Mi eigi Moengo – Ricardo Dewani – Parbode Sneak Peek
Toen ik vertelde dat ik met mensen in contact wilde komen die een bijzondere band hebben met het landschap, werd me aangeraden om met Ricardo te praten. De eerste keer ontmoetten we elkaar in het atelier. Er stapte een man binnen met een prettige, ietwat ondeugende uitstraling. Een klein vierkant litteken onder zijn linkeroog. Op zijn hoofd een zonnehoed met legerprint waarvan het touwtje, dat los om zijn keel hing, aangaf dat dit meer dan een mode-accessoire was. We spraken over het landschap, over planten, rituelen en kostgrondjes. Het raakte zoveel aspecten waarin ik geïnteresseerd was dat het me niet lukte deze ontmoeting in woorden te vatten.
Een week later fietste ik met mijn gezin naar Ricanaumofo, toen het geluid van waterplezier ons verleidde een wandelpad in te slaan. Aangekomen bij de Cotticarivier zagen we aan de overkant wassende vrouwen in felgekleurde kleding en spelende kinderen. Een tafereel dat zoveel in westerse boekjes en op ansichtkaarten is gebruikt dat het leek of ik droomde. Er kwam een korjaal onze kant op en tot mijn verbazing was het Ricardo. Hij had ons herkend en nodigde ons uit zijn kamp te bezoeken.
Een kamp bestaat uit een verzameling huisjes, vaak bewoond door familie, van familie, van familie. Het kamp van Ricardo heet Akujutekondre. Hier stelde hij ons voor aan zijn opa’s, oma, tantes, nichtjes, neefjes en ten slotte aan zijn vader en moeder. Zijn moeder is basya. Het is een vrouw voor wie je direct respect voor voelt, die haar wijsheid even bescheiden als natuurlijk draagt.
De marrons spreken van de plek waar je gegrond bent. De plek waar je kumbat’tei begraven is. Sinds ik over dit mooie ritueel hoorde, heeft het mijn interesse en hier stond ik te praten met moeder en zoon: dit was mijn kans. Weifelend vroeg ik of de kumbat’tei van Ricardo in het kamp begraven lag. Er verscheen een zachte lach om de mond van moeder Joosje en ze nam me mee naar een plek achter het zelfgebouwde huisje van Ricardo. Ze heeft er later een kalebas op geplant. De plant kan Ricardo troost bieden in moeilijke tijden, maar hij mag er niet van eten, dat brengt ongeluk.
Lees het hele artikel in het septembernummer van Parbode