Hans Prade senior: ‘Ik leef in blessuretijd’ – Parbode Sneak Peek
Een afspraak maken met Hans Prade (80) valt nog niet mee. De oud-presentator van het bekende radioprogramma Gowtu fu kondre en het tv-programma Teleweetjes is tegenwoordig druk bezig als vrijwilliger. In een verpleeghuis bij hem om de hoek, Pniël in Rotterdam-Kralingen, haalt en brengt hij zorgbehoeftige mannen en vrouwen naar hun afspraken met fysiotherapeuten. Hij begeleidt ze soms ook naar specialisten buiten het verpleeghuis. Zo nu en dan gaat hij met bewoners op pad. “Je rijdt tegenwoordig zo gemakkelijk de tram en de metro in met een rolstoel.”
Op vrijdag is de actieve tachtiger betrokken bij de weekafsluiting. “Ik ben ook notulist bij de vrijwilligersgroepen en heb een tijdlang, in het weekeinde, gefunctioneerd als receptionist. Dat doe ik inmiddels niet meer, omdat de receptionisten het weer hebben overgenomen. Die waren eerder wegbezuinigd. Ze beschouwden het inschakelen van vrijwilligers trouwens als broodroof.”
Een vol bestaan dus, maar dat is Prade wel gewend. Hij studeerde voor geoloog, rolde in het mediavak, was op diverse fronten politiek actief, begin jaren tachtig ambassadeur in Nederland en daarna een kleine tien jaar voorzitter van de Rekenkamer van Suriname. In 1991 nam hij het als presidentskandidaat op tegen zijn voormalig studiemaatje Ronald Venetiaan, en Jules Wijdenbosch. Venetiaan werd toen gekozen.
Blessuretijd
Hoewel de dagen goed zijn gevuld omdat Prade ook het huishouden voor zijn rekening neemt, noemt hij het zelf een treurig leven. “Ik leef in blessuretijd. Twee jaar geleden is mijn vrouw immers overleden. Ik heb onze kinderen en kleinkinderen en al mijn bezigheden, maar dat neemt het gemis niet weg.” Hij gaat even de keuken in om koffie te maken en komt terug met een flinke taart. “Ik doe mijn best om het gezellig te maken. Het valt niet altijd mee. Vier jaar geleden ben ik tijdens het boodschappen doen op de fiets van achteren aangereden. Ik heb drie maanden in het ziekenhuis gelegen met gebroken wervels. Mijn rug is vastgezet, het is de reden dat ik nu niet meer zo soepel loop.”
Met wat lekkers erbij blikt Prade – nog steeds een woordkunstenaar met een heldere stem – terug op zijn jonge jaren. “Radio SRS is in 1965 opgericht. Ik werd gevraagd om een keer per week een praatje te houden over moeilijke dingen; ik ben immers geoloog. Een paar jaar later maakte ik een informatieprogramma dat op zaterdagmiddag contact legde tussen arbeiders in de binnenlanden en hun familieleden thuis. Ook kwam een deskundige aan het woord om te vertellen welke onderzoekingen in het binnenland werden gedaan. Dat programma was in het Sranan, we maakten het in opdracht voor het ministerie van Opbouw. SRS was in die dagen de baas in de lucht. Het programma kreeg vanwege het informatieve karakter veel algemene belangstelling. In alle districten en in het binnenland was het een begrip. Vandaar dat ik later een algemeen programma kreeg op de woensdag van 21.00 uur tot middernacht, SRS-Mindri Wiki. Een interactief programma. De luisteraars stelden de onderwerpen die aan orde kwamen voor.
Prade stopte bij de radio toen in 1982 alle zenders werden gesloten en alleen de STVS (televisie), de SRS (radio) en de Ware Tijd (krant) onder censuur mochten verschijnen. Hij wenste niet gecensureerd te worden.
“In 1986 werd de pers vrijgegeven en kwam ik met vrijwel hetzelfde programma terug bij Radio Apintie.” Hij fluit de herkenningsmelodie.
“Het tv-programma op dinsdag was een populair wetenschappelijk programma in het Nederlands voor kinderen op muloniveau. Ik legde ook andere zaken uit, zoals het kiesstelsel.” Prade maakte incidenteel ook andere tv-programma’s. “Ik heb zelfs de korte tv-verslagjes van de Olympische Spelen van 1984 aan elkaar gepraat.”
Ambassadeur
Ten tijde van het presidentschap van Henk Chin A Sen was Hans Prade ambassadeur in Nederland. “We hadden een ambtswoning in Den Haag en kregen veel beleefdheidsuitnodigingen. Het was niet de gelukkigste periode van mijn huwelijk. Mijn vrouw hield daar absoluut niet van.”
Prade: “Mijn collega-ambassadeurs deden in die tijd vaak een beroep op mij. Ik spreek de Nederlandse taal en ken de landsaard, dus werd ik vaak om raad gevraagd wanneer er problemen waren met ambtenaren zoals de politie. Ik gaf altijd het advies om geen protestnota’s te schrijven, maar in gesprek te gaan met de betrokken ambtenaren. Nederlandse ambtenaren nemen immers niet zomaar een opdracht van hun baas aan. Ga met ze praten en dien geen protestnota in, want dan bereik je niets.”
Rekenkamer
Terug in Suriname werd Prade, na de verkiezingen van 1987, gevraagd om het voorzitterschap van de Rekenkamer op zich te nemen. “’Ik had niet gedacht ooit bij de Rekenkamer terecht te komen. Voor die rol moet je onafhankelijk en onpartijdig zijn, en je moet durven. Men heeft mij vermoedelijk gevraagd bij gebrek aan beter; ik ben het toch maar geworden”, lacht hij, terugkijkend. “De Rekenkamer was in de militaire tijd niet functioneel en genoot in die dagen weinig aanzien, er was ook nauwelijks personeel. Ik heb het allemaal op poten moeten zetten.
Lees het hele artikel in het februariummer van Parbode