Essay: Een sterke samenleving, een beangstigend vooruitzicht? – Parbode Sneak Peek
De deur van het vaccinatiecentrumwas nog op slot. Al vroeg in de ochtend zat er op het bankje vlak naast de deur een groep mensen te wachten. Om net iets over half acht ging eindelijk de deur half open. Nog voordat alle mensen aanstalten maakten om naar binnen te gaan, werden zij vermanend toegesproken: ‘Staat u rustig in de rij, eerst luisteren.’ ‘Nee, meneer’, toen iemand een vraag wilde stellen, ‘ik wil dat we eerst allemaal goed, hoort u mij, góed luisteren, er zijn regels, wij willen hier geen toestanden, u dient eerst te weten dat, voordat u naar binnengaat…’. De volgorde van alle woorden is mij ontgaan, het gevoel echter niet. Een gevoel dat me niet alleen die dag toevallig overkwam, maar op vele plekken waar dienst of product aangeboden wordt. Hoe storend is het niet om zo vaak te ervaren dat er op een bijna bestraffende manier gesproken wordt. Weinig respect voor de medemens lijkt het, alsof zij, die medemens, het niet zou verdienen om op een beschaafde manier behandeld en als volwaardig gezien te worden. Een manier van doen dat zich als een hardnekkig virus in de samenleving en al haar systemen, genesteld heeft.
Rijen wachtende mensen zijn een bekend beeld. Het verkeerde beeld dat daarbij hoort is de perceptie dat het helpt om een conflict te vermijden door gedwee te wachten: gedwee een onpersoonlijke stem aan te horen en gedwee te accepteren dat het recht om gewaardeerd te worden eerder een omgekeerde plicht lijkt, namelijk ‘jij bent hier omdat ik het nog toesta’. De crisiskunstbijeenkomst van een jaar geleden, waarbij liederen en gedichten dat gevoel van disrespect door de regering, verwoordden, was slechts een tipje van de sluier. Het behandelen van mensen alsof zij geen verstand hebben, zit niet alleen in de top van het land, maar bevindt zich in de kern van de samenleving van hoog tot laag. Het schort op vele vlakken aan gelijkheid. Gelijke behandeling waar je ook woont in het land, welke taal je ook spreekt, welk geslacht je bent, of je nu patiënt, dokter, leerkracht of leerling bent, iedereen zou het recht moeten hebben om op een goede manier behandeld en geïnformeerd te worden.
Vanzelfsprekend is het helaas niet. Wie kent er niet de norse dwingende stem die een nummertje afroept, het verfomfaaide kaartje dat je toegang moet geven naar de persoon achter de deur die niet op of om kijkt en slechts bevelen uitspreekt. Wanneer je de Nederlandse taal niet goed machtig bent, heb je nog minder kans op een respectvolle behandeling. Wanneer je wel een glimlach ontvangt, ben je zo verbouwereerd dat je het gevoel hebt dat je iets terug moet doen. Zijn we dan onaardige mensen?
Nee absoluut niet. Wie aan huis gaat weet wel beter. Gasten worden zo goed als het kan overspoeld met drank en eten. Alles wordt uit de kast gehaald om het de gast zo plezierig mogelijk te maken. Extra gasten mee, geen probleem. Bakjes met lekkernij worden standaard meegegeven. Echter, wanneer het om werksituaties gaat, verandert het gedrag. Informatie wordt het liefst niet gedeeld. Stem en houding laten duidelijk weten ‘ik bepaal en niet jij en hier ben ik de baas met mijn kennis’, hoe marginaal die kennis vaak ook is. Vervagen werkelijk de normen, zoals de laatste maanden steeds vaker wordt geroepen?
Schrijver, essayist en programmamaker Anil Ramdas schreef en sprak er over, de waarden en normen. In zijn boek Paramaribo, de leukste stad in de jungle stoorde hij zich hier aan. Maar zijn ze wel vervaagd? Waren ze niet slechts een schijnstelsel, een systeem van een zogenaamde beschaving dat niet tot doel had om de mensen in het land op een respectvolle manier te behandelen, en misschien eerder de ongelijkheid te consolideren. Een kans om zich verheven te voelen, zowel voor de politieke leider als de administratieve assistent van wie je net dat ene papiertje nodig hebt. Anils essays handelde over die beschavingsvraag, de zoektocht naar datgene dat het waardevolle van elke mens koestert. Hij sprak zijn verwondering uit over het feit dat de blik naar beneden is gericht, de grond in, als het om ontwikkeling in Suriname gaat en niet naar boven… De mens die op die grond leeft. Het lijkt een vicieuze cirkel, klant en dienstverlener kunnen het beiden niet meer opbrengen om beschaafd gedrag te vertonen, om de moeite te nemen respectvol, zonder uitoefening van macht met elkaar om te gaan. Is er plek voor groei van gezonde jonge mensen in de samenleving?
Het psychiatrisch centrum hield tijdens een congres georganiseerd door de stichting Ucare, die zich inzet voor de situatie van tienermeisjes, een presentatie waarin duidelijk werd gemaakt dat er jaarlijks 700 tot 800 gevallen van zelfmoordpogingen in het Academisch Ziekenhuis van Paramaribo liggen. Het aantal depressies onder jonge mensen ligt hoog. Het medisch systeem probeert de gevallen op te vangen, maar wat gebeurt er met de andere kant, de oorzaak? Staat de aandacht voor het gezond opgroeien van de mens niet op een erg laag pitje?
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.