Samenhokken in huizen en krotten: Joint families, joint problems – Parbode Sneak Peek
In Suriname heerst er grote woningnood vanwege de hoge grondprijzen, weinig beschikbare percelen van lanti en gemanipuleer met gronden en volkswoningen. Volkswoningen schijnen de laatste jaren goedkoper te zijn dan commercieel geprijsde woningen. Huurhuizen zijn merendeels in Surinaamse dollar geprijsde krotten of in vreemde valuta geprijsde appartementen en woningen. Parbode sprak met hulpbehoevenden die door woningnood gedwongen met drie of zelfs vier generaties samenwonen.
Bij gebrek aan betaalbare woningen, zit er soms niets anders op dan bij je ouders te blijven wonen, al dan niet met je partner en kinderen. Drie generaties in een huis. In de Indiase cultuur is dit heel gewoon bij traditioneel ingestelde mensen, ook in Suriname kwamen vroeger joint families voor. Vanaf de precaire economische toestand in de jaren 80 is ook voor veel mensen met een middenklasse-inkomen de enige uitweg om als volwassenen met kinderen weer bij hun ouders te gaan wonen. We vroegen Surinamers uit verschillende culturen hoe het voelt om in een armoedige situatie te wonen met drie generaties, vaak in een overvol huis of krot.
Dit is wat in alle interviews naar voren kwam: er zijn enkele voordelen zoals geldbesparing, geen huurprijsproblemen en eventueel zelfs oppas voor de kinderen. Maar men heeft ook met veel nadelen te kampen in de driegeneratiehuishoudens. Dat kan zijn in de relationele sfeer, tussen (groot)ouders en volwassen kinderen en kleinkinderen.
Ernstige problemen op het gebied van opvoeding, onderwijs en zelfs incest komen eerder voor in een overvol, onoverzichtelijk huis. Vooral als er meerdere volwassen mannelijke familieleden het huis bewonen. Als een eigen huis kopen of huren betaalbaar was, zou geen van de geïnterviewden ervoor kiezen met de kinderen bij de ouder(s) te wonen.
Joint families, joint problems
Soesila* (67) ging na haar huwelijk bij haar schoonouders wonen in een huis waar ook twee andere broers en hun vrouwen en kinderen woonden. Dit wordt het joint family-systeem genoemd, dat veertig jaar geleden nog vooral buiten de stad vaker voorkwam. Soesila had een voltijdbaan en er werd van haar verwacht dat ze driekwart van haar loon in het huishouden stopte. Daarmee kon ze leven. Ze was jong, hield van aanpakken, dus dat ze de was van de hele familie deed, vond ze niet erg. Maar ze werd ook nog afgunstig behandeld door de twee schoonzusters die huismoeder waren en haar kleineerden, omdat ze na één jaar huwelijk nog niet zwanger was. Zowel van haar schoonmoeder als haar man kreeg ze daarover dagelijks verwijten.
”Toen mijn man steeds minder thuis was en ook financieel niets meer bijdroeg na drie jaar, bleek al snel dat hij zelfs met medeweten van mijn schoonmoeder met een buitenvrouw begonnen was. Dit, kort nadat mijn eerste zwangerschap in een miskraam eindigde. Een van mijn zwagers begon mij vrijpostig te benaderen met seksuele voorstellen. Maar het leek alsof ik niet uit deze emotionele mishandeling kon komen, en steeds uitgebuit moest blijven, omdat ze mij magisch bewerkt hadden. Met behulp van gebeden van een pandit en zijn assistent ben ik daaruit gekomen en ben ik gescheiden. Daarna ben ik met een ander getrouwd, maar ik heb nooit meer met schoonouders gewoond. Intussen was mijn vader overleden en ik heb, evenals drie van mijn broers, een kleine woning op ons familie-erf bij gebouwd.”
Privacy
Ruth Abrams, ruim vijftien jaar werkzaam als ontwikkelingspsycholoog, verduidelijkt tegenover Parbode dat het leven met meerdere generaties in een huis, niet altijd een probleem hoeft te zijn. Als de familie in harmonie leeft en het huis groot genoeg is zodat men zich kan afzonderen, is er geen vuiltje aan de lucht. Bij Chinezen is bijvoorbeeld te zien dat een jong gezin bij de ouders woont en dat kan heel goed gaan. Maar de psycholoog bevestigt dat meervoudige opvoedingssystemen problemen kunnen veroorzaken, zoals onzekerheid bij de kinderen die juist veiligheid en geborgenheid nodig hebben.
“Bij een kleine woonruimte met een familie van drie of vier generaties is er ook gebrek aan privacy. Zowel opgroeiende kinderen als hun ouders worden in overvolle huizen beperkt in hun ontwikkeling. Zo is studie moeilijk in een lawaaierige ruimte. En dat kan leiden tot allerlei trieste omstandigheden, zoals de geïnterviewden aangeven. Het is wenselijk dat de overheid gezinnen in zulke moeilijke situaties prioriteit geeft bij het toewijzen van volkswoningen, zodat de kinderrechten ook van deze kinderen gewaarborgd zijn.”
Hokken in een driekamer flat
Volop in woningnoodcrisis is Mavis Agosoe. Ze maakte met haar man souvenirs, maar toen hij stierf in 2010, moest ze in haar eentje hun zeven kinderen verzorgen, van wie er één een beperking heeft. Omdat ze niet in een krot wilde wonen en geen valutahuur kon betalen, trok ze in bij haar moeder in, in een redelijke, stenen driekamer flat. Daar woonden reeds andere broers, één in een slaapkamer, één in een kamer op het erf, en één in de garage met zijn vrouw en tienerzoon. Nu slaapt Mavis al zeven jaar met haar drie dochters en vier zonen in een slaapkamer van drie bij drie meter met twee tweepersoonsbedden, de oudsten meestal in de voorzaal. Haar crafts maakt ze op het betraliede voorterras. Haar jongste kind is intussen vrijftien en het oudste 23. Haar oudste zonen hebben samen met een neef een tweekamerwoning op het erf gebouwd. Iedereen (meestal vijfentwintig mensen), maakt gebruik van één EBS-aansluiting, één bad, één toilet en één erfkraan. Het erf is twintig bij dertig vierkante meter. In haar moeders huis is het altijd een komen en gaan van andere broers, zusters, tiener- en jongvolwassen nichten en neven uit het binnenland of Frans-Guyana op vakantie, die tot vroeg in de morgen zich met oorverdovend luide tv en muziek bezighouden.
Mavis is sinds 2011 bij Stichting Volkshuisvesting geregistreerd en bij de Surinaamse Postspaarbank is haar inkomen in maart 2012 goed genoeg bevonden om een kleine volkswoning te kopen.
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.