Opnieuw problemen op Peperpot Natuurpark
Peperpot Natuurpark is dit voorjaar abrupt gesloten, personeel werd niet betaald, toeristen kwamen voor niets. Er zijn malversaties gepleegd, zei men, en we vroegen ons daarom af hoeveel er nog over zou zijn van de gekregen drie miljoen euro. We gingen kijken. Wat op papier een prachtig bezoekerscentrum zou worden, lijkt meer een simpele loods, en dan nog dicht ook. Maar er was toch geld in overvloed? Hier is iets grondig misgegaan.
Als je op internet ‘Peperpot natuurpark‘ intikt kom je op een website vol mooie dames die ontharingscrème aansmeren (peperpotnaturepark.org). De bovenste link gaat nog een stap verder: ‘We offer best escortgirls in Pakistan and baby girls in Islamabad’. Een wonderlijk eerste contact, en ook de verdere kennismaking verloopt moeizaam, want het park is gesloten en het personeel wordt, ondanks de ontvangen miljoenen, al maanden niet betaald. We vragen de voorzitter van het park, Ilonka Sjak Shie, hoe het zit en ontvangen een verbijsterende mail: ‘Ik ben helaas niet meer woonachtig in Suriname. Ik heb enkele maanden geleden ervoor gekozen om terug te keren naar de USA waar ik jaren heb gewoond en waar ik het burgerschap van geniet’. Daar had ze het bij kunnen laten, maar ze vervolgt: ‘Ik beweeg mij overigens ook over de ABC-eilanden waar mijn familie woonachtig is’. Dus op het moment dat het personeel geen loon meer ontvangt, is de voorzitter gevlogen.
De naam Sjak Shie is nauw verbonden met Peperpot. Als onderkoning van de Javaanse politieke partij Pertjajah Luhur kon haar vader Michel Sjak Shie jarenlang zijn gang gaan, in ruil voor steun aan de coalitie. ‘Peperpot en Mariënburg zijn van jullie’, zoiets zal gezegd zijn. Niet zo vreemd, omdat daar nu eenmaal veel Javanen wonen, dezelfde Javanen die, ziek geworden van het leegroven van Mariënburg, de geblindeerde terreinwagen van de onderkoning gewapend met stokken wegjoegen. Op Peperpot hielden ze ook niet van de man, die vier gezinnen die daar al tientallen jaren woonden, slechts acht dagen de tijd gaf om hun woning voor het nieuwe park te verlaten. Het zou vele pagina’s vergen alle duistere praktijken deel vermoedelijk hogerop zal zijn afgedragen, maar er zal voor de erven Sjak Shie wel iets overgebleven zijn. En wat moet je dan nog in Suriname als er steeds zo rot over je wordt geschreven?
Het bezoekerscentrum
Voor de kampongwoning van het bezoekerscentrum zit Ngatimoen Kastadi met zijn vrouw. Ze werken allebei voor het park, maar kregen 31 maart jongstleden te horen dat ze de volgende dag niet meer op het werk hoefden te verschijnen. Hun salaris is vanaf maart niet betaald, dus zitten ze al bijna vijf maanden thuis zonder inkomen. Ook het bezoekerscentrum is sterk verwaarloosd. Overal ligt vleermuizenpoep, er hangen nesten Braziliaanse bijen aan de dakgoot en onkruid overwoekert alles. Er gebeurt niets meer. Zoals het personeel aan zijn lot is overgelaten, zo worden toeristen bij de kassa aan de rivier nog steeds verwezen naar de hoofdkassa, zes kilometer verderop, om daar van de buren te horen dat alles gesloten is. Een briefje ophangen was te veel moeite. Een deur staat wagenwijd open, er is niemand binnen. We dwalen door de ruimtes. Er is een interessante tentoonstelling voor schoolkinderen, maar we zien ook prutserig timmerwerk.
Er zijn zware balken verlengd door aan weerszijden latjes te spijkeren. Veel spinthout ook, een doodzonde in dit vak. Er is nog steeds niemand. In het kantoor zijn ladekasten omgekeerd en we beginnen te begrijpen dat we op een ‘plaats van delict’ zijn: er is ingebroken. Kastadi: “We waren er al bang voor, we hebben bewaking en een toegangspoort gevraagd, maar het is niet gekomen. Als ’s avonds honden blaffen gaan we kijken.” Wie de bouw aanstuurde? “Meneer Erney Pinas was de coördinator van de bouw, hij is de partner van mevrouw Sjak Shie, ze wonen samen.” Opmerkelijk nieuws, geen echt gescheiden functies dus.
We vragen architect Paul Spaltman hoe alles is verlopen. Hij mailt terug: “Er is heel veel misgegaan en de zaken die u noemt komen mij bekend voor. Er is niet gebouwd volgens de bouwtekeningen en de kwaliteit van veel onderdelen is absoluut ondermaats.”
De bouw
Hoewel er uitstekende architecten in Suriname zijn, wordt gekozen voor het Nederlandse architectenbureau Atelier Dutch uit Almere, de stad waar Erney Pinas woonde. Architect Paul Spaltman: “Hij kende mijn werk. Ik had in Nederland een vergelijkbaar park ontworpen. Zo kwam ik er in 2013 bij, dat was een heel positief jaar. Alle partijen werkten goed samen, heel creatief en inspirerend. Pas toen de loterijmiljoenen kwamen ging het mis. De aanbesteding voor fase 1 mislukte, want de inschrijvingen waren veel te hoog. Toen geld loskwam van de loterij, kon het gebouw groter worden, en kwam groen licht voor fase 2, maar vanaf dat moment stopte alles wat professioneel en gangbaar is in zo’n procedure. Pinas is zelf met onderaannemers aan de slag gegaan en is er niks meer aanbesteed. Er was geen hoofdaannemer meer, dat was hij zelf geworden. Het oorspronkelijke ontwerp is vervolgens grotendeels aan de kant geschoven. Het argument van Pinas was steeds dat het allemaal te duur werd, terwijl er dankzij de Postcodeloterij geld genoeg was. Op een gegeven moment hebben wij geweigerd de boel te hertekenen, omdat wij niet meer achter de wijzigingen konden staan”. We vertellen dat Erney Pinas zich architect liet noemen. Spaltman kijkt ervan op: “Dat is hij zeker niet.” Spaltman somt op wat er allemaal misging: ‘Pen- en gatverbindingen zijn geschrapt, er werd gewoon gespijkerd; er zouden houten shingles op het dak komen, alles lag klaar, toch werden het zinken platen; houten gevelbekleding werd vervangen door metselwerk; kolommen werden van beton, terwijl het zware houten kolommen moesten zijn; de vijverpartij bij de entree kwam te vervallen; de uitkijktoren middenin het gebouw werd geschrapt, er kwam een loods voor de ingang in de plaats.”
De architect bladert enkele mails door om zijn geheugen op te frissen. Het Wereldnatuurfonds Suriname, op zijn Engels afgekort tot WWF (World Wildlife Fund), moet de sponsorgelden verdelen. Eind 2014 mailt directeur Laurens Gomes aan Spaltman dat hij zorgen heeft over de uitvoering van de bouw. Spaltman mailt terug dat hij die zorgen deelt en dringt erop aan dat volgens de tekening gebouwd wordt, heeft vervolgens een Skype-gesprek met Pinas en Ilonka Sjak Shie waarin zij zeggen dat hij absoluut geen contact mag opnemen met het WWF. Spaltman besluit desondanks een mail te sturen aan beide partijen waarin hij een vergadering voorstelt, maar krijgt woedende mails van beurtelings Sjak Shie en Pinas, omdat hij toch contact had opgenomen met de financier. Spaltman: “Daar schrok ik enorm van, het is volstrekt normaal om bij zulke problemen om de tafel te gaan zitten. Het leek erop dat ze hoog spel speelden door te zinspelen op het weigeren van de loterijgelden als WWF niet zou inbinden. Wellicht daardoor kon Gomes niet ingrijpen.” Hoe het dan verder ging? “Pinas zou alleen de installaties doen, maar hij trok alles naar zich toe. Was toezichthouder, inkoper, aannemer, uitvoerder. Iedereen die kritiek had verdween van het toneel.” Hij noemt een lange lijst namen: “Al die adviseurs zijn aan de kant geschoven of zelf opgestapt, zodat zij alleen overbleven.”
