Geweld tegen kinderen: Resultaten landelijk onderzoek nader beschouwd – Parbode Sneak Peek
Ons land heeft in 1993 het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind ondertekend. Onze overheid heeft dus al vijfentwintig jaar de dure plicht om alle kinderen te beschermen. Hoe staat het na een kwart eeuw met de veiligheid van onze jeugd? Antwoord: ‘Schrikbarend, horror stories, een schreeuw om actie!’. Met deze woorden introduceerde socioloog dr. Julia Terborg op 7 maart van dit jaar de resultaten van een landelijk onderzoek naar het voorkomen van geweld onder kinderen in de leeftijd van 11 tot en met 18 jaar.
Het doel van dit onderzoek was het verzamelen, verwerken en analyseren van data over geweld tegen en tussen kinderen om te komen tot aanbevelingen met betrekking tot beleid, wetgeving, en programma’s voor preventie en aanpak. Het onderzoek vond plaats in de periode mei 2016 tot mei 2017 in Groot-Paramaribo, de districten en het binnenland.
De onderzoekers hebben gewerkt met vragenlijsten die de mensen zelf konden invullen. Ruim 60.000 van de 76.000 leerlingen in deze leeftijdscategorie. Dat wil zeggen 80 procent van die leeftijdsgroep is op deze manier bereikt. Daarnaast is er gepraat in zogenaamde focusgroepen, kleinere groepen samengesteld uit leerlingen, moeders en leerkrachten en begeleid door een gespreksleider. Er zijn diepte-interviews gehouden en casestudies gedaan, zowel onder kinderen, ouders, dienstverleners, schoolleiders en leerkrachten. De verhalen van de onderzochten illustreren hoe de hulpverlening faalt.De cijfers van de Spoedeisende Hulp en de Politie zijn gebruikt ter vergelijking met de cijfers uit dit onderzoek. Vanuit verschillende invalshoeken is een vollediger beeld ontstaan, zowel van de omvang als de aard van het geweld.
Terborg: “Dit onderzoek is het eerste in het Caribisch gebieddat landelijk en gedetailleerd is uitgevoerd. Wij zijn het eerste land met gedetailleerde cijfers over de verschillende vormen van gewelden de omvang van dat geweld. In de regio loopt ons land voorop als het gaat om dataregistratie.”
Met welke vormen van geweld kan een kind te maken krijgen?
Kinderen kunnen te maken krijgen met lichamelijk en geestelijk geweld. Er is geweld tussen de ouders waarbij het kind noodgedwongen toeschouwer is en kinderen kunnen slachtoffer worden van seksueel geweld.
Hoe veilig is de thuissituatie?
Van de onderzochte kinderen heeft 81 procent tenminste één vorm van geweld meegemaakt en heeft 74 procent te maken gehad of nog te maken met psychisch geweld. Kinderen uit eenoudergezinnen blijken meer geweld te ondervinden, omdat de ouder ondersteuning mist.
Een tik, een schreeuw, is dat nou zo erg?
Terborg: “Ouders die vroeger zelf zijn geslagen, verklaren dikwijls dat het pak slaag destijds verdiend en nuttig was. We zeggen wel dat je groot wordt van een pak slaag op zijn tijd, maar hoeveel ‘groter’ zou je zijn geworden zonder dat pak slaag, hoe zou het kind zich hebben ontwikkeldzonder slaag?”
Een pak slaag kan variëren van een tik tot een bezoek aan de eerste hulp na afloop. Afhankelijk van de gemoedstoestand van de ouder op het moment van de mishandeling, kan het gevoel ontstaan dat een lichte tik niet meer helpt. Het is een glijdende schaal. “Daarom stellen we, dat we op dit gebied niets accepteren. We staan er niet altijd bij stil wat het effect is op onze kinderen. Het kind schrikt in eerste instantie. Op den duur raakt het er misschien aan gewend.Maar krachttermen en lelijke woorden kunnen het zelfbeeld negatief beïnvloeden, vooral in de vroege kinderjaren”, waarschuwt Terborg.
“De resultaten van dit onderzoek roepen ons allemaal op om stil te staan bij onze manier van opvoeden. Er zijn andere opties, er zijn genoeg ouders die niet slaan. Er zijn genoeg kinderen die niet te maken krijgen met geweld in de opvoeding. Het is niet meer zo vanzelfsprekend dat kinderen worden geslagen. Dertig procent van de kinderen zegt dat ze nooit een pak slaag heeft gehad. We kunnen ons gedrag wel veranderen.”
Het hele artikel is te lezen in het meinummer van Parbode