Het Surinaams Stockholmsyndroom met Nederland – Parbode Sneak Peek
Zelfverzekerd en voldaan vind je haar terug in de straat. Uit haar mond komen alleen maar mooie verhalen. Over hoe makkelijk het leven haar gaat. Maar vooral: hoe toegankelijk de levenskwaliteit er is. Zij hoeft niet te schrapen over de bodem van haar portefeuille om die laatste SRD’s voor de bus naar huis eruit te lichten. Zij slaakt geen diepe zucht bij het aanschouwen van een lege spaarrekening en hoeft niet te vragen naar de uitbetaling van haar – verdiende – loon. Daarbij is ze ook nog eens mooi, netjes en belangrijk, maar ook verleidelijk en gevaarlijk. Oh, Nederland. Wat doe je ons toch aan?
Onafhankelijk mogen wij onszelf dan wel noemen, die Nederlandse druk is niet verloren. Het is vandaag de dag niet in de vorm van een zweepslag voor of verkrachting van de tot slaaf gemaakte, de macht die Nederland over ons heeft is nog steeds voelbaar in elke ader van onze samenleving. In een rechte lijn ligt Amsterdam 7499,7 kilometer van ons verwijderd, maar wij dragen haar dichtbij ons op het hart en in ons hoofd. Om rijkdom, schoonheid, jaloezie, angst, woede, (verloren) dromen of familie, wij delen allemaal zowel ons verleden als onze toekomst met haar. Eentje die onmogelijk te vergeten of vermijden valt. Ondanks een akelig gedeeld verleden willen wij bij haar zijn, als een gegijzelde die verliefd wordt op haar gijzelaar.
De relatie tussen Suriname en Nederland doet sterk denken aan dit Stockholmsyndroom, waarbij in een Zweedse bank een gijzeling plaatsvond en de slachtoffer een band ontwikkelden met de gijzelaars. Want ook wij hebben het hoog op met ‘gijzelaar’ Nederland, ongeacht de verschrikkelijke geschiedenis die wij delen. Wij willen zijn zoals zij, lopen zoals zij, ons net zo kleden en doen als zij, en vooral: ook zoveel verdienen, want als je euro’s ontvangt, heb je een gemakkelijk leven, toch? In Nederland is dan ook alles mooier, netter, beter en gemakkelijker. En als zij het kan, kunnen wij het toch ook?
Je ziet het op je tijdlijn en je herkent het in de verhalen. Dagelijks krijgen wij die, al dan niet gevraagde, bevestiging: in Nederland is werkelijk alles beter. In Nederland heeft elke straat een fietspad, de bussen rijden er op tijd, in Nederland zou hij dat niet moeten proberen en zijn alle wegen glad, in Nederland zou je dát alláng hebben en in Nederland zou je zus en in Nederland zou je zo. Je zou daar een gemakkelijk leven hebben. Gewoon, omdat je in Nederland zou zijn.
De buurman, de tante, de zus en de opa, allemaal werken wij naar dat comfortabele leven. Waar geld en inkomen geen dagelijkse strijd meer vormen en wij meer kunnen genieten van wat echt belangrijk is. Maar de regering werkt ons tegen, het verleden haalt ons in. Beloftes worden gemaakt nadat zij al gebroken zijn en de schuldenberg wordt er ondertussen niet kleiner op. In plaats van naar onze reflectie in de spiegel te kijken, draaien wij ons hoofd om, voor haar. Want we willen zijn zoals zij. En daar hebben wij heel wat – pijn – voor over.
Het hele artikel is te lezen in het novembernummer van Parbode.