Erney Pinas
We vragen Pinas om commentaar. “Naar aanleiding van uw mail wil ik u informeren dat ik niet in Suriname woonachtig ben en met mijn Amerikaans bedrijf Blue Engineers Inc. actief ben in de USA en in de regio. Voor zaken betreffende Peperpot Natuur Bos kan ik u slechts verwijzen naar de bestuursvoorzitter.” Geen mediatraining gehad kennelijk, dan zoeken we zelf verder. Zijn website (erneyerrolpinas.com) klinkt veelbelovend. Hij is ‘actief op vijf continenten en hoort volgens hemzelf bij de wereldtop van ingenieurs met een diepgaande kennis van bouwtechnische constructies, technische installaties en productiemachines. Daarnaast is hij succesvol ondernemer met meerdere bedrijven’.
Pinas (63) richtte in Paramaribo Climatic op en schreef het in op Gonggrijpstraat 14. We rijden er heen, maar er staat alleen P-ALL op de deur. We bellen hen op en krijgen de vroegere onderwijsminister Cor Pigot aan de lijn. Hij vertelt vriendelijk de problemen van Peperpot te kennen, al in overleg te zijn met het nieuwe bestuur en misschien een rol te gaan spelen in de nieuwe opzet (P-ALL staat waarschijnlijk voor ‘Pigot doet alles’). Verder dat hij de familie Pinas goed kent, maar Erney nauwelijks, maar dat ze hem, overgekomen uit Nederland, onderdak boden tot hij een eigen adres zou hebben. Pigot besluit met: “Hij schijnt naar Amerika afgereisd te zijn.”
Erney Pinas woonde in Almere, Nederland. Hij liet zich architect noemen, maar hij staat niet in het register van architecten. Dat klinkt niet best, want het is strafbaar je architect te noemen als je dat niet bent. In Nederland had hij ook geen architectenbureau, maar een adviesbureau, veelzeggend want adviseren mag iedereen. Hij zal vermoedelijk ook geen ingenieur zijn, want dan noem je het ingenieursbureau. Het bedrijf te Almere gaat trouwens in 2011 failliet (februari 2013 door rechtbank uitgesproken). Een tweede bedrijf waarmee Pinas schermt, DU-E-CO, ook te Almere, is volslagen onbekend. Ze hadden in 2006 een showroom met zonneboilers, daarna is er niets meer van vernomen.
Misschien door deze tegenslagen stak Pinas rond 2012 de oceaan over, om vervolgens zijn vroegere landgenoten voor de gek te houden. Hij richt stichting Hart op Hart op om bij Onverwacht in Para een kindertehuis voor kansloze jongeren, een congreshal, bibliotheek en sporthal neer te zetten. Pinas laat zich in november 2012 uitgebreid interviewen door Apintie TV. Hij begint met zich directeur te noemen van beide bedrijven te Almere, maar die bestaan niet meer. Als vragensteller Henk van Eyck zijn beroep serieus had genomen, dan had hij Pinas daarmee kunnen confronteren, maar integendeel: Van Eyck noemt het banknummer waar kijkers op kunnen storten. Zo werd een perceel ontbost, de districtscommissaris spoot er een dyogo leeg, en daar bleef het bij, want er staat vandaag helemaal niets. De vraag is dus waar het gedoneerde geld en de 40-voets container met in Nederland gedoneerde spullen gebleven zijn. Op zijn nieuwe Amerikaanse website Blue Engineers blijft Pinas de boel verdraaien, noemt zich ‘engineer’ – een niet beschermde titel in de USA – en succesvol ondernemer met nota bene alleen de drie bovenvermelde projecten. Als vierde mislukt project had hij daar Peperpot bij kunnen zetten.
De gulle geldgevers
Hoewel bij de namen Sjak Shie en Peperpot alle alarmbellen moeten gaan rinkelen, legde de Nederlandse ambassade in Paramaribo rond 2012, net bekomen van een fiasco met het hoofdbureau van politie, waar miljoenen aan nog openstaande ontwikkelingshulp verdampten, doodleuk 300.000 euro op tafel, terwijl de oude Michel Sjak Shie over de schouder van zijn dochter toekeek. Het neigt naar medeplichtigheid, zo niet een vorm van uitlokking. Je kan wel steeds Surinamers aanspreken op corruptie, maar het wordt ze hier wel erg gemakkelijk gemaakt. De Postcodeloterij maakt het helemaal bont. Er wordt in één keer 2,4 miljoen euro overgemaakt. Hupsakee, weg ermee. Niks in porties, niks tussentijdse controle.
