Memre: Michael Daal – Parbode Sneak Peek
Michael was met zijn levenslustige houding bij velen geliefd. Associaties met lekker eten, moppen vertellen en mensen helpen, geven een goed beeld van hem. Hij groeide op in het gezin van wijlen Cyrill Daal en Silia Daal-Monpellier. Carlo, Carmen en Haydy, zijn broer en zusters, kennen hem als geen ander. “Als kind was Michael altijd een vrolijke frans en dat was hoorbaar tijdens het douchen. Hij sprong dan uren zingend in de badkamer”, herinnert Carmen zich. Hij was dieselmonteur bij de SMS. Toen moeilijke tijden zich bij het scheepvaartbedrijf aandienden, was hij ready voor een andere uitdaging. Als man die van aanpakken wist, begon hij ‘Riverside Kitchen’ aan de Waterkant. Dat was Michael zijn tweede huis. Zijn maaltijden bereidde hij met veel liefde, en velen uit alle lagen van de bevolking wisten hun weg naar het bedrijf te vinden.
Met zijn vrouw, Maureen Venloo, kreeg hij Le Marc en Anuskha. Ook Joshua, zijn kleinzoon, deelde in de aandacht van opa. “Hij haalde hem met plezier van school af. Als hij een negen of tien op school keeg, werd hij extra verwend. De slimme kleinzoon koos dan altijd voor een bezoek aan de speelplaats van Mc Donald’s, omdat hij wist wat daarna volgde”, legt Le Marc uit.
“Michael was de koppigste man die bestond. Ik noemde dat zijn eigen wijze. Hij moest en zou zijn wil doordrukken. Als zijn moeder, Le Marc of zijn assistenten aangaven dat er al genoeg gerechten voor de dag klaargemaakt waren, deed hij alsof hij ze niet had gehoord. Prompt maakte hij nog een gerecht erbij om achteraf te constateren dat het inderdaad niet nodig was”, deelt zijn vrouw haar ervaring.
’s Morgens vroeg belegde hij de broden voor zijn kinderen en ’s middags was telefonisch steevast de vraag: “Maureen, wat wil je eten?” Wat ook haar keus mocht zijn, het werd voor haar naar huis meegenomen. Trots was hij op zijn dochter en zoon toen die geselecteerd werden voor de nationale volleybalselectie en toen Le Marc ervoor koos om wiskunde te gaan studeren.
Lees het hele artikel in het novembernummer van Parbode