Suriname, veilige toevlucht voor Venezolanen – Parbode Sneak Peek
De afgelopen jaren zoeken steeds meer Venezolanen hun heil in Suriname. De crisis in hun thuisland heeft afschuwelijke proporties aangenomen. Reden voor vele burgers om het land te ontvluchten en elders een bestaan op te bouwen. Toch is Suriname niet de meest voor de hand liggende optie. “De eerste keer dat een kennis mij vertelde over Suriname, moest ik het opzoeken op de landkaart. Ik dacht dat het in Afrika lag.”
Dat velen niet weten dat Suriname op nog geen duizend kilometer van Venezuela ligt, is geen slechte grap, maar een eerlijke bekentenis van meerdere Venezolanen die op dit moment in ons land wonen en werken. Voor sommigen is Suriname een sprong in het diepe geweest. Zonder kennis over het land hebben ze zich hier gevestigd. In eigen land hadden de meesten voor de crisis een stabiel bestaan. Een opleiding gedaan en hard gewerkt om hun doelen te bereiken. Van advocaat tot internetondernemer, van docent tot journalist.
Geld sturen
Het regime heeft veel kapot gemaakt. De onvoorstelbare devaluatie van de bolivar zorgde ervoor dat mensen nu werken voor praktisch geen geld. Hun salaris is waardeloos geworden. Inmiddels is de Venezolaanse munteenheid omgedoopt in bolivarsoberano, een wanhoopspoging om de torenhoge inflatie tegen te gaan. Genesis Sanchez (29) woont sinds 2015 in Suriname en vertelt dat de Venezolaanse bevolking simpel gezegd kan worden verdeeld in drie groepen. “De eerste groep is jong, ondernemend en heeft nog spaargeld. Deze probeert het land te verlaten om zich elders te vestigen. De tweede groep werkt voor de overheid of wordt gesteund door de overheid, zij verdienen nog geld en genieten bescherming waardoor ze kunnen overleven. De derde groep zijn de mensen zonder geld of ouderen, die niet de mogelijkheid hebben om in een ander land een nieuw bestaan op te bouwen. Zij kunnen niet weg”, vertelt Genesis. In Venezuela was ze lerares. Op een moment kreeg ze een baan aangeboden bij een casino in Paramaribo. Ze zou worden opgeleid tot dealer, een goed salaris ontvangen en woonruimte werd verzorgd. Ondanks dat het een ‘vrijwillige’ keuze was om te vertrekken, had ze het in de beginperiode heel zwaar en ervoer ze discriminatie. “Er werd in het begin erg neergekeken op mij en de andere Venezolanen die in het casino werkten. Ik kende geen mensen in Paramaribo en had naast mijn werk geen sociaal leven. Het was moeilijk om te mixen met de plaatselijke bevolking”, legt ze uit. De taalbarrière speelt daarbij een rol. Ze beheerste alleen Spaans, wat het lastig maakte om nieuwe mensen te leren kennen. Inmiddels spreekt ze Engels en heeft ze een sociaal leven opgebouwd. Ze voelt zich veilig en thuis in Suriname. Nu is het doel vooral geld sparen om de familie in het thuisland te ondersteunen.
Zoon achtergelaten
Gaby Lugo (35) kwam in februari 2017 onder vergelijkbare omstandigheden als die van Genesis naar Suriname. Ze kreeg een baan aangeboden bij een kledingbedrijf. Na een maand op proef besloot ze definitief naar Suriname te verhuizen. “Het was een heel moeilijke beslissing, maar ik heb deze samen met mijn familie gemaakt”, vertelt ze. “Het is beter voor iedereen. Zo kan ik geld verdienen om voor mijn oma, moeder en schoonmoeder te zorgen. In Venezuela was dit absoluut niet mogelijk geweest, terwijl ik daar hetzelfde werk deed.” Ze heeft haar zoon van tien moeten achterlaten. Die woont nog bij zijn vader in Venezuela. “Ik wil hem graag hierheen halen. Ik heb elke dag contact met hem en mis hem vreselijk. Gelukkig ben ik hier niet helemaal alleen, mijn neef is hier ook.” Ook Gaby bevestigt dat de beginperiode afzien was doordat ze slechts Spaans sprak. “Dat was de eerste maanden wel een probleem, echt zwaar. Gelukkig heb ik collega’s die Engels spreken, dus ik kon het al gauw verstaan. Ik ben een snelle leerling met talen.” Maar de taalbarrière is wel een van de redenen dat ze nog niet herenigd is met haar zoon. Hij volgt nu sinds een jaar Engelse les, zodat hij zich hier zal kunnen redden en een sociaal leven kan opbouwen zodra hij hier komt. “Hoe erg ik hem ook mis, ik neem geen overhaaste beslissingen. Ik wil hem pas halen als ik alles heb geregeld en hij hier ook een goed leven kan hebben”, besluit ze.
