Schrijnend beeld in Marowijne- en Tapanahonygebied – Parbode Sneak Peek
Een reis naar het Marowijne- en Tapanahonygebied heeft een schrijnend beeld opgeleverd. De uitdagingen van deze lokale gemeenschappen zijn komen vast te staan met als grootste pijnpunt elektriciteitsgebrek.
We vertrekken vanuit Paramaribo met de bus over de Oost-Westverbinding naar het Paramaccaans dorp Langatabiki, een eiland in de Marowijnerivier, het woongebied van de Paramaccaners. De Marowijne is de grensrivier tussen Suriname en Frans-Guyana. Aangekomen bij de aanmeerplaats aan de overkant van het dorp springt direct de illegale goudwinning door middel van scalians in het oog. Later zal blijken dat nog enkele operationeel zijn in het gebied. Het ligt in de bedoeling Snesikondre te bezoeken, en de Paramaccaanse dorpen Skin Tabiki en Baada Tabiki, alle eilanden in de Marowijnerivier.
Handelscentrum Snesikondre
Snesikondre ligt enkele minuten varen de Langatabiki op, aan de linkeroever van de rivier. Snesikondre is een handelscentrum waar een militaire en politiepost, vier Chinese supermarkets, een bardancing, drie tankstations en een familie zijn gevestigd. In totaal wonen er twintig mensen. De plek is volgens een familielid en eigenaar van de bardancing genoemd naar de eerste Chinees die daar vertoefde en een winkel opende. Later verkocht hij zijn pand aan haar familie, die nog steeds daar verblijft en nu de bar met restaurant exploiteert. De bewoners gebruiken een dieselgenerator om elektriciteit op te wekken, maar hebben grote behoefte aan duurzame energie. Stromend water is ook gewenst. Een kraan compleet met watermeter prijkt midden in het handelscentrum, maar volgens het familielid is er nog geen dag water uit de kraan gekomen. Zij gebruiken regenwater en water uit de rivier, en kijken verlangend uit naar een duurzame oplossing voor hun water- en elektriciteitsprobleem. Eén gebouw bleek wel zonnepanelen op het dak te hebben, blijkbaar dat van de militaire en politiepost. Het is al jaren de bedoeling van de overheid Snesikondre te maken tot een bestuurscentrum. Dit komt langzaam op gang.
Met een 40 pk-motorboot vervolgen wij de reis richting Skin Tabiki. Het water in de Marowijnerivier staat hoog. Het gebied kent twee seizoenen: droge tijd en regentijd, en stellig is het nu regentijd, gezien de hoge waterstand en de regenbuien. De Paramaccaanse dorpen zijn veelal op eilanden gevestigd. Ook verder op de rivier zijn illegale scalians te zien die op zoek zijn naar goud. Daarbij vertroebelen zij het rivierwater, creëren nieuwe zandbanken en verleggen zij de vaargeul. Het is eigenlijk dan ook verboden om goud te winnen in de rivier, maar doordat overheidscontrole en sanctie ontbreken, ontstaat er wildgroei. De ervaring leertdat de nieuwe zandbanken nu niet te zien zijn, omdat het hoogwater is, maar in de droge tijd zullen die wel boven water komen. Op de rivier is er bedrijvigheid. Een waterscooter komt net van de oever. Bootjes varen langs met passagiers en olievaten. Aan de Surinaamse kant zijn vele kampen te zien. Shell blijkt het mogelijk te hebben gemaakt voor de gouddelvers om tot in hun gebied gasoline voor hun machines te kopen. Ook Chinezen hebben met hun supermarkets ingespeeld op de goudkoorts. Anders dan in de stad blijken ze vriendelijk te zijn, zodanig dat in elk geval een Chinese vrouw zelf een gesprek initieert, nieuwsgierig naar het doel van mijn aanwezigheid in het gebied.
Het hele artikel is te lezen in het januarinummer van Parbode