Poppe: “Sranan sabi taki mi dya” – Parbode Sneak Peek
‘Moene, houd je mond, je zit weer te zingen in je slaap’. Zo werd Simonia Consuella Darson vaak genoeg door haar moeder wakker gemaakt wanneer zij zelfs in haar slaap lag te zingen. Het is dus bijna vanzelfsprekend dat zij tegenwoordig tot de top van de Surinaamse artiesten van deze tijd behoort. Onder haar artiestennaam Poppe kennen we haar van hits zoals Mamjo Mofo, Hard om te zeggen en haar recente single Mi law. Poppe heeft jarenlang hard aan de weg getimmerd om haar stempel te drukken op de Surinaamse muziekscene en is nu bezig ook haar vleugels uit te slaan naar Nederland.
Darson werd geboren op 2 september 1985 te Latour en in die volkswijk kreeg zij van een jeugdvriend haar bijnaam. “Ik heb mijn artiestennaam te danken aan een mati van mij, Browny, die nu kookt in het televisieprogramma Tap a Bankstel. Vroeger vroeg ik hem altijd naar ‘poppe’, wat straattaal is voor geld. Hij zei toen tegen mij dat hij me voortaan Poppe zou noemen. Sindsdien ga ik als Poppe door het leven.”
Muziek in het bloed
Poppe zingt eigenlijk sinds ze zich kan herinneren. Haar vader, Ernie ‘Boegie’ Seedo, is ook een van de prominente muziekfiguren in Suriname. “Mijn vader was zanger van de kasekoformatie de Exmostars, men zal hem zeker kennen van het bekend lied Ette Pette. Mijn moeder wekte mij vaker uit mijn slaap, omdat ik zelfs in mijn slaap zong. Daarnaast zijn ook broers van mijn moeder muzikanten. Mijn oom Sjako bijvoorbeeld, speelde in de formatie Bosse Krioro, en mijn oom Ruben levert zijn bijdrage aan vele culturele groepen met zijn zang, danskunsten en heftige tori’s.” Het was voor Poppe heel boeiend om op te groeien in een muzikale familie. “Ik hoefde niet meer te gaan zoeken vanwaar mijn muzikale talent kwam, het zit gewoon in me. Van zowel mijn vaders als moeders kant van de familie. Dit heeft er allemaal toe geleid dat ik zelf ook muzikant ben geworden. Op reggae dancehall kan ik me wat beter uiten en duidelijk articuleren, zoals bij de riddems.”
Het hele artikel is te lezen in het novembernummer van Parbode.