm tussen de twee. Ze was zelfs zo hevig verliefd, dat ze na vijf maanden, op 21-jarige leeftijd, met hem in het huwelijk trad. Daar kwam meteen een avontuur bij kijken. Haar echtgenoot wilde, al tijdens zijn baan bij de omroep, terug naar Suriname. Sterker nog: hij had al een baan aangenomen als hoofd van de filmafdeling van de Surinaamse Regeringsvoorlichtingsdienst. ‘Je gaat mee, of het is over’, zei hij haar. Pengel heeft daar niet lang over na hoeven denken. “Ik heb me in Nederland nooit thuis gevoeld.”
Zodoende vertrokken ze in 1959 naar Suriname. Hij met de boot, zij met het vliegtuig. Hij wilde haar de lange overtocht besparen. “Het was de reis van m’n leven”, zegt Cobi met glunderende ogen. “Toen we aankwamen was er nog geen echt vliegveld, alleen een open plekje met een houten gebouwtje. Er ging een wereld voor me open: al die ongerepte natuur! Ik hield meteen van Suriname en zou tot op de dag van vandaag nergens anders willen wonen.”
Het hele artikel is te lezen in het aprilnummer van Parbode.