Rol zwarten niet langer genegeerd in geschiedschrijving – Parbode Sneak Peek
Politicus en WO-II held Winston Churchill zei dat de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars. Voor de geschiedwetenschap betekende dit een westers perspectief dat de macht van het westen bevestigde en versterkte. Dat deze stelling niet langer opgaat blijkt wel uit de stroom boeken van gekleurde historici. Vanuit een meervoudig perspectief behandelen zij aspecten van de koloniale geschiedenis die buiten het westerse perspectief vielen. Hiermee ondermijnen ze tegelijkertijd de machtsstructuur waarmee dit westers perspectief is verbonden.
Ontstaan Amerikaanse abolitionisme
Een van de onderwerpen die vanuit het meervoudige perspectief wordt onderzocht is het abolitionisme, de beweging voor de afschaffing van de trans-Atlantische slavernij. De gangbare opvatting was dat dit door de Engelsen was geïnitieerd en dat de witte mensen hierin de enige hoofdrol hebben gespeeld. Boeken als Bevrijd de slaven! van Adam Hochschild en Abolition van Seymour Drescher geven de zwarten slechts een kleine rol. Met het boek The slave’s Cause. A history of abolition maakt Manisha Sinha korte metten met dit westers perspectief. Aan de hand van pamfletten, briefwisselingen, krantenartikelen en verslagen laat ze zien hoe de zwarte mannen en vrouwen in Amerika zich al in de eerste helft van de 18e eeuw in georganiseerd verband inzetten voor de afschaffing. Ze laat ook zien dat hun protesten, argumenten en ideeën door de witte abolitionisten werden overgenomen. Niet alleen in Amerika, maar ook in Engeland. Witte en zwarte abolitionisten correspondeerden met de Engelsen en reisden regelmatig naar Engeland om geld in te zamelen en lezingen te houden over de wantoestanden. Op grond van hun informatie ontstond in Engeland toen ook een abolitionistische beweging. Door hun activiteiten werd de handel in slaafgemaakten in 1807 verboden in de Engelse koloniën en in 1814 in de Nederlandse. Ze droegen ook bij aan de afschaffing van de Engelse slavernij in 1834. Dit gebeurde in een tijd dat de slavernij nog enorme winsten opleverde. Vanwege deze megaprestatie werd gepropageerd dat zij aan de wieg hebben gestaan van het abolitionisme en dat dit een witte aangelegenheid was.
Eurocentrisch onzin-argument
Het westers perspectief kunnen we ook vinden in één van de irritantste opvattingen van Piet Emmer en Gert Oostindie. Deze professoren zeggen dat het anachronistisch is om nu de slavernij te veroordelen als een misdaad tegen de menselijkheid (Verenigde Naties). Hun argument is dat de mensen vroeger heel andere waarden en normen hadden dan wij en dat ze de handel in slaafgemaakten en de slavernij heel gewoon vonden. Deze professoren hebben wel gelijk dat je in het geschiedenisbedrijf moet oppassen voor anachronistische argumenten. Maar in dit geval is er helemaal geen sprake van anachronisme, omdat veel mensen vroeger wel dezelfde waarden en normen hadden als wij.
Hun abolitionistische strijd is hiervan het bewijs. Dit was immers een strijd van waarden en normen. Het punt is alleen dat ze in het begin geringer in aantal waren en dat ze nog niet veel macht hadden.
Deze professoren hebben er moedwillig voor gekozen het karakter en de betekenis van deze strijd te negeren. Ze hebben daarnaast de waarden en normen van de tegenstanders van de slavernij genegeerd of gebagatelliseerd en alleen aandacht geschonken aan de waarden en normen van de voorstanders van de slavernij. Die hebben ze vervolgens verabsoluteerd en tot standaard gemaakt: Ze hebben in hun betoog dus gedaan alsof alle witten hetzelfde dachten als de voorstanders van de slavernij. Maar dat niet alleen, ze hebben ook de waarden en normen van de slachtoffers totaal buiten beschouwing gelaten:alsof de slachtoffers geen eigen waarden en normen hadden, geen eigen denkbeelden over hun lot, alsof ze die misdadige behandeling allemaal ook heel normaal hadden gevonden. Dit is voor mij de verwerpelijkste westerse voorstelling van zaken in de hele slavernijgeschiedenis.
Burgerloog was strijd over waarden en normen
In 730 pagina’s toont Sinha aan dat veel zwarte en witte mensen in Noord-Amerika vanaf het begin van de slavernij dezelfde waarden en normen hebben gehad als wij en ook dat de slavenhouders en belanghebbenden dit wisten. Er waren immers de hele slavernijgeschiedenis door verzet en opstanden, felle debatten en vechtpartijen tussen voor- en tegenstanders: In Amerika, Engeland, Frankrijk en in hun Caribische koloniën. In Amerika leidde deze strijd in 1861 zelfs tot de burgeroorlog tussen het Noorden en het Zuiden (1861-1865).
Die burgeroorlog zat er overigens vanaf de Onafhankelijkheidsverklaring in 1776 aan te komen. Want vanaf het oprichten van de Verenigde Staten, hebben de kolonisten getwist over de vraag of de unie een slavensamenleving moest zijn of niet. Het Noorden was over het algemeen tegen de slavernij. Ze vond deze niet in overeenstemming met de ‘Bill of Rights’ en de democratische principes in de Onafhankelijkheidsverklaring.
Sinha laat zien hoe de slavernij, het verzet, het abolitionisme en de natievorming zich in interactie met elkaar ontwikkelden. Nadat de kolonisten zich tussen 1775 en 1783 onafhankelijk van Engeland hadden gevochten, vormden ze met hun dertien staten de Verenigde Staten. Het zuiden dat rijker was dan het Noorden wilde de slavernij in de hele unie invoeren. Ook in de nieuwe gebieden die ze van de inheemsen aan het stelen waren. Het Zuiden maakte ook steeds strengere wetten tegen de vrije zwarten en de slaafgemaakten. In 1851 slaagden ze er zelfs in de ‘Fugitive Law’ ook in het Noorden te doen invoeren. Hiermee verplichtten ze het Noorden om de vluchtelingen voortaan ook zelf op te pakken en naar het Zuiden terug te sturen. Deze wet was echter ook het begin van het einde van de Zuidelijke macht, want het abolitionisme radicaliseerde. Tien jaar later was de burgeroorlog een feit. Dat het Noorden deze burgeroorlog heeft gewonnen en dat toen de slavernij is afgeschaft is het ultieme bewijs dat men vroeger dezelfde waarden en normen had als wij om de slavernij te veroordelen.