Eerste ambassadesecretaris Maurice Pourchez van de Nederlandse ambassade in Paramaribo schrikt wanneer we het bovenstaande aan hem voorleggen. ‘Wij hebben zeker wel in tranches betaald, niet rechtstreeks aan Peperpot, maar aan het Wereldnatuurfonds. Wij waren de eerste sponsor, in 2012. Toen ze in 2015 met bulldozers zes hectare van het natuurgebied ontbosten, vertrouwden we het niet meer en hebben we een eigen accountant in de arm genomen. Die vond de boekhouding niet de schoonheidsprijs verdienen, maar kon geen corruptie vaststellen’.
Het probleem van de ambassade is dat Nederland van haar geld af moet. Hoewel ontwikkelingshulp vermindert omdat het weinig helpt, gaat het nog steeds om miljarden, en het moet weg, want oppotten is geen optie. Drie ton schiet dan tenminste op. We mailden ook Alcoa. Ze reageren niet, maar zij doneerden naar verluidt 80.000 US-dollar, een goedmakertje voor de aangerichte milieuschade in ons land. De Nederlandse Postcodeloterij moet ook van haar geld af, want in de vergunningsvoorwaarden staat het verplicht doneren aan goede doelen. In 2014 hebben ze wereldwijd het duizelingwekkende bedrag van 303 miljoen euro weggegeven, wat de vraag oproept of je zoiets nog aan een privéonderneming kan overlaten, want of ze ooit in Suriname zijn geweest? De 800 hectare van Peperpot, een stukje bos in de kustvlakte, ‘staat in directe verbinding met het Amazonegebied’ en zou in een dwaas promotiepraatje een corridor moeten vormen naar de Amazone. Maar de Amazone ligt duizend kilometer zuidelijker. Je moet een hele bergketen doorgraven om dat gebied te bereiken. Kortom, de drie sponsoren pompen met veel kletspraat en uit eigen belang drie miljoen euro in een project. En als je dan niet oplet, gaat het geld wandelen.
Het WWF Suriname
Bij kritische vragen aan de sponsoren werden we steeds doorgestuurd naar het WWF, het doorgeefluik van de miljoenen naar Peperpot Natuurpark. Gelukkig vindt het WWF contact met media belangrijk. Zo hebben ze op hun website een venster ‘journalisten’ en als je daarop klikt, krijg je een nieuw venster ‘succesverhalen’. In het jaarverslag 2014 staat over Peperpot ook zo’n succesverhaal (in onze vertaling): ‘met onze ondersteuning heeft het bouwteam opmerkelijke vooruitgang geboekt, met voor Suriname baanbrekende bouwtechnieken. We zijn enorm trots op de constructie’. Hier worden donateurs – die in Nederland in 2016 liefst 36 miljoen euro op tafel legden – misleid, want het WWF was toen al op de hoogte van de ernstige problemen op de bouwplaats, veroorzaakt door het stelselmatig negeren van de bouwtekening.
Hoewel het WWF graag zelf over hun werk schrijft, beantwoordt bioloog Laurens Gomes, regionaal directeur en zoon van een Surinaamse vader en Nederlandse moeder, welwillend onze vragen: “We hadden er geen vertrouwen meer in dat het vorige bestuur (met Ilonka Sjak Shie als voorzitter, red.) alle doelstellingen van dit project zou bereiken. Ook na herhaaldelijk aandringen zetten ze onvoldoende stappen voor verdere professionalisering, daarom hebben we het contract ontbonden. We dachten aan een pauze van enkele weken, dat het zo lang duurt valt ons ook tegen. Maar noem het geen herstart, want dan is het net of het failliet is gegaan, en daar is absoluut geen sprake van. Er is nog steeds geld voor de plannen, zelfs met extra personen in de uitvoering. Ik vind het trouwens ook verschrikkelijk dat het personeel zolang niet betaald kreeg”.
Er is toch veel misgegaan in de bouw? “Maar wij zijn ook geen bouwers, dus hebben we naast onze eigen controle ook een derde partij gevraagd om daarop toe te zien. Zij maakten een lijst met punten om te verbeteren.” Daar is dus vooralsnog weinig van terechtgekomen. En eventuele opgehoogde facturen dan? “Stichting Peperpot legt verantwoording af aan WWF als contracterende partij. We gebruiken hiervoor alle gegevens, zeker met deze grote bedragen moet je extra controleren. We hebben zelf een financiële afdeling en ook de externe accountant gevraagd te letten op ‘value for money’. De controle op de ambassadebijdrage bijvoorbeeld is diepgaand geweest, en in alle opzichten goedgekeurd. Als er gerommeld is, dan zou ik dat graag willen weten zodat we maatregelen kunnen nemen”.
“Het natuurpark gaat binnenkort weer open, het nieuwe contract is getekend, er komt beter financieel toezicht en meer toezicht op het personeel. Ze gaan nu eerst exploiteren, vooral letten op de uitvoering, zodat bezoekers weer naar het park kunnen. De bouw wordt even uitgesteld totdat er een beter plan is. Dat zijn onze verwachtingen. Voor de verdere plannen verwijs ik naar Marco van Kallen, de nieuwe voorzitter.”
Op de vraag waarom hij niet eerder ingreep, antwoordt Gomes dat hij vanaf begin 2016 de problemen met het bestuur probeerde op te lossen. Dat kan zo zijn, maar de problemen begonnen eerder, al in 2014. Vermoedelijk probeerde Gomes in dit gedwongen huwelijk zo lang mogelijk de lieve vrede te bewaren. Hij moest met hen verder, ze dreigden immers de loterijmiljoenen af te wijzen.
Financiële verantwoording
Bij ambassade, WWF en Postcodeloterij kom je steeds deze twee woorden tegen, maar de vraag is hoe diepgaand zo’n boekhoudkundig onderzoek is, en vooral of het rekening houdt met corruptie, al jarenlang een groot probleem in ons land. Zo lang, dat ook de werkwijze bekend is. In de bouwwereld is het hier normaal dat er niet openbaar aanbesteed wordt en dat er weinig pottenkijkers zijn, precies waar Sjak Shie & Pinas voor zorgden. De volgende stap is vaak dat facturen worden opgehoogd. Er is hierover veel gepubliceerd, bijvoorbeeld over wat misging op het ministerie van Openbare Werken. Een aannemer dient een offerte in, moet die verhogen en het verschil vooraf contant afgeven. Werkt hij niet mee, dan kan hij de opdracht vergeten. Uit eerder onderzoek (Parbode, augustus 2013) blijkt dat het gemiddeld om een opslag van 20 procent gaat. De vraag is nu of accountants zien of een factuur is opgehoogd. Dat is zeer onwaarschijnlijk, want de deal is eenvoudig en mondeling, en het geld gaat contant. Zoals Pourchez al zei: ‘onze accountant kon geen corruptie vaststellen’. Inderdaad, ze kunnen het niet. Is controle achteraf vrij zinloos, dan zal het vooraf moeten, maar ook hier laten sponsoren het afweten. Kon je onwetendheid van ambassademedewerkers – leuke lui op recepties – vroeger nog goedpraten, omdat ze maar drie jaar in het land zijn, dat gaat nu niet meer op. Tik kritische trefwoorden in op Google en in een fractie van een seconde verschijnt informatie over corruptie en faillissementen rond figuren als Sjak Shie en Pinas. Ze hadden als buitenlandse luisterpost de Nederlandse loterij kunnen informeren over de grote risico’s die ze hier zouden lopen.
We vragen Gomes hoeveel er over is van de 3 miljoen euro. “Wij vinden de details een interne aangelegenheid. Dat vinden onze sponsoren ook. Er zijn voldoende middelen over …..” Dit doet het ergste vrezen. Niet handig ook, want als je afhankelijk bent van giften van goedwillende mensen, dan kan je ze beter maximaal informeren, ook als het een keer mis gaat. We vragen nog voorzitter Van Kallen, hij mailt: “De cijfers zijn bij ons bekend. De stichting zal de gemeenschap te zijner tijd inlichten”.