Sharma Chin A Foeng: ‘Als je iets wilt, dan moet je het gewoon doen’ – Parbode Sneak Peek
Mediavrouw Sharma Soerjoesing-Chin A Foeng (49) is presentatrice, verslaggever en programmamaakster. In de jaren negentig was ze het gezicht en brein achter vele programma’s op ATV en ABC. De laatste zeventien jaar werkt ze bij Omroep West in Den Haag. Zij is daar onder meer samensteller, producent en presentator.
Liefde voor haar land kreeg de jonge Sharma mee van haar ouders. “Mijn vader, Jules Chin A Foeng, was een groot nationalist. Toen ik de kans kreeg om mij op te geven als schoolvertegenwoordiger op het mulo, greep ik die. Ik wilde iets betekenen voor mijn schoolgenoten”, blikt Sharma terug op de periode begin jaren tachtig. Ze vertelt dat er toen vanuit de overheid een netwerk werd opgericht dat contact hield met de studentenleiders van verschillende scholen. “Het leek iets goeds, we leerden onder meer liefde te hebben voor de vlag. Iedere schooldag begon met een vlaggenparade. Soms denk ik, waren wij geen propagandatool voor Bouterse? Zeker als je kijkt naar wat in de periode daarna gebeurde toen er een kentering kwam. Surinaamse politiek. Daar bemoeide ik me niet mee; wel was ik een voorstander van een beter schoolbeleid.”
Midden jaren 80 gebeurde echter precies het tegenovergestelde. Scholieren keerden zich tegen Bouterse. De leuze ‘Geen brood geen school’ ontstond in die periode. “Er was een totale importstop, geen meel, dus ook geen brood. Lege rekken in supermarkten. Scholieren, waaronder ik, meldden ons elke dag om 7 uur op school en gingen daarna massaal de straat op. Als protest tegen het beleid van Bouterse. Dieptepunt was dat er op een dag militairen de school (J.C. de Miranda Lyceum, red.) binnenvielen. Ze deelden raken klappen uit met een uzi. Ik kon zelf op tijd schuilen doordat ik met een groep vrienden een lokaal invluchtte en de deur op slot deed. We doken onder tafels weg. Een aantal van mijn vrienden ging die dag echt met blauwe ogen en kneuzingen naar huis. Het is nog steeds te bizar voor woorden dat dit deel van de geschiedenis uit Suriname verzwegen wordt.”
Intrede mediawereld
Een periode waar Sharma wel met een goed gevoel op terugkijkt is het jaar 1984, ook op het J.C. de Miranda Lyceum. “Ik werd gekozen als studentenvoorzitter, nam het stokje over van Jörgen Raymann en mocht wekelijks een programma maken op de radiozender SRS. Het radio maken beviel mij, ik bleef uiteindelijk werken bij SRS en werd parttime omroeper. Een paar jaar later zocht men bij ATV presentatoren voor nieuwe programma’s. Ik deed een screentest en werd aangenomen. Naast het presenteren van programma’s zoals Showbizz Talk, kreeg ik de kans om meer producties te maken en nieuwe televisieformats voor kinderprogramma’s.”
ATV kreeg een politieke wisseling in het bestuur. Een aantal personeelsleden moest weg, waaronder Sharma. Ondertussen maakte radio- en televisiezender ABC een doorstart en richtte zich op het jongere kijkerspubliek. “Ik kon bij ABC aan de slag als radiopresentator, maar kreeg ook de kans om programma’s te ontwikkelen. Een droom kwam uit. Als ik een idee in mijn hoofd had voor een programma, dan begon ik het meteen op te schrijven. Ik herinner me nog de brainstormsessies met Johnny Kamperveen en zijn vrouw Helen op de redactie van ABC. Samen met omroepers als Quintis Ristie, Liliana Arias en Earl Frijmersum, waren we echt een broedtuintje. Het idee ontstond om een vakantieprogramma te maken. Suriname heeft zoveel moois te bieden, wat het waard is om te bezoeken. Waarom brengen we deze plekken niet in beeld en betrekken we jongeren erbij? Ik hoor Johnny het nog steeds zeggen: ‘Je kan je hart ophalen, want het is vakantieperiode’. De ploeg breidde zich uit met Simone Issa en Trees Ralim. Doordat we zelf niet de beschikking hadden over een camera, zochten wij een partnerschip met mijn oud-collega’s van ATV. Het was een kruisbestuiving van twee omroepen. ATV kreeg een vakantieprogramma op tv en wij een vakantieprogramma op de radio. Per district hebben we contact gezocht met lokale radiozenders. Zij waren bekend met de hotspots uit de regio. Het programma heette TPP: Things to do, Places to go, People to meet.” Sharma zegt dat het vakantieprogramma een goede testcase was, want ABC, ‘the love station’, had toen nog geen tv-zender, maar de plannen lagen er wel. “Toen ABC eindelijk zelf tv kon gaan maken, kreeg ik de kans programma’s te ontwikkelen. Eerst in samenwerking met Veronica en later voor uitzending op kanaal 4. Enkele programma’s die ik daarna ontwikkelde waren Spel tv, Switch, Magazine 4 en Start & Finish. Super mooi om te zien dat de programma’s er nu, 21 jaar later, nog steeds zijn!”
Verhuizing naar Nederland
ABC zat goed in de lift en er kwamen steeds meer eigen producties. Maar op de redactie voelden ze het vertrek van Sharma langzamerhand aankomen. “Het was de liefde die mij bracht naar Nederland. Mijn man en ik hadden behoefte aan één thuis. Het leek ons beiden een goede keus voor ons gezin om Nederland als thuisbasis te nemen. Op carrièregebied was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ze dachten allemaal bij ABC: Sharma gaat Suriname missen. Geloof me de eerste maanden in Nederland waren zwaar. Ik dacht soms bij mijzelf waar ben ik aan begonnen! Met mijn verblijfsvergunning mocht ik zes maanden niet werken. We moesten rondkomen van het inkomen van mijn man. Dankzij zijn harde werken, zijn we erdoorheen gekomen. Mijn grote steun en toeverlaat.”
Uiteindelijk werd Sharma aangenomen als regisseur voor een tv-programma bij Omroep West, de regionale omroep van Zuid-Holland. Al gauw werd ze vaste kracht van een multicultureel programma. “Ik leerde werken op een Nederlandse redactie, en kwam in aanraking met verslaggevers met een andere etnische achtergrond. Een verrijking om te zien dat je iets gemeen hebt met elkaar. Als Surinaamse vrouw heb ik bij mijn Nederlandse collega’s in de loop der jaren stigma’s moeten doorbreken. Je moet jezelf dubbel bewijzen en je sterk maken voor onzekere momenten. Mijn accent bijvoorbeeld. Ik weet nog dat ik één van mijn idolen, Noraly Beyer, om advies vroeg daarover. Het stelde me gerust toen ze tegen mij zei: ‘Sharma, dat Surinaamse accent verlies je nooit. Ja, daarmee heb ik moeten leren dealen. Ik heb geleerd vooral kracht te putten uit de extra’s die mijn etnische achtergrond mij geeft.”
Lees het hele artikel in de mei-editie van Parbode.