De koning van de Ashanti op bezoek – Parbode Sneak Peek
De voorouders van Ashanti-koning Otumfu Osei Tutu II hebben geprofiteerd van de trans-Atlantische mensenhandel. Surinamers met Afrikaanse, al dan niet Ghanese roots stonden eind november oog in oog met het slavernijverleden. “Een pijnlijke confrontatie die onzorgvuldig is voorbereid”, aldus Iwan Wijngaarde, voorzitter van Feydrasi fu Afrikan Srananman.
Wie eind november vragend zijn wenkbrauwen optrok en de wereldkaart afspeurde op zoek naar het Ashanti-koninkrijk, deed vergeefse moeite. Ashanti is een ceremonieel koninkrijk in Ghana, moederland van maar liefst 63 etnische groepen. Ghana ligt in het westen van Afrika en grenst in het noorden aan Burkina Faso, in het oosten aan Togo, in het zuiden aan de Atlantische oceaan en in het westen aan buurland Ivoorkust.
Het Afrikaanse land speelde in het verleden een grote rol in de trans-Atlantische mensenhandel en was de thuisbasis van het belangrijkste fort aldaar van de Nederlanders, fort Elmina. Van hieruit werd de volledige trans-Atlantische slavenhandel geregisseerd en werden duizenden Ghanezen op schepen de oceaan overgezet. Met als bestemming onder andere Suriname.
Afrikaans moederland
Het bezoek van Ashanti-koning Otumfu Osei Tutu II werd in grote uitbundigheid aangekondigd. Verschillende marrongemeenschappen in Suriname delen namelijk dezelfde cultuur als de Ashanti. Bijvoorbeeld Anansiverhalen en het Kromanti, dat in Suriname als ‘spirituele taal’ dienst doet. Niet uitzonderlijk beschouwen Afro-Surinamers Ghana nog steeds als hun Afrikaanse moederland en heerst er grote affiniteit met zijn inwoners. Maar niet iedereen deelde in het enthousiasme.
“De man kan hier niet komen. De Ashanti verkochten Afrikaanse slaven aan Europeanen. De directe voorouders van deze koning zijn verantwoordelijk voor onze ellende”, zegt Iwan Wijngaarde, voorzitter van de Feydrasi fu Afrikan Srananman.
Uit protest weigerde de voorzitter in te gaan op uitnodigingen van de Surinaamse overheid en was hij afwezig bij de ceremoniële kranslegging bij het monument Mama Sranan en het standbeeld van Kwakoe, het symboolbeeld voor de vrij geworven slaven in Suriname. Ook op de herdenking van de Onafhankelijkheid op 25 november bleef Wijngaarde uit de buurt van de koning. “Ik kan dit niet accepteren, eerst moet iets rechtgezet worden”, benadrukt hij.
Mensenroof
De geschiedenis leert ons dat het Ashanti-koning in het verleden heeft bijgedragen aan de trans-Atlantische mensenhandel. Dat bevestigt ook Valika Smeulders, onderzoekster uit Curaçao, gespecialiseerd in het koloniaal verleden. Ze merkt op dat hierbij enige context op zijn plaats is.
“Om de toevoer van meer slaven te garanderen speelden Europeanen verschillende Afrikaanse groepen bewust tegen elkaar uit. Dit deden ze door de leiders in wapens, geld en politieke macht te voorzien”, vertelt Smeulders. Tussen de 17e en 18e eeuw werden in totaal zo’n 76 forten langs de kust van West-Afrika gebouwd of veroverd. Nederland had daar een deel van, in Ghana twaalf.
Onder druk van de Europeanen ontstonden er gewelddadige slave raids in het binnenland van Afrika. Afrikaanse mensenhandelaren, de zogenaamde slave raiders, vielen dorpen binnen om mensen te ontvoeren. Deze zouden ze aan de Europeanen langs de kust verkopen. “De groeiende Europese vraag naar slaafgemaakten stimuleerde de slave raiders om steeds meer mensen aan te leveren. Uit puur economische motieven gingen zij op mensenjacht”, aldus Smeulders.
In het publieke debat wordt vaak gesteld dat Afrikanen hun eigen mensen verkochten. Smeulders ontkent deze veralgemening. “Alleen de machthebbers en koningen profiteerden van de trans-Atlantische mensenhandel”, zegt Smeulders, “Daarbij waren ze er zich ook niet bewust van dat slavernij aan de andere kant van de oceaan iets heel anders betekende.”
Symbolische koning
Ghana is officieel een democratie en kent haar eigen door het volk verkozen president. Het land telt 63 etnische groepen, de grootste is de Akan. Zij vertegenwoordigt ongeveer 45 procent van de bevolking, waaronder de Ashanti. Ashanti is een ceremonieel koninkrijk in Ghana, wat betekent dat de koning geen deel uitmaakt van de nationale regering en slechts een symbolische functie heeft. Hoe hij die functie invult, is aan hem. De koning hoeft daarover tegen niemand verantwoording af te leggen. “Ik ben de belichaming van de ziel en eenheid van het Ashanti-volk”, zei Otufmu Osei Tutu II tijdens zijn bezoek aan Suriname. Op vraag van de Anton de Kom Universiteit hield de koning een lezing in de aula van het IGSR over ‘de rol van het traditionele gezag in een moderne natiestaat’.
Zoals de koning zelf aangaf, dwong dit onderwerp hem ‘te kijken naar de pre-koloniale, koloniale en postkoloniale periode van Afrika’. Over het koloniale tijdperk was de koning uitermate voorzichtig in zijn woordkeuze. Elke link met het slavernijverleden van Suriname en de rol die zijn directe voorouders daarin hebben gespeeld werd zorgvuldig vermeden.
Over het koloniale tijdperk zei de koning het volgende: “In Uganda en Asantehene (Engels voor Ashanti-koninkrijk, red.) hebben de Britten een systeem van indirecte heerschappij ingevoerd, een systeem van koloniaal bestuur waarbij ze regeerden via de lokale leiders. Het democratische aspect van het traditioneel Afrikaanse gezag werd verzwakt door het kolonialisme, die de dictatuur hanteerde.”
Lees het hele artikel in het februarinummer van Parbode