Louise Esseline Lachman-Rambalak – Parbode Sneak Peek
Commewijne, 13 september 1927 Rotterdam, 30 november 2016
Wies, zoals ze genoemd werd, is opgegroeid op plantage Hecht en Sterk in Commewijne en heeft daar de lagere school doorlopen. Later verbleef ze in het bekende Kinderhuis Sukh Dhaam van de Evangelische Broedergemeente (EBG) te Alkmaar in Commewijne. Een bijzondere bijkomstigheid is dat dit tehuis, waarvan de naam Huis van Geluk betekent, een maand vóór haar overlijden 100 jaar bestond. Wies was een moksi, met haar Hindostaanse moeder Matabik en Chinese vader Lie Atsoen. Die combinatie was toen niet algemeen gaccepteerd. Lie Atsoen moest van zijn ouders terug naar China, omdat hij in Suriname verloofd was met een Hindostaanse. Later werd Wies aangenomen door haar stiefvader en kreeg toen de familienaam Rambalak. Ze wilde graag onderwijzeres worden, maar trouwde kort na haar verblijf in Sukh Dhaam – op 16-jarige leeftijd – met Wenzel Masshidan Lachman die bij velen bekend stond als Papa Daan. Twee dochters en zes zonen werden hen geschonken, die allen nog in leven zijn. Vele klein- en achterkleinkinderen volgden. Haar zoon Fred kent zijn moeder niet anders dan als een vrouw die in haar gezin veel zorg en liefde investeerde: “Zij was een zeer toegewijde moeder!” Wies was gelovig en betrokken bij de Soesamatjaarkerk van de EBG aan de Henck Arronstraat, waar ze in het vrouwenkoor meezong. In 1961waren zowel Wies als Daan aanwezig bij de Campagne van de Nederlandse Evangelist Karel Hoekendijk in theater Thalia. Avonden achtereen waren het volle zalen. De Lachmans bekeerden zich en raakten zo betrokken bij het werk van deze evangelist. De toenmalige premier Johan Pengel zette Hoekendijk het land uit, omdat hij een gevaar zou vormen voor de volksgezondheid.
Het hele artikel is te lezen in het novembernummer van Parbode.