De lange weg naar transparantie – Corruptie op de politieke agenda in Latijns-Amerika – Parbode Sneak Peek
overal in latijns-amerika komen mensen de straat op om te protesteren tegen frauderende politici. De strijd tegen corruptie staat meer dan ooit centraal in het politieke debat. hoe komt dat en is een einde van dit wijdverbreide en diepgewortelde fenomeen in zicht?
Het lijken slechte tijden te zijn voor Latijns-Amerika wat betreft corruptie. In het laatste rapport van de Wereldbank hebben twintig landen uit de regio de laagste score ooit gehaald. Gemiddeld scoren de Latijns-Amerikaanse landen op de corruptie-index 2016 van Transparency International (TI) 40 punten op een schaal van 100 punten (zie kader). In landen die minder dan 50 punten halen, zijn regeringen niet in staat om corruptie aan te pakken. Meerdere schandalen hebben corruptie op de politieke agenda geplaatst. In Brazilië is dat het corruptieschandaal ‘Lava Jato’ (wasstraat) rond staatsoliebedrijf Petrobras, waar talloze politici en grote bouwbedrijven als Odebrecht bij betrokken zijn. De tentakels van dit schandaal reiken tot ver buiten de landgrenzen. In Argentinië werd aanklager nisman in januari 2015 vermoord, vlak voor hij getuigenis zou afleggen tegen toenmalig president Cristina Fernández de Kirchner over haar betrokkenheid bij fraude. In Mexico laat de verdwijning van 43 studenten in de stad Iguala in 2014 zien hoe ver de infiltratie van de misdaad in het bestuur gaat. nog steeds is er geen uitsluitsel over de toedracht, hoewel naar alle waarschijnlijkheid de studenten zijn vermoord door een drugsbende op last van de burgemeester van Iguala. In Guatemala moest president Otto Pérez Molina in 2015 het veld ruimen wegens betrokkenheid bij fraude bij de douane en in Chili bleek de zoon van president Bachelet misbruik te maken van zijn positie als hoofd van een regeringsfonds.
Van links tot rechts
Het fenomeen corruptie is niet voorbehouden aan één regeringsbestel; het komt voor onder zowel linkse als rechtse regeringen en evenmin maakt het uit of een land een éénpartijsysteem of meerpartijensysteem kent. Een algemene definitie van wat corruptie behelst, luidt dat het gaat om ‘misbruik van publieke macht en invloed voor privédoeleinden’. De Wereldbank en TI hanteren een ruimere definitie: ‘Een daad waarin de macht van een openbaar ambt wordt gebruikt voor persoonlijk gewin op een wijze die in strijd is met de regels. Het schaadt iedereen wiens leven, levensonderhoud of geluk afhankelijk is van de integriteit van mensen in een gezagspositie’. Corruptie uit zich in slecht bestuur, ambtenaren die niet gekwalificeerd zijn, wetten die niet worden nageleefd, gebrek aan transparantie en publieke verantwoording. Corruptie kan dus in verschillende contexten en constellaties voorkomen, zoals de geschiedenis van LatijnsAmerika laat zien.
‘Zinloze geschiedenis’
Het weekblad The Economist schreef vorig jaar dat ‘verzet tegen corruptie in Latijns-Amerika een lange en vooral zinloze geschiedenis’ had. Al in 1750 probeerde Antonio de Ulloa, een marinekapitein, fraude uit te roeien bij een tinmijn in Huancavelica,een plaats in de Andes. Hij slaagde er niet in. De onderkoningen uit het koloniale tijdperk hadden de toon gezet. Ze centraliseerden de macht en kochten loyaliteit van lokale belangengroepen. Het misbruik begint bij degenen die het moeten bestrijden, meende Ulloa. Caudillos, dictators en gekozen presidenten zetten deze traditie van persoonlijke macht door. na het einde van de dictaturen – vanaf de jaren negentig in de vorige eeuw – zijn corrupte leiders afgezet zonder dat het veel effect had op de mate van corruptie. Meerdere presidenten en politici zijn beschuldigd van frauduleuze praktijken en moesten soms aftreden, zoals Fernando Collor in 1992 in Brazilië en Alberto Fujimori in Peru in 2000. De laatste belandde in 2007 in de gevangenis, maar het land werd daardoor niet gezuiverd van corruptie.
