Bilharzia: een oude, maar onoverwonnen plaag – Parbode Sneak Peek
Welke overeenkomst hebben de overledenen majoor Van Randwijk van het Nationaal Leger, Arie Rijsdijk, verificateur bij de Douane en Elfriede Baarn-Dijksteel, voorzitter van Naks? Dat ze geliefd en nuttig waren en nog vele jaren na hun plotselinge dood gemist worden? Zeker. Maar alle drie stierven te vroeg en geheimzinnig aan een plotseling vergevorderd stadium van leverfibrose, terwijl ze zeker geen alcoholdrinkers waren. Wat deze geliefde Surinamers gemeen hadden, is dat ze vaker of voor langere tijd in Saramacca verbleven, indertijd de grootste haard van de bilharzia-epidemie.
“Als er geen bewijs is, kunnen we in de medische wetenschap geen conclusies trekken”, begint dokter Dayanand Panchoe, hoofd van de afdeling Parasitologie van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG), als Parbode informeert naar deze mogelijke slachtoffers van de wormziekte bilharzia. “We zijn daar uiterst voorzichtig mee.” Toch maakte ook Panchoe, als kind van tien jaar mee dat zijn oom, die nauwelijks 32 jaar was en geen drinker, plotseling stierf, na enorm veel bloed te hebben gebraakt. Tijdens zijn studie kreeg Panchoe het aan zekerheid grenzende vermoeden dat bilharzia hier de doodsoorzaak was. Panchoe, die zelf vrij dicht bij Saramacca opgroeide, aan de Vierde Rijweg, heeft drie maal bilharzia gehad en is er tijdig voor behandeld en is volledig genezen. “Bilharzia is de enige wormziekte die een dodelijke afloop kan hebben, met name als die tien tot vijftien jaar in het menselijk lichaam leeft”, legt hij uit. Lezer, bereidt u voor op een aantal onsmakelijke, zelfs griezelige medische feiten, die nuttig zijn om te weten.
In beeld komt de hoofdverdachte, de bilharzia-zuigworm, die leeft als paar, een mannetjesworm met een weerhaak en zuignappen, die omstrengeld leeft met een vrouwtjesworm die hij vervoert. Een persoon raakt besmet wanneer bilharzialarven door de intacte huid dringen. Ze gaan vervolgens via de bloedbaan naar de lever, waar ze uitgroeien tot volwassen wormen. Zij voeden zich met het bloed van de persoon. In de eerste acht weken – de acute fase – kan iemand hooguit een tijdje last hebben van jeukende blaasjes of uitslag, die kort na het binnendringen van de larve optreedt. Verder zou er wat koorts kunnen optreden, algehele malaise en moeheid.
Hierna begint de chronische fase, waar de eerste eitjes verschijnen in de ontlasting. In de tien tot vijftien jaar daarna kan de geïnfecteerde vage buikpijn hebben, bij tussenpozen diarree en bloed of slijm in de ontlasting.
Dan volgt de letale – dodelijke fase. Het slachtoffer kampt dan met hoge bloeddruk, omdat de aderen vol bilharzia-eieren zitten, buikwaterzucht en ernstige gevallen van ruptuur: het openscheuren van bloedvaten waardoor de patiënt bloed braakt en daaraan sterft. En ook leverfibrose, wat meestal gepaard gaat met een pijnlijke opgezwollen buik enkele weken vóór het overlijden. Als de worm en eieren net aan de ingang van bloedvaten liggen die naar de lever leiden – periportale fibrose van de lever – is het goed te zien als men een echo laat maken. Maar verreweg de meeste bilharziapatiënten hebben geen klachten of ziekteverschijnselen. Meer dan tien jaren kunnen de bilharziawormen daarom onontdekt nestelen in de lever, en door hun eitjes te leggen in de aderen, verstoppen zij deze bloedvaten en werkt de lever steeds minder. Ten slotte gaat de nietsvermoedende drager dood. De lever is immers de zeef, de filter van het bloed en zonder deze kan een mens niet leven.
Status quo
Aan dokter Panchoe de vraag wat de status quo is van deze slow and silent killer. “Bilharzia komt veel minder voor dan bijvoorbeeld vijftig jaar geleden, omdat er nu heel anders geleefd wordt. Men heeft meer toiletten binnen, en is bewuster dat je niet moet gaan zwemmen in besmet water, laarzen aan moet doen als je in het water gaat. Bilharzia blijkt nog weleens voor te komen bij mensen tussen de dertig en vijftig jaar, waarschijnlijk zijn het mensen die in het water gaan om te hengelen, dus voor visserij of voor landbouwactiviteiten.”
De wormziekte kan worden vastgesteld via een onderzoek van de ontlasting, waarbij onder de microscoop de eieren van deze parasiet te zien zijn, en in dat proces ook andere schadelijke wormen. Ontlastingonderzoek bij het BOG is gratis. Toch geeft dit onderzoek geen 100 procent uitsluitsel, de eerste acht weken zijn er nog geen eitjes in de ontlasting en in sommige gevallen worden niet elke dag eitjes gelegd door de bilharziaworm. Dan zou tot drie keer toe de ontlasting kunnen worden onderzocht, met tussenpozen van enkele dagen. Een bloedonderzoek om bilharzia te ontdekken biedt meer zekerheid. Dat doet het particulier medisch laboratorium Medilab. Heeft iemand bilharzia in het beginstadium, dan kan die met een dosis Praziquantel tablet (Bilitricide), die SRD 13,75 per stuk kost, geheel genezen. Er wordt op het BOG, volgens internationale voorschriften, 50 milligram per kilo lichaamsgewicht verstrekt.
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.