Advocaten van het bos: Verginia Wortel – Parbode Sneak Peek
“Als je weet dat meer dan tachtig procent van Suriname uit bos bestaat, zou je verwachten dat een heleboel mensen in de bos- en natuursector werken. Maar dat is niet zo, het is maar een kleine groep.” Verginia Wortel kan het weten, want zij is een van de mensen die werkt in deze sector, waarin vele projecten in goede banen moeten worden geleid.
Verginia groeide op met het bos; haar ouders werkten op een kostgrondje omringd door bos. Als kind heeft ze daar veel gekampeerd en gezwommen. In 1998 moest ze kiezen wat ze wilde studeren; er was toen net een nieuwe studierichting ‘milieuwetenschappen’ op de Anton de Kom Universiteit van Suriname (Adekus). Op het lyceum werd daar bij een informatiesessie zo enthousiast over verteld dat Verginia besloot de studie te volgen. Daar heeft ze geen spijt van. Via haar stage is ze bij het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (Celos) terechtgekomen. Daar werkt ze met veel plezier en toewijding als wetenschapper op de afdeling Bosmanagement.
Verginia: “Wij stedelingen gebruiken het bos als onze achtertuin, we wonen voorin en als we iets nodig hebben gaan we het halen, zoals hout voor het bouwen van een huis of planten voor medicijnen. Op de afdeling Bosmanagement doen we toegepast onderzoek naar de centrale vraag: Hoe kunnen wij optimaal gebruikmaken van onze bossen zonder er schade aan te richten, zodat toekomstige generaties er ook gebruik van kunnen maken? Want het land is zo mooi! De natuur moeten we proberen te waarborgen.”
Bij het Celos lopen meerdere projecten tegelijk, verdeeld in drie hoofdthema’s: duurzaam bosbeheer, biodiversiteit en agroforestry. Een van de projecten is een onderzoek naar het effect van houtkap op het bos. Meer dan dertig jaar geleden is hiermee begonnen; toen zijn er proefperken aangelegd waar verschillende houtteeltkundige behandelingen zijn toegepast. Verginia legt uit: “In een aantal perken van minimaal één hectare zijn verschillende volumes hout geoogst en sindsdien vinden er periodieke hermetingen plaats om te kijken hoe het bos zich op die plek herstelt. Zo meten we de effecten van houtkap, we bekijken onder meer het effect op de boomdiversiteit, dus de variatie aan soorten, maar ook op de commerciële houtvoorraden, dus het hout dat van betekenis is voor bijvoorbeeld bouwmateriaal. We kijken naar de hoeveelheid biomassa (carbon opslag), die van wereldwijd belang is voor het klimaat. Dat is van belang om te weten te komen welke maatregelen er moeten worden getroffen om het bos zijn ecologische functies en diensten te laten behouden. Deze informatie geven we door aan de overheid in de vorm van beleidsadvies. Als onderzoeksinstituut ondersteunen wij de overheid, zodat deze de mogelijkheid heeft om op basis van wetenschappelijke gegevens beleid te formuleren. In de toekomst zullen we als land aan ons bos- en natuurbeleid moeten werken, er moeten nieuwe regelgevingen komen en de implementatie en handhaving van regel- en wetgeving in de praktijk zullen ook goed moeten worden begeleid.”
Bosbeheer
Wat betreft de ontwikkeling van het land wijst Verginia ook op het belang van eco- en agrotoerisme. “Daar zouden we veel meer uit kunnen putten. Maar men heeft vaak een vertekend beeld van wat ecotoerisme is, men denkt ‘eco’, dus dat is ‘natuur’, dus als je de natuur ingaat dan is het ecotoerisme. Maar als je elke dag met twintig mensen een natuurgebied ingaat, dan ga je op een gegeven moment geen enkele vogel of ander dier meer zien; dieren kunnen niet tegen te veel toeristen. Wanneer je in een gebied ecotoerisme wil opstarten, dan moet je weten hoeveel het gebied aan kan zonder verstoord te worden. Het is niet alleen de natuur ingaan en genieten, maar ook educatie, behoud van biodiversiteit en onderzoek horen daar bij.”
Lees het hele artikel in het novembernummer van Parbode