Minister Antoine Elias verbindt zich aan sociaal contract – Parbode Sneak Peek
Het enthousiasme zit er nog steeds in bij minister Antoine Elias. Hij krijgt meerdere winden van voren, zoals die in het parlement. Maar dat schrikt hem niet af. Elias, die sinds april 2018 de hoofdverantwoordelijkheid draagt voor onze nationale volksgezondheid, wil zich tot zijn laatste dag inzetten.
We zitten tijdens het interview in Elias’ kantoor aan de Henck Arronstraat. Het is vrij stil in zijn werkkamer, het geluid van de airco duidelijk hoorbaar, bijna storend. De minister zit relaxed in een comfortabele bureaustoel. Zelfs in zijn stoutste dromen had hij nooit gedacht op deze plaats te komen. Maar nu is hij toch echt de hoogste ambtsdrager op Volksgezondheid.
Antoine Fransisco Elias is van de derde generatie Libanezen in Suriname. Ruim 52 van zijn 58 levensjaren heeft hij, met tussenpauzes, in Nickerie doorgebracht. Zijn grootouders zijn ooit via buurland Guyana naar Suriname gekomen en vestigden zich in het rijstdistrict. “Mijn grootvader en zijn broer zijn tezamen met hun vrouwen toen begonnen in Nickerie en die band met Guyana hebben ze altijd behouden”, begint hij. Trots voegt hij toe: “Ik ben volledig Surinamer.” Elias heeft de middelbare handelsschool bezocht, bezocht een jaar lang onze universiteit en heeft ruim twee jaar commerciële economie gestudeerd in Nederland. Gedurende een half jaar woonde hij als nog vrij jonge man in Libanon, alwaar hij trouwde. Bij terugkeer nam hij na enige tijd de handelszaak van zijn vader over; deze heeft hij gerund tot zijn aanstelling in 2011 als directeur van het Mungra Medisch Centrum in 2011, het voormalige Lachmipersad Mungra Streeksziekenhuis.
Directeur ziekenhuis Nickerie
De bewindsman blikt even terug. In 2011 werd hij door assembleelid Rashied Doekhie benaderd om de leiding van het ziekenhuis in Nickerie over te nemen. “In het begin dacht ik dat hij een grap maakte, maar later bleek dat hij serieus was. Ik stemde toen in en kreeg de leiding in handen. Op 1 juni 2012 ben ik benoemd tot algemeen directeur en die functie heb ik bekleed tot april 2018.” Elias heeft het als directeur niet altijd makkelijk gehad met het personeel, dat soms ontevreden in opstand kwam. Het ziekenhuis heeft zich onder zijn bewind wel kunnen ontwikkelen. Zo zijn bijvoorbeeld afdelingen bijgebouwd, zoals de moderne medicare unit, die bepaalde specialistische zorg biedt. Hij is trots op het ziekenhuis, dat steeds nieuwe ontwikkelingen doormaakt en een compleet medisch centrum is geworden. De tevredenheid is aan zijn gezicht te merken.
Volksgezondheidminister
In een adem vertelt de bewindsman over zijn ministerschap. “Het is een hele uitdaging. Mijn sociaal leven is compleet veranderd. Ik moest met mijn gezin van Nickerie naar Paramaribo verhuizen.” Inmiddels heeft Elias het ritme opgepakt en gaat het stukken makkelijker. Volgens hem heeft hij deze kans in eerste instantie niet met beide handen gegrepen. Hij zat vol twijfels of hij de job wel zou aankunnen, want het was niet meer de verantwoordelijkheid dragen voor de volkgezondheid van een deel, maar van het totale land.
Elias merkt op dat de president hem heeft kunnen overtuigen dat hij de potentie heeft en dat zijn bijdrage gewicht in de schaal zou leggen. “Na een moeizame start lukte het mij binnen twee maanden om de draad op te pakken. Het is geen makkelijke taak. Ik weet dat er veel moet veranderen in de zorg. Hij heeft zijn vertrouwen in mij gesteld. Ik zal mijn job naar eer en geweten doen. Deze zware taak zal ik in goede banen leiden, zodat de gezondheidszorg voor ons allen als Surinamers in elk geval goed en gegarandeerd is. En als het kan op een hoger niveau dan nu het geval is.”
