Opinie: Protest voertuigenbelasting: kolfje naar hand oppositie
Het leek wel de jaren tachtig, vanaf eind februari in Paramaribo en omstreken. Lange rijen popten overal in de stad op. Nu niet om iets te kunnen kopen, aardappelen of uien of spijsolie, nee, de rijen vormden zich omdat vele Surinamers zich genoodzaakt zagen te gaan voldoen aan hun verplichting die voortvloeit uit de sinds 1 januari geldende Wet voor Rij- en Voertuigenbelasting. De mensen hebben tot het laatst gewacht om de belasting te gaan betalen, niet alleen omdat de salarissen nog niet binnen waren, maar ook omdat er hoop was op opschorting van de wet vanwege een door de politieke partij Strei! aangespannen rechtszaak.
De regering gaf het volk twee maanden uitstel van executie, omdat, volgens officiële berichtgeving, er zoveel klachten waren van mensen die het geld niet konden ophoesten, maar natuurlijk ook omdat de verschillende betaaladressen niet of niet voldoende toegerust en voorbereid waren op een dergelijke grootschalige operatie. Alsof ze dat aan de vooravond van 1 maart wel waren. Urenlang stonden er bij de meer dan vijftien adressen in Paramaribo mensen in de felle zon te wachten, en niet zelden hoorde men na twee, drie uren wachten dat het systeem down was, of dat de stickers op waren, en mocht men de volgende dag terugkomen. Terwijl Strei! bezwaarschriften indiende namens 20.000 individuen in de samenleving, en daarnaast ook een bezwaarschrift bij president Bouterse zelf om de controle op de uitvoering te verschuiven totdat er een gerechtelijke uitspraak is, bleven de rijen aanzwellen. Om het nog erger te maken werden er zelfs bekeuringen uitgedeeld door de politie aan mensen die, in hun verlangen om hun belasting te betalen, hun voertuig verkeerd geparkeerd hadden. Die politiemannen hebben ook het een en ander te verduren. Eerst werd vanuit de politieleiding gezegd dat, aangezien er geen orders waren vanuit de procureur-generaal, er niet gecontroleerd zou mogen worden. Daarna was schijnbaar die opdracht wel gegeven, want de politie zou gaan controleren en bekeuren. Vervolgens riep de bond de manschappen op niet te controleren, en ten slotte verklaarde de politieleiding dat ze het controleren even aan zouden houden tot na 13 maart, de datum van de rechterlijke uitspraak. Rond 1 maart was er geen instantie of persoon te vinden die zich er niet mee bemoeide: de NPS, activiste Xaviera Jessurun, ex-vakbondsman Wilgo Valies, PRO-voorzitter Sewcharan, om maar enkele te noemen. De opvatting is unaniem: de uitvoering van de wet moet opgeschort worden.
De dyugudyuguwerd compleet door uitspraken van leidinggevende NPS’ers en VHP’ers, dat, indien ze mandaat krijgen in 2020, deze belasting onmiddellijk zal worden stopgezet. Het zal me niet verwonderen als deze belofte stemmen zal opleveren; een (Surinaamse) kinderhand is gauw gevuld.