De Jachtwet en wildvleesverkoop – Parbode Sneak Peek
In Paramaribo en omstreken blijkt er sinds jaren een stabiele markt te zijn voor jachtwild. Hoewel de prijzen van zulk vlees al gauw boven de SRD 50 per kilo bedragen, zijn er genoeg wildliefhebbers die diep in de buidel tasten om zich het sappige vlees van een pingo, dia of bofru te doen welgevallen. De hamvraag bij deze lucratieve business is of jagers en verkopers zich houden aan de wettelijke voorschriften.
Dat wildvlees in trek is bij delen van de samenleving, is te merken aan de verschillende bekende plekken waar dit vlees te verkrijgen is. Niet alleen op de Vreedzaammarkt en de Centrale Markt wordt wildvlees verkocht, maar ook al langer dan twintig jaar op de hoek van de Latourweg en de Martin Luther Kingweg. De eerste verkoper die deze plek, die bekend staat als Post-1, ontdekte is Maria Vinisie (56). “Mijn man reed taxi en hier bij Post-1 was zijn standplaats. Ik verkocht toen al af en toe zoetwatervissen op de hoek van de Indira Ghandiweg en Menkendam. En toen ik het niet meer daar kon verkopen zag ik dat de plek waar mijn man taxi rijdt wel geschikt was. Ik begon alleen met een koelbox met ijs. Zette de vissen in pakjes erin. Dat was ergens in 1995. Doordat de verkoop heel goed ging en men naar wildvlees vroeg, begon ik ook daarmee. Het is nu niet weg te denken. Na mij kwamen er andere verkopers van vis en wildvlees. We hebben een beschikking van de overheid om hier te verkopen. Zolang ik nog de kracht heb om te verkopen zal ik het doen.”
Jachtkalender
Jagers en verkopers dienen bekend te zijn met de Jachtkalender die de dienst ’s Lands Bosbeheer (LBB) jaarlijks uitgeeft. Het betreft een overzicht van het jachtwild dat gedurende bepaalde perioden en onder bepaalde voorwaarden bejaagd mag worden. ‘Volgens de Jachtwet van1954 komen er vier categorieën van in het wild levende dieren voor, met name beschermde dieren, jachtwildsoorten, kooidiersoorten en overwegend schadelijke diersoorten’, staat op de overheidssite gov.sr. Regelmatig duiken berichten in de media op dat LBB gevallen constateert waarbij jachtliefhebbers zich niet houden aan de Jachtkalender en de Jachtwet. Jagen buiten het jachtseizoen, op beschermde dieren of met kunstlicht zijn enkele overtredingen. Parbode nam contact op met het hoofd van de dienst Natuurbeheer en Educatie van LBB; we werden echter doorverwezen naar de directeur van het ministerie van RGB. Die gaf geen toestemming om een interview van hem af te nemen. Vreemde zaak. Dan maar terug naar Post-1.
Een van de verkoopsters die na Maria hier wildvlees begon te verkopen, is Lesta Paulus (41). Ze verkoopt er nu al 22 jaar en merkt op dat pakira en hei het meest in trek is. “Ik ben bekend met issues tussen de jagers en de busiskowtu (jachtopzieners). Ik weet ook dat als je geen vergunning hebt, je niet mag jagen en dat je rekening moet houden met de jachtkalender. Dat vlees krijg ik via een tussenpersoon om op te kopen. De jagers zijn van West-Suriname, Apoera. Heel weinig wildvlees komt van Boven-Suriname, Sipaliwinigebied. Wij als verkoopsters merken het op wanneer het jachtseizoen gesloten is van een bepaald dier. Voor de bofru is er vaak een gesloten jachtseizoen. Verder verkoop ik pingo, pakira, dia en zoetwatervissen. Er zijn ook andere dames die verkopen zoals Margriet Pansa en dochter Cornelly Lienga. Ik ben samen met hen hier gekomen om te hosselen. Enkele van de dieren waarop men niet mag jagen zijn de baboen en kwatta. Daarom verkoop ik ze niet.”
Annie Lienga (40) bevestigt dit. “Al de informatie die de andere verkoopsters hebben gegeven is waar. Wij leven als een familie hier. We hebben dezelfde prijzen en onze eigen klantenkring. Het vlees wordt voor SRD 50 tot SRD 60 per kilo verkocht. Bepaalde klanten vinden het duur, maar als wij denken aan onze vervoerskosten en dat ijs om het vlees koel en vers te houden, dan maken wij helemaal geen winst. Vanaf 9 uur ‘s morgens tot en met 8 uur ‘s avonds kan men hier langslopen om wildvlees en vis te kopen. Zowel gerookt als vers.”
Lees het hele artikel in het februariummer van Parbode.