Mi eigi moengo: Rosita Plein-Pinas
Als je door de wijk Moengodorp fietst, valt het erf van Rosita Pinas direct op. Haar huis zie je bijna niet, omdat het omringd wordt door duizenden palmachtige plantjes. Zaailingen in de volle grond, de iets grotere exemplaren in zwarte, met aarde gevulde plastic zakjes die hier bij elke winkel verkrijgbaar zijn. De plantjes staan op de grond, of op een van de overal vandaan verzamelde tafels of in een kas van zonwerend gaasdoek. Aan de voorkant van het huis, aan weerszijden of op haar veranda. Elk hoekje of gaatje lijkt benut.
Het blijken podosiriplantjes te zijn, of açai zoals ze in Brazilië zeggen. Podosiri is een bes met veel vitamines en antioxidanten. In Europa wordt het in gedroogde vorm, beloftevol als superfoodverkocht, maar hier worden de bessen tot moes gestampt en vooral door boslandcreolen gegeten bij rijst, cassavebrood of kwak.
Rosita zit voorovergebogen op een klein oud schoolstoeltje haar plantjes te verpotten. “Het zijn net kindjes”, zegt ze liefdevol. “Je moet er goed voor zorgen en ernaar kijken”. Soms praat of zingt ze voor ze. Rosita is altijd met plantjes bezig geweest. Voorheen kweekte ze alleen groente, maar een tijdje geleden heeft ze een cursus gevolgd waarin werd uitgelegd dat de wereldwijde vraag naar podosiri alleen maar zal toenemen. Kort daarna zag ze bij haar vader in de tuin een mooie, dikke, vette boom staan. Het bleek een Baboon pina of Asisi podosiri, een soort die met een hoogte van anderhalve meter al vruchten krijgt. Daar heeft ze bessen van verzameld en ze is deze begonnen uit te zetten. Het zijn deze plantjes die ze op haar kostgrondje wil planten om er uiteindelijk een podosiri family business van te maken. Zij zal zich bezighouden met de planten en haar drie zonen zullen gaan verkopen. Zij lacht verlegen haar gouden voortand bloot: “Het is veel werk, maar ik vertrouw op mijzelf.”
De eerstvolgende stap is wachten tot de kleine regentijd eindelijk zal ophouden om vervolgens haar kostgrondje te ontbossen. Dit is een kostbare aangelegenheid waar je geld voor machines of vakmensen voor nodig hebt. Rosita informeert of er in Nederland misschien jeen fonds is dat haar financieel kan ondersteunen. De Surinaamse regering lijkt het oosten van het land al lange tijd aan haar lot over te laten. Ik vertel dat ik nu niets kan doen, maar wie weet wat een publicatie of de toekomst zal brengen. Een instemmend ‘hm’ bevestigt dat wij hier hetzelfde over denken en hoop hebben.
Wij geven elkaar een hand. Eén waarbij jij je linkerhand op je rechterpols legt. Zo geef je met beide handen een groet als teken van respect.