Bori Tori: Surinaamse Sweinstein – Parbode Sneak Peek
Het begint al te schemeren als Lucia en Claire na een middagje stappen met een zucht neerploffen op de bank. Claire grijpt naar de afstandsbediening en begint van de ene naar de andere tv-zender te zappen. Ze maakt een grote tyuri wanneer er een nieuwsitem over Hollywood verschijnt. Hoewel ze gelijk wegzapt, lijkt het alsof het huiveringwekkend gezicht van studiobaas Harvey Weinstein op haar netvlies staat gebrand. “Sweinstein, a agu dati”, mompelt Claire in zichzelf. Ze wil nog iets zeggen over deze machtige filmproducer die decennialang actrices seksueel misbruikte, als ze naast zich Lucia hoort briesen. Haar hartsvriendin trilt over haar hele lichaam.
“Wat is er, Lucia? Heb ik iets verkeerds gezegd?”
“Die agu, zoiets heb ik lang geleden zelf meegemaakt.”
Claire schrikt op. Haar flamboyante vriendin, die ze vanaf de schooltijd kent, had haar nooit iets hierover verteld. “Rustig maar, Lucia. Heb je het over die ene handtastelijke meester op Lyco die altijd meisjes lastig viel?”
“Nee”, antwoordt Lucia grommend. “Ken je die bekende directeur Bigi Bere, die werkneemsters chanteerde om seks met hem te hebben?”
“Bigi Bere? Je bedoelt die maniak die twintig jaar lang ongestoord zijn smeerlapperij kon uithalen? Ik herinner me hem, ja. Hij was ingenieur, een gehuwde man, die vaak werkneemsters overplaatste naar een stoffig magazijn als die niet voor zijn seksvoorstellen te vinden waren. Hij nam vaak jonge dames aan, waarvan sommige ontsteld en met rode ogen de kamer uitholden om er niet meer terug te keren.”
Lucia zucht en vervolgt emotioneel haar verhaal.
“Ik was net 25 in 1983 en had de pech te werken bij Public Relations, vlak naast de directeurskamer. Elke feestdag van het bedrijf, elke grote ontvangst of huldigingdag bij trouwe dienst of pensionering gaf de directeur mij een hand, waarbij hij met zijn wijsvinger in mijn handpalm duwde. Daarna trok hij mij keihard in een omhelzing waarbij hij zijn dikke buik tegen me aandrukte. En dit probeerde hij bij zowat alle werkneemsters tussen achttien en veertig jaar, als die in zijn buurt waren.”
Het hele artikel is te lezen in het aprilnummer van Parbode.