Gezondheidszorg
Evenals zijn voorgangers is Elias zich ervan bewust dat de zorg steeds duurder wordt. Hij beseft dat er te veel geld wordt gepompt in de sector. De focus is jarenlang gelegd op de dure ziekenhuiszorg, maar de boeg moet worden omgegooid. Er moet meer geïnvesteerd worden in de eerstelijnszorg, de primary health care. “Eerstelijnszorg is wereldwijd dat deel van de zorg dat men flink moet opboosten. De Regionale Gezondheidsdienst (RGD) en de stichting Medische Zending (MZ) zijn daar goed in. Ook de particuliere huisartsen doen hun best. In West-Europa is het vandaag de dag zo dat er op huisartsenpoli’s veel kleine ingreepjes worden gedaan, waardoor de ziekenhuizen minder belast worden”, legt Elias uit. Dit is niet onmogelijk in Suriname maar dan moeten alle neuzen in een richting wijzen. Dit proces zal een tijdje duren, omdat velen geloven dat ze in een ziekenhuis moeten liggen om beter te worden, meent Elias. Ziekenhuisopnames zouden volgens hem zo kort mogelijk moeten zijn, maar in de praktijk is dat anders. Over de tweedelijnszorg zegt hij: “Mijn visie is erop gericht dat ook de basistweedelijnszorg in het hele land wordt geboden. Bijvoorbeeld kinder-, kno-, en oogarsten moeten naar de mensen toegaan, ook al zijn het kleine gemeenschappen. Zoals we nu in Nickerie de basisspecialisten hebben, zo wil ik dat Atjoni en Marwina dat ook hebben.” De minister haast zich te zeggen dat de zorg nu al naar de gemeenschappen wordt gebracht, alleen gebeurt dat niet zo vaak als de mensen willen of moeten krijgen. De bewindsman is zich ervan bewust dat dit kostbaar is, maar hij wil zich sterk maken hiervoor. Hij vindt dat iedereen gelijke kansen moet hebben. De inwoners van Paramaribo hebben niet meer recht op gezondheidszorg dan die van het binnenland. Met een goede samenwerking tussen het ministerie, de specialisten en de MZ zal dit lukken, denkt hij. Elias benadrukt dat hij daarmee niet wil zeggen dat de gezondheidsassistenten van de MZ hun werk niet goed doen. Maar de mensen maken volgens hem aanspraak op meer en betere zorg. Elias zal met zijn collega van Financiën afstemmen om hier geld voor vrij te maken. Dit plan wil hij in de eerste helft van 2019 uitvoeren.
Basiszorg
De bewindsman heeft enorme kopzorgen met de basiszorg, die nog veel vraagstukken kent. Zo hebben de zorgverleners en verzekeraars geruime tijd geklaagd over achterhaalde tarieven. De regering heeft daarom de tarieven voor basiszorg aangepast. De Zorgraad, die toeziet op de uitvoering en naleving van de wet, had tariefvoorstellen gedaan aan de regering. Maar de aankondiging van de tariefaanpassing zorgde voor discussie bij belanghebbende groepen. Toen is de maatregel tot nader order aangehouden. “Aanpassing heeft verregaande gevolgen voor iedere regering. De regering heeft een sociaal contract met de gemeenschap en wil zich daaraan houden. De president is een volkspresident en de ministers moeten zich ook zo gedragen. Met name bij Volksgezondheid willen we het sociaal contract van de regering zo goed mogelijk uitvoeren.” Elias merkt hierbij meteen op dat je niet iedereen tevreden kan stellen.
Over de gratis ziektekostenverzekering van personen tussen 17 en 59 jaar is de bewindsman kort en duidelijk. “De regering bepaalt voor wie wel en voor wie niet. Mensen moeten leren dat als ze in staat zijn om de verzekering te betalen, ze dat zelf moeten doen. Ons doel blijft vooralsnog dat iedereen verzekerd zal zijn”, stelt hij.
Een ander vraagstuk rond de basiszorg is de beschikbaarheid van medicatie. SZF-verzekerden klagen dat niet alle medicatie beschikbaar is of dat ze ervoor moeten betalen omdat deze niet in de geneesmiddelenklapper staat. In het laatste geval probeert het Staats Zieken Fonds zijn clienten tegemoet te komen door ze een deel van het bedrag terug te betalen. “We zijn bezig te kijken naar de dure zorg. We kijken naar hoe we onder andere de wetgeving kunnen aanpassen waarbij er een fonds komt waaruit geput kan worden voor duurdere zorg. Met dat speciale fonds willen we dus die loperij en drempels wegwerken. Er moet een fonds zijn dat het mogelijk maakt om gelijk geholpen te worden zonder allerlei administratieve rompslomp”, laat hij optekenen. Hij wil goede spelregels die chaos voorkomen.
Kwestie ziekenhuizen
Het is al enige tijd vrij rustig bij de ziekenhuizen. De plooien lijken gladgestreken. De bewindsman is opgelucht. Volgens hem hebben de instellingen de laatste maanden flink wat extra middelen gehad, en de rust is teruggekeerd. “We willen deze rust behouden.” Elias geeft toe dat er veel betalingsachterstanden zijn. Hierover is hij met zijn collega van Financiën in overleg. Het vervangen van verouderde apparatuur waarmee ziekenhuizen diensten leveren heeft eveneens zijn aandacht. “Ze moeten vervangen worden zodat de kwaliteit van de zorg top is. Als je nou arm of rijk bent, iedereen kan ziek worden. En in zo’n geval wil je kwalitatief goede zorg hebben.” Nadat in de economische crisissituatie in de zorgsector de zorg achteruit was gegaan, begint deze volgens Elias weer op peil te komen. Maar er is ook sprake van achterstallig onderhoud.
De volksgezondheidsminister zegt een goede band te hebben met de Nationale Ziekenhuisraad waarin de directeuren van alle ziekenhuizen zitting hebben. Het ministerie heeft afspraken met de raad. “We hebben afgesproken dat als er problemen zijn, deze te bespreken en niet meer een slagveld te creëren.”
‘AMC-SU’ of AZP
Er is flinke ruis rond de bouw van het Academisch Medisch Centrum (AMC). De bewindsman probeert duidelijkheid te brengen hierin. De Islamitische Ontwikkelingsbank en het Ontwikkelingsfonds OPEC hebben de Staat 76 miljoen US-dollar geleend. Hiervan wordt 16 miljoen US-dollar besteed aan dringende renovatie van het bestaande ziekenhuis en de rest is voor de bouw van het AMC. Elias onderstreept dat de lening bestemd is voor het opzetten van gebouwen voor de RGD, zoals een centraal apotheekmagazijn, poliklinieken en beddenhuis, en de renovatie van het beddenhuis van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP). “Het AZP-gedeelte ziet er zo uit: je hebt de renovatie van het bestaand beddenhuis, aanschaf medische apparatuur, het ICT-gedeelte (elektronisch patiëntendossier en huisartseninformatiesysteem), de bouw van zes operatiekamers en intensive care-units en een hightech–operatiekamer”, licht hij toe. De minister benadrukt dat er nog besloten moet worden of het AZP in huidige vormt blijft of dat het een entiteit wordt met het nieuwe dat zal worden bijgebouwd. Het project werd volgens hem door de ex-directeur van AZP, Antoine Brahim, AMC-SU genoemd, maar dat is niet de officiële naam. Hierover moet nog worden nagedacht. “We hebben nog niet besloten of het nieuwe beddenhuis onder AZP zal vallen of niet.”
Ondanks dat er een felle discussie was ontstaan over het project (beweerd werd dat er is gesleuteld aan de bouwtekening), blijft hij erbij dat er geen verandering heeft plaatsgevonden. Het project bevindt zich nog steeds in zijn originele vorm. Hij focust zich niet hierop, maar op de opzet van een supermodern medisch centrum, waar ook buitenlandse patiënten geholpen kunnen worden. Elias merkt tot slot op dat Suriname voordeel zal hebben aan dit project. Maar er is geduld nodig.
Lees het hele artikel in het januarinummer van Parbode