Vanuit de Cultuurtuin: ‘Onkan’ – Parbode Sneak Peek
Ons arme ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) was in april 2018 toe aan haar vijfde minister in een periode van acht jaren. Eerst was daar mijnheer Sapoen van 2010 tot 2012. Toen kwam mevrouw Sitaldien van 2012 tot 2013. Daarna nam mijnheer Adhin het roer over. Hij bleef minister van 2013 tot 2015 om vervolgens in mei 2015 plaats te maken voor de heer Peneux. De heer Peneux zwaaide de scepter van 2015 tot eind 2017.
Na een korte periode van waarneming en een forse herschoffeling van het totale regeerteam is het dan sinds april van dit jaar de beurt aan mevrouw Ferrier als de nieuwe minister van het MinOWC. Direct na haar aantreden en haar eerste optreden krijgt ze van de media – vrij vertaald – al de naam ‘ijzeren tante’. Die naam verdient ze, vanwege een aantal stoutmoedige uitspraken.
Zo wil de minister leerkrachten die constant met een attest van hun huisarts komen opdraven, aan een heronderzoek onderwerpen. Een speciaal daartoe aan te trekken arts zal ervoor moeten zorgen dat het ‘gesjoemel’ met attesten ophoudt. Want dat is ‘onkan’ aldus de minister. Ik heb een paar vragen die assembleeleden geheel kosteloos kunnen gebruiken bij een eerstvolgende vragenronde:
– Via u mevrouw de voorzitter, weet de minister om welke leerkrachten het gaat, hun leeftijd, burgerlijke staat, aantal thuiswonende kinderen?
– Via u mevrouw de voorzitter, kan de minister ons informeren in hoeverre er in de afgelopen drie tot vijf jaar een stijging is opgetreden in het ziekteverzuim?
– En uiteraard via u mevrouw de voorzitter, heeft de geachte minister een beeld van het ziekteverzuim per buurt, per school?
– En nogmaals via u mevrouw de voorzitter, heeft de minister bestudeerd of er mogelijk een verband is te constateren tussen het aangetroffen ziekteverzuim en de conditie waarin de school en de klaslokalen verkeren, de klassengrootte en ten slotte, via u mevrouw de voorzitter, het milieu waaruit de leerlingen afkomstig zijn?
De minister is verder van mening dat leerlingen niet mogen overgaan wegens leeftijd. Dat is ook ‘onkan’ meent de minister en ze aarzelt niet in deze kwestie het predicaat kindermishandeling te gebruiken. Leerlingen met problemen moeten vroegtijdig ontdekt worden meent ze. Ik heb ten aanzien van deze kwestie ook een paar vragen voor geïnteresseerde assembleeleden:
– Via u enzovoort, welke alternatieve handelwijze kan de minister ten aanzien van deze leerlingen aanbieden? Immers een leerling telkens weer de eerste klas te laten overdoen is misschien toch ook een beetje ‘onkan’?
– Welke instantie wordt, binnen welk termijn en met welke deskundigen, belast met de vroege casu quo tijdige ontdekking van probleemleerlingen?
– Waar denkt de minister deze leerlingen te plaatsen en op welke begeleiding en ondersteuning mogen deze leerlingen rekenen?
– Is de minister op de hoogte van het feit dat het Pedologisch Instituut, verantwoordelijk voor de begeleiding van leerlingen, leerkrachten en ouders in het Speciaal Onderwijs, momenteel met welgeteld één maatschappelijk werkster, één logopedist en drie schoolbegeleiders, zonder psycholoog, zonder orthopedagoog, zonder pedagoog, de zorg draagt voor 27 scholen en zeven klassen voor het Speciaal Onderwijs?
– Hoe en binnen welk termijn denkt de minister dit tekort aan deskundigheid op te heffen?
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode