Vanuit de Cultuurtuin: Betere verbindingen – Parbode Sneak Peek
De gebeurtenis dateert van december 2018. Wanneer u dit leest, behoort het incident alweer tot het verleden. Moet er dan nu nog aandacht aan besteed worden? Ja, de overlast is weliswaar langer geleden, maar de mentaliteit die heeft gezorgd
voor de langdurige overlast is daarmee niet automatisch verdwenen. Waar gaat het over? Zoals u weet worden er regelmatig werkzaamheden uitgevoerd aan straten in stad en district, ook graafwerkzaamheden. Tijdens die werkzaamheden
raken arbeiders weleens een kabel. Per ongeluk uiteraard. Het kan gebeuren. Men zou na zo’n eerste breuk aan de hand van enkele simpele vragen kunnen bekijken wat er misging. Wat is hier gebeurd? Antwoord: we hebben een kabel geraakt. Hoe
komt dat? We wisten niet dat er een kabel lag. Van wie zou die kabel kunnen zijn? Even denken. De kabel is niet van de EBS, immers de toevoer van stroom loopt via kabels die aan palen hangen. Niet van de Surinaamse Waterleiding Maatschappij (SWM), want wij zijn van de SWM, bovendien gaat de watertoevoer via buizen en we zien geen water uit de grond komen.
Oh jee, dan moet het een kabel van Telesur zijn. Wat zijn de gevolgen? Tja, hoe moeten wij dat nou weten? Het zou kunnen dat iemand niet over zijn telefoon en internet kan beschikken. Of misschien zijn er wel meerdere personen die nu niet kunnen bellen en internetten. Wie moeten we van dit gebeuren op de hoogte stellen? We zouden Telesur op de hoogte moeten stellen. Wie moet dat doen? Tja, dat weten wij niet. In ieder geval wij niet. Wij doen alleen graafwerkzaamheden. Hoe kunnen we voorkomen dat het nog een keer gebeurt? Dat weten wij ook niet hoor. Wij doen alleen graafwerkzaamheden. En wij gaan nu door met graven. Uiteraard zou de instantie die de werkzaamheden uitvoert, in dit geval de SWM, van te voren kunnen informeren bij de collega’s van andere nutsbedrijven, of er toevallig in de straat kabels liggen en of ze misschien weten waar ze die kabels hebben neergelegd, opdat men daar bij het graven rekening mee kan houden. Maar dat is kennelijk nog een brug te
ver. Zo kan het gebeuren dat een kabel niet een keer, niet twee of drie keer, maar zeven keer wordt beschadigd. Misschien heeft niemand melding gemaakt van het incident, misschien is er wel degelijk melding gemaakt van het incident. Maar het blijft zoals gezegd niet bij dat ene incident. Bij sommige bewoners in die straat en in die omgeving is de verbinding op zondag 16 december al verbroken. Andere bewoners merken pas in de loop van de daarop volgende dinsdag 18 december dat ze verstoken
zijn van de ‘betere verbindingen’.
Gelukkig kan de individuele mens in geval van storing contact opnemen met het nummer 152. Dat doen meerdere benadeelden. Op dat nummer is men op woensdag 19 december nog niet op de hoogte van de storing. Op donderdag is de melding inderdaad doorgekomen en op vrijdag treft men aldus de medewerker ‘voorbereidingen’ om het ongerief te verhelpen. De arme jongens en meisjes die aan de andere kant van de lijn zitten, kunnen het allemaal ook niet helpen. Zij verdienen een centje
bij door het beantwoorden van klachten volgens een nauwkeurig omschreven kader met daarin zinnen als ‘Ik begrijp dat het lastig is voor u’, ‘dat is erg vervelend voor u’ en ‘heeft u nog andere vragen waarmee ik u kan helpen’. De vraag wanneer men denkt met het herstel van de verbinding te beginnen, kan geen van de lieve jonge mensen beantwoorden. Zo wordt het zaterdag, zondag, en uiteindelijk maandag 24 december.
Lees het hele artikel in het maartnummer van Parbode.