Oude stijl en nieuwe stijl
Ivan Briscoe, verbonden aan het Haagse Instituut Clingendael en deskundig op het gebied van LatijnsAmerika en fragiele staten, onderscheidt twee soorten corruptie: oude en nieuwe stijl. Hoewel de middenklasse op het continent sterk in aantal is toegenomen en de democratie zich heeft verstevigd, zijn politieke en economische elites nog steeds sterk met elkaar verbonden, zoals dat ook tijdens de militaire dictaturen het geval was. Dat maakt corruptie rond grondstoffen en aanbestedingen eenvoudig. Intussen is er ook ‘nieuwe corruptie’, die van de georganiseerde misdaad – vooral gerelateerd aan drugs – die juist door de privatisering en democratisering kansen ziet voor omkoperij en infiltratie. In zijn boek Illegal Networks and Politics in Latin America hanteert Briscoe de term ‘parallelle staat’. Hij doelt hiermee op het verborgen machtsblok in de Staat, de kringen die de dienst uitmaken en waar illegale en halfillegale netwerken een grote rol spelen. Denk aan een geheime dienst met een eigen agenda, zoals in Argentinië; een oliebedrijf dat de politiek omkoopt, zoals in Brazilië; politici in de greep van de georganiseerde misdaad, zoals in Mexico.
Tolerantie
Ieder jaar weer staan Latijns-Amerikaanse landen in de onderste regionen van de corruptie-index van Transparency International, uitgezonderd Chili, Uruguay en Costa Rica. Zeker een derde van de bevolking wordt door corruptie getroffen. Het verklaart misschien waarom veel LatijnsAmerikanen er hun ogen voor sloten. Volgens Luis Alberto Moreno van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank hebben Latijns-Amerikanen historisch gezien de neiging om tolerant te zijn voor corrupte politici. Veel mensen dachten dat corruptie hielp om zaken soepel te laten verlopen en beschouwden het als iets ‘normaals’. Zoals in Brazilië vaak werd gezegd: ‘rouba, mas faz’, hij steelt, maar hij krijgt dingen voor elkaar.Zo laat de Latinobarómetro zien dat tussen 2004 en 2009, de jaren van economische voorspoed, de corruptie door de overheid volgens de Latijns-Amerikanen afnam. Tot vrij recent speelde corruptie dan ook nauwelijks een rol in het publieke debat. nu lijken mensen in te zien wat corruptie werkelijk is: een gif dat zich naar andere delen van de maatschappij verspreidt, soms met verwoestende gevolgen. Analisten van Insight Crime, een organisatie die criminele netwerken in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied onderzoekt, stellen dat het geen toeval is dat de corruptste landen – Honduras, Venezuela, Guatemala – ook tot de gewelddadigste landen ter wereld behoren.
Waarom nu protesteren?
De afgelopen jaren hebben een verslechtering van de economie laten zien. Mensen protesteren pas tegen corruptie als het economisch slecht of minder goed gaat. De nieuwe middenklasse, die bang is terug te vallen in armoede, eist meer dan ooit transparantie van de overheid. Sociale media maken het makkelijker om massale protesten te organiseren en via mobieltjes kan iedereen het optreden van politie vastleggen en zo nodig aanklagen. De straatprotesten laten een bevolking zien die niet zo maar meer corruptie aanvaardt. Het vergroot de noodzaak om corruptiezaken te onderzoeken. De betrokkenen moeten hun verantwoording nemen, zowel juridisch als politiek. nieuw is ook dat de straffeloosheid wordt aangepakt. nog niet eerder zijn er zoveel politici en hoge zakenlieden achter de tralies beland als in de zaak Lavo Jato in Brazilië. Maar de onderzoeken naar corruptie laten ook zien dat het een uiterst moeizaam proces is. Volgens Insight Crime tonen de onderzoeken naar het staatsoliebedrijf Petrobras en het bouwbedrijf Odebrecht in Brazilië aan hoe wijdverbreid corruptie in de regio is en tot in welke hoge regionen het plaatsvindt. Ook al lijkt 2016 het jaar te zijn waarin autoriteiten meer ingaan op de roep van de bevolking, toch is er nog een lange weg te gaan.
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.