Beroofd en berooid
José González (38) had in Venezuela een eigen bedrijf, maar door nieuwe regels van de overheid werd werken hem schier onmogelijk gemaakt. “De overheid bedacht allerlei maatregelen om mijn branche kapot te maken”, legt hij uit. “Door de nieuwe regels kon ik niet meer blijven werken zoals ik altijd deed, het werd illegaal. Ik voelde me een bandiet in eigen land terwijl ik niets fout deed, ik voelde me niet meer veilig.” Hij verkocht zijn huis en maakte plannen om het land te verlaten. “Het verkopen van mijn huis was verschrikkelijk. Het papierwerk dat daarbij komt kijken is een hel, ontzettend tijdrovend. De overheid bemoeilijkt alles.” Het lukte hem uiteindelijk zijn huis te verkopen en hij verliet Venezuela met een grote som cash. Met de bus zou hij via Guyana naar Suriname gaan. Onderweg ging het fout. De mensen die hij vertrouwde beroofden hem van al zijn geld. Zonder geld en bezittingen vond hij in het grensgebied iemand die hem illegaal Suriname kon binnenbrengen. Hij had geen baan, geen geld, geen papieren, geen huis en sprak geen Engels. Hij kon voor een maand terecht bij een familielid via wie hij zijn eerste baantje vond, het hakken van bomen. Twee maanden lang heeft hij staan zwoegen in de volle zon. Nadat zijn papieren in orde waren gemaakt, ging hij werken in een autozaak. Daar werkt hij zes dagen per week, twaalf uur per dag. “Het enige voordeel daarvan is dat ik weinig tijd heb om geld uit te geven.” Het doel is om zoveel mogelijk geld te sparen. “Ik wil graag naar Argentinië”, vertelt hij. “Mijn broers zijn daar. Ik heb nu de benodigde documenten zodat ik hier nog twee jaar kan wonen en werken. Mijn zoon is zestien jaar en is nog in Venezuela. Hij wil ook graag naar Argentinië, uiteindelijk wil ik met hem daarheen.”
Ambassade
Vertrouwen is een lastig onderwerp bij Venezolanen in Suriname. De overheid in het thuisland heeft hun vertrouwen geschaad. Blijkbaar heeft de Venezolaanse ambassade in Paramaribo ook hieronder te lijden. Het is er totaal uitgestorven. Een aantal van de geïnterviewden zegt liever niet hier te komen. Het is de vijand, het is ‘het hol van de leeuw’. Ambassadrice Olga Diaz Martinez heeft er alles aan gedaan om de vragen van Parbode te ontwijken. Na vele pogingen via de telefoon en e-mails kan ze er niet onderuit als we op een dag voor de deur staan. Wij mogen de ambassade niet binnen, zij komt naar buiten. Met de mededeling dat ze niet met Parbode wil praten. Instructies van hogerhand, ze mag in het algemeen niet praten met de pers. Toch wil ze enkele vragen beantwoorden. Of ze heeft gemerkt dat er de afgelopen jaren meer Venezolanen naar Suriname zijn gekomen? “Nee, ik heb geen toename gezien.” Ze vervolgt met een vrolijk gezicht dat haar landgenoten nog steeds graag op de ambassade komen. “Ze komen hier voor hulp. Voor visa of andere benodigde documenten. We hebben documenten met statistieken over het aantal Venezolanen dat op dit moment in Suriname woont en werkt, maar die blijven intern. We delen deze gegevens met niemand.” Haar boodschap is duidelijk, ze zal niet meewerken. Ze laat zich niet in de kaart kijken. Na enig aandringen laat ze toch eventjes haar masker vallen. “U volgt het nieuws rondom Venezuela toch ook?”, vraagt ze. Haar gezichtsuitdrukking zegt alles. De machteloosheid straalt er vanaf. Gelaten haalt ze haar schouders op. De situatie is ingewikkeld, ze wil en kan er niet meer over zeggen.
Lees het hele artikel in het januarinummer van Parbode