Op de werkvloer – Richard Riedel (35) – Parbode Sneak Peek
Je bent dyslectisch, hoe ga je daar mee om?
“Eigenlijk kwam ik er op de middelbare school achter dat ik dyslectisch ben. Dit is een stoornis in het vermogen om te leren lezen, woordblindheid dus. Mijn docent Engels vermoedde dat ik dit had, en sprak met mij hierover. Tijdens dit gesprek herkende ik de symptomen van dyslexie. Thuis aangekomen vertelde ik het mijn moeder, waarna we een specialist opzochten. Ik kreeg meer inzicht en leerde omgaan met dyslexie. In de periode daarvoor wist ik alleen maar dat ik lezen niet leuk vond. Met het begin van mijn eigen bedrijf moest ik noodgedwongen vele mails lezen, ook het programmeren van de codes voor het bouwen van websites heeft mij met het leesprobleem geholpen. Het was soms heel frustrerend en het heeft mij weleens een toetsenbord gekost.”
Wat was de motivatie om een eigen bedrijf te starten?
“In mijn vrije tijd was ik bezig met het hosten van websites. Deze hobby groeide uit tot een bedrijf genaamd ‘Teqon’. Vanaf 2013 zijn er meer dan vijfhonderd websites gebouwd voor zowel particulieren als de overheid. Onder Teqon heb ik nog meer werknamen zoals ‘Profilami’ en ‘Snelleweb’.”
Wat is het leukste aan je werk?
“De ontwikkeling van de mensen waar je mee samenwerkt. Dat ze steeds beter worden en zichzelf ook ontwikkelen in het werk en op persoonlijk gebied. Dit heb ik meegemaakt met stagiaires, ik moest die vaak veel leren. Ik vind het leuk om een bijdrage te leveren aan hun kennis en ontwikkeling.”
En wat vind je minder leuk?
“Dat dingen niet gaan zoals je het gepland hebt. Daar kan je vaak niets aan doen.”
Wat is het vreemdste dat je hebt meegemaakt?
“Er was een stagiaire die in het begin een beetje opviel. Je kan zeggen ‘gothic’. Hij was eigenlijk apart en heel interessant, zijn manier van denken was anders dan de rest. Op het werk koken en eten we vaak samen. Een dag voordat wij begonnen, wilde hij ons iets zeggen. Met een heel serieuze stem zei hij dat dit onze laatste maaltijd samen zou zijn omdat hij gif in het eten had gedaan, waarna hij begon te lachen. Even later zegt hij is een grapje hoor.”
Het hele artikel is te lezen in het julinummer van